Hoofdrol voor diversiteit en inclusie bij de gemeente Rotterdam

Ron de Koning trekt er als communicatieadviseur hard aan om de interne en externe communicatie van de gemeente Rotterdam inclusiever te maken. Er zijn nog hobbels, maar er worden veel goede stappen vooruit gemaakt. Ook gaat hij het gesprek aan met andere gemeenten. ‘Veel kleine gemeenten denken dat inclusie geen belangrijke thema is voor hen, maar dat is niet waar.’

Ron de Koning glimlacht vanachter zijn laptop
Beeld: ©Gemeente Rotterdam

‘Toen wij vorig jaar het filmpje van het Eurovisie Songfestival in Rotterdam uitzonden, kregen we te horen dat de witte Rotterdammer niet te zien was. Maar als je ging turven, zag je dat het ongeveer 50-50 was. Precies zoals de bevolkingssamenstelling van Rotterdam.’

‘Als je over de Lijnbaan loopt, is dat ook wat je ziet en vind je dat vanzelfsprekend. Maar kijk je televisie, dan ben je niet gewend om zo'n samenstelling te zien. Dan valt het op als er meer mensen van kleur te zien zijn. En volgt er een reactie. We hebben dus nog stappen te maken in het normaliseren van diversiteit in de media.’ 

Ron de Koning is sinds 2007 communicatieadviseur bij de gemeente Rotterdam en in het bijzonder betrokken bij de portefeuille samenleving. De actieprogramma’s Relax. Dit is Rotterdam en Rotterdam tegen Racisme gaan voor een groot deel over inclusie. Daarnaast is De Koning een van dé trekkers van inclusieve communicatie binnen de gemeente Rotterdam. Zowel intern als extern. 

Pijnlijke conclusies bij de gemeente

Uit eerder onderzoek bleek dat met name bij bi-culturele Rotterdammers het vertrouwen in de overheidscommunicatie lager lag. Zo ontstond in 2019 de vraag: spreken we wel álle Rotterdammers aan met onze communicatie? Het onderzoek begon met een nulmeting, die bestond uit een analyse van 100 communicatiemiddelen, en een focusgroep met Rotterdammers om de middelen te helpen beoordelen. De Koning: ‘De uitkomsten van het onderzoek waren confronterend voor de gemeente en vooral voor ons als communicatieprofessionals.’ 

‘Waar zijn bijvoorbeeld de bi-culturele Rotterdammers die als hulpverlener werken?’

De conclusie was dat de balans ontbrak in de communicatie van de gemeente. Rotterdammers met wortels uit andere landen herkenden zich er niet in. Wat was het beeld dat de communicatie uitdroeg? ‘De witte Rotterdammers zijn te zien als de hulpverleners. En de bi-culturele Rotterdammers als hulpbehoevend. Een evenwichtige verdeling van ‘de Rotterdammer’ was dus niet terug te zien in de communicatie. Waar zijn bijvoorbeeld de bi-culturele Rotterdammers die als hulpverlener werken?’

In eerste instantie stuitten de uitkomsten op weerstand, vertelt De Koning. De communicatiecollega’s voelden zich aangesproken op hun professionaliteit. Terwijl het juist gaat om onbewust gedrag.

‘Niemand gebruikt immers bewust stereotyperende beelden of vooroordelen in een tekst.’ Velen snapten echter wel dat er meer bewustwording moest komen binnen de gemeente. Vervolgens heeft de gemeente veel meer aandacht besteed aan inclusie en aan inclusieve communicatie. Maar waar begin je met de aanpak?

‘Het luisteren naar ervaringen van collega’s doet beseffen dat de eigen blik op de wereld blinde vlekken heeft’

De weg van de nul- naar de één-meting

‘In eerste instantie moest er meer bewustwording komen. Ieders keuzes worden - vaak onbewust - beïnvloed door vooroordelen en gedragspatronen.’ De gemeente koos ervoor om door middel van workshops, presentaties en dialoogtafels dat bewustzijn te vergroten. Zo is de initiële weerstand inmiddels afgenomen. ‘Zeker door de workshops. Daar laten we zien dat onbewuste vooroordelen overal gereproduceerd worden: in de media, reclames en zelfs schoolboeken.’

Ook de dialoogtafels maakten veel los. ‘Het luisteren naar ervaringen van collega’s doet beseffen dat de eigen blik op de wereld blinde vlekken heeft. Zo’n gesprek brengt veel teweeg. Dat creëert échte verbintenis.’

