Column van Myrthe: Beleidsconfetti
Ik ben niet het stereotype ambtenaar. Dat had je misschien al aan mijn foto gezien, ik heb namelijk geen grijze snor. En dat zit me soms in de weg bij een kennismaking. Blijkbaar bepaalt de lengte van je snor hoe serieus sommige mensen je in eerste instantie nemen. Ik heb even overwogen de bovenlip-waxbeurt over te slaan, maar heb toch geconcludeerd dat ik daar het verschil niet mee ga maken.

Gelukkig zijn er ook voordelen aan het ontbreken van een grijze snor. Zo word ik aan verschillende tafels uitgenodigd vanwege mijn ‘frisse blik’. Blijkbaar lever je die vaak in zodra je een snor laat groeien. Maar het missen van een snor is niet de enige reden dat ik aan deze tafels word uitgenodigd. Ik breng ook behoorlijk wat kwaliteiten mee. Is dat arrogant om te zeggen? Nee. Al deze kwaliteiten zijn namelijk het gevolg van allemaal dingen die ik niet kan. Ik kan namelijk heel veel níet.
Een van de belangrijkste dingen die ik niet kan, is lezen. Niet écht niet, maar basic-dyslectisch-niet. Omdat ik langzaam en foutief lees, moet ik andere manieren vinden om informatie tot me te nemen en te onthouden (een samenvatting van vijf pagina’s is werkelijk veel). Daardoor ben ik creatief geworden in hoe ik informatie vastleg: ik schets een verslag of maak een video over een onderwerp. Informatie neem ik het liefst niet van papier tot me, ik luister een podcast of vraag een collega om een toelichting. Ik kijk dus anders naar dingen, omdat ik vaak letterlijk niet anders kan. En dat levert ook vaak vernieuwende ideeën of feedback op.
‘Al mijn kwaliteiten zijn het gevolg van dingen die ik níet kan’
Wat ik ook niet goed kan, is focussen op één ding. Ik doe altijd twintig dingen tegelijk. Een afspraak met mij plannen is voor anderen domweg een ramp. Repeterend werk? Nog erger. Heb ik eenmaal door hoe iets werkt, dan verlies ik direct mijn interesse. De vaste procedures binnen de overheid slurpen mijn energie op. En ja, dat zijn er veel. Gelukkig heb ik inmiddels geleerd hoe ik daar mee om kan gaan. Ik maak gebruik van de kwaliteiten van anderen die wél goed zijn in die structuur. In ruil daarvoor help ik hen met mijn beleidsconfetti.
Beleidsconfetti, zo kun je hoe ik mijn werk doe het beste zien. In het begin van een proces lijk ik vaak chaotisch. Ik ben iemand die er zo veel verschillende kleuren en perspectieven bijhaalt, dat anderen de verbinding niet meer zien. Het begint in het algemeen ‘all over the place’. Mijn proces is dan vooral een bontgekleurde warboel. Maar zodra ik die losse dwarrelende kleurtjes een concept geef en het bijvoorbeeld ‘confetti’ noem, kan iedereen het ineens aan elkaar linken en het zien als een mooi geheel. Zo ontstaan er nieuwe verbindingen die anderen niet weten te leggen.
‘Zoek je een nieuwe collega voor je team? Kies dan eens bewust anders’
Ik ben geen stereotype ambtenaar. Ik ben niet aangenomen om mijn grijze snor, ik ben geen papiertijger, mijn agenda is een flipperkast en mijn hoofd zit vol confetti. En toch werk ik al bijna zes jaar voor de overheid. Soms met moeite, soms met tegenzin, maar vaak met heel veel plezier. Werken op een plek waar je niet in het stereotype past is soms lastig. Maar tegelijkertijd ontzettend waardevol. Want je collega’s helpen je met waar jij niet goed in bent, en jij voegt voor deze collega’s echt iets nieuws toe.
Zoek je een nieuwe collega voor je team? Kies dan eens bewust anders. Selecteer op wat je nog níet in huis hebt, op iets wat minder op jezelf lijkt. Misschien krijg je er iemand bij die in bepaalde dingen niet zo bekwaam is, maar juist daardoor ook nieuwe talenten en frisse ideeën meebrengt!