Naast bewustwording zijn er ook concrete acties ondernomen om inclusie en inclusieve communicatie te stimuleren. ‘Om een helpende hand te bieden, hebben we inclusieve communicatie- en schrijftips gedeeld. Als je je bijvoorbeeld afvraagt welke woorden je kunt gebruiken voor iemand met een beperking, kun je de schrijftips erbij pakken als handvat.’ 

‘Bi-culturele Rotterdammers zijn inmiddels veel meer zichtbaar in onze communicatie. En ook op een meer diverse manier dan tevoren.’

Ook is vorig jaar de huisstijl aangepast. Daarin is een huidskleurenpalet meegenomen. Dat kun je bijvoorbeeld gebruiken in animaties om zo mensen van alle kleuren te tonen in het gemaakte materiaal.

De gemeente is veel inclusiever gaan communiceren, volgens De Koning. En dat lijkt een verschil te hebben gemaakt.

Reclamebanner van de Gemeente Rotterdam. Er staat een man van kleur op met de teksten 'De wereld aan je voeten. Gewoon in Rotterdam.'
Beeld: ©Gemeente Rotterdam

Hij vertelt dat dit jaar een één-meting heeft plaatsgevonden. De eindrapportage laat nog even op zich wachten, maar het tipje van de sluier dat is opgelicht, is positief. ‘We merkten na het eerste onderzoek dat er meer balans in de communicatie kwam. Bi-culturele Rotterdammers werden meer zichtbaar. En ook op een meer diverse manier dan tevoren. Niet alleen in fotografie maar ook in illustraties en animaties. Onder andere door zo’n huidskleurenpalet. ‘Op dit resultaat hadden we gehoopt en door de inspanningen misschien wel verwacht, maar het is fijn als we straks in het onderzoek ook terugzien dat ons werk daadwerkelijk vruchten afwerpt.’

Kennisdeling met andere gemeenten

Rotterdam is niet de enige gemeente die zich met inclusie bezighoudt. ‘Alle gemeenten worstelen ermee. Wij vinden het dus belangrijk om ons open en kwetsbaar op te stellen. Dat is de enige manier om van en met elkaar te leren.’

Dat leren gebeurt vooral in G4-verband. De Koning vertelt dat er veel contact is over de verschillende aanpakken wat betreft inclusie en diversiteitsbeleid. Hoe maak je bijvoorbeeld werving en selectie inclusiever? ‘Als wij iets hebben dat goed werkt, dan delen we dat met de rest. Utrecht laat bijvoorbeeld ook een soortgelijk onderzoek uitvoeren en wij putten weer uit de regenboogtips van Amsterdam.’

‘Veel kleine gemeenten denken dat inclusie geen belangrijke thema is voor hun, maar dat is niet waar.’

En het blijft niet alleen bij de grote steden. Ook kleine gemeenten kampen ermee. Hierover gaat De Koning in gesprek. ‘Veel kleine gemeenten denken dat inclusie geen belangrijk thema is voor hen, maar dat is niet waar. Diversiteit en inclusie is veel breder dan alleen afkomst. Het gaat ook om man-vrouwverhoudingen, seksuele voorkeur, mensen met een beperking. Kortom heel veel zichtbare en onzichtbare verschillen. Hoe klein je ook bent als gemeente, je hebt altijd diversiteit. Dat realiseren ze zich na zo’n gesprek meestal ook wel. Inclusie gaat erover hoe je met die verschillen omgaat.’

Dit onderwerp levert altijd discussie op en dat is goed. En wat volgens De Koning het meest effectief is? Voorbeelden. ‘Voorafgaand aan zo’n gesprek zoek ik wat voorbeelden uit hun communicatie. Dan laat ik bijvoorbeeld zien hoe mannen en vrouwen in stereotype rollen worden afgebeeld. Als ik dat laat zien, snappen ze wel gauw dat het inderdaad ook anders kan. De wereld is echt veranderd ten opzichte van vroeger.’

Hoe nu verder?

Er zijn duidelijke resultaten geboekt op de communicatieafdeling van de gemeente Rotterdam. De collega’s zijn bewuster geworden en de communicatie inclusiever. Ook andere afdelingen binnen de gemeente zijn volgens De Koning in beweging gekomen. ‘Deels als gevolg van de nulmeting, maar ook omdat de organisatie zich bewust is dat we er zijn voor alle Rotterdammers. Onze gemeentesecretaris trekt daar hard aan en agendeert het onderwerp regelmatig in zijn columns. Je ziet echt dat velen binnen de gemeente zich bezighouden met het onderwerp. Het leeft en dat is echt mooi om te zien.’