In Friesland doen ze alles samen. Want anders lukt het gewoon niet

‘Ik heb vooraf even nagedacht over een mooie quote, voor dit artikel’, begint de Friese gedeputeerde Sander de Rouwe ons gesprek enthousiast. ‘Kijk maar of je er wat mee kan.’ Overheid van Nu spreekt hem in het kader van het Dorpenfestival op 1 juli. Waar de specifieke uitdagingen van het landelijk gebied de hoofdrol hebben. Vooraf vroegen we hem alvast na te denken over wat – volgens hem – zijn provincie onderscheidt van drukbevolktere stukjes Nederland.

Portretfoto Sander de Rouwe
Gedeputeerde Sander de Rouwe (CDA)

‘Oké, komt ‘ie.’

“In het Friese landschap is veel ruimte. De afstand tot elkaar is wat groter, en juist daardoor zien we elkaar beter staan”. En dat is echt zo!’, glundert hij. ‘Zal ik ‘m even uitleggen?’

‘Je ziet hier gauw wat er op het erf van de buurman gebeurt. Er staat maar weinig tussen jou en de ander. In de stad is het druk. Er gebeurt veel in een klein gebied. Daar kun je opgaan in de massa. Je kunt er anoniem zijn. Dat kan hier niet.’

In 1 minuut

  • Op 1 juli vindt het Dorpenfestival online plaats. Vooruitlopend daarop spreken we met mensen die de uitdagingen én kansen van het landelijk gebied als geen ander kennen.
  • In deze aflevering: gedeputeerde Sander de Rouwe (CDA) van de provincie Fryslân.
  • Hij vertelt over de Friese Aanpak. Een manier van samenwerking die uitgaat van een totale gelijkwaardigheid tussen alle partijen aan tafel. En dat moet ook wel: ‘als ik me te dominant opstel, komt de trein direct tot stilstand’.
  • Alleen kom je nergens namelijk. Dat zit diep in het Friese DNA. En dat heeft dan weer alles te maken met de terpen, en hoe die vroeger werden gebouwd

‘Dat geldt ook voor “bestuurlijk” Fryslân. Als er iets gebeurt, hebben anderen dat snel in de gaten. We zijn erg bij elkaar betrokken. Iedereen kent elkaar, iedereen praat met elkaar en iedereen heeft elkaar nodig. En als er wat moet gebeuren, doen we dat altijd samen.’

‘We noemen dat de Friese Aanpak’, legt De Rouwe uit.

Dat is trouwens niet iets wat de provincie heeft bedacht om “lekkerder samen te werken”. Het is ook geen model om “alle partijen aan tafel” te krijgen voor een “integrale blik” op “de opgave”. Het is geen buzzword. Het gaat gewoon zo. En anders lukt het niet.

‘We zeiden: jullie hebben gelijk, we hebben een fout gemaakt. We nemen die afspraken terug’

De Friese aanpak is geen suggestie, maar een gegeven

De Rouwe illustreert: ‘In de stikstofcrisis hebben we als college van Gedeputeerde Staten vrij snel ingestemd met landelijke maatregelen. Een dag later hadden we hier zes-, zevenhonderd boeren op de stoep staan. Die spraken ons aan op de Friese Aanpak. “Zo doen we dat hier niet”, zeiden ze.’

‘En ze hadden gelijk.’

‘Dus toen hebben we de deuren open gedaan, voor iedereen koffie geschonken en cake gesneden. En hebben we gezegd: jullie hebben gelijk, we hebben een fout gemaakt. We nemen die afspraken terug. Maar daar vragen we óók wat van jullie voor terug: kom de komende maand elke dag weer terug naar het provinciehuis, zodat we het samen kunnen oplossen.’

‘Als je het alleen probeert in Friesland, als je je te dominant opstelt, komt de trein direct tot stilstand’, wil De Rouwe maar zeggen.

‘Friezen zijn "leaver dea dan slaaf." Die vrijheid en gelijkwaardigheid tussen mensen, zit heel diep.’

Maar dat kan toch niet in een crisis? Dat je eerst met zevenhonderd man om tafel moet?

‘Ik vind dat een laf argument’, reageert De Rouwe fel. ‘Een bang argument ook. “Ik ga erover en ik beslis nu…” onder het mom van een crisis. Dat vind ik de makkelijke weg.’

‘Op de lange termijn schiet je er ook niet veel mee op. Als jij iets besluit, maar de mensen die het moeten doen, die willen niet. Wat doe je dan…?’

‘Je kan altijd tijd maken om het er met elkaar over te hebben. Ook in een crisis.’

Egalitair sinds de terpen

‘Samenwerken op een niveau van volstrekte gelijkwaardigheid, zit in het Friese DNA’, vindt De Rouwe. ‘Honderden jaren geleden bouwden we hier terpen tegen de overstromingen. Dat deed iedereen samen. Zonder enig aanzien voor statuur of klasse. Want dat doet er namelijk niet toe, als je anders verzuipt.’

Niet voor niets staat de Fryske frijheid centraal in de Friese Statenzaal. ‘Friezen zijn leaver dea dan slaaf (liever dood dan slaaf, red.), citeert De Rouwe uit een oud gezegde. ‘Die vrijheid en gelijkwaardigheid tussen mensen, zit heel diep.’

Het is óók niet voor niets dat Friesland een grote hoeveelheid coöperaties kent. ‘Dat is een organisatievorm die het, ook weer van oudsher, goed doet in onze cultuur. Dat zien we in de landbouw, maar ook bijvoorbeeld in de energietransitie.

Ook tekenend, in dat opzicht, vindt De Rouwe de hoeveelheid mkb’s. ‘Samen met Overijssel hebben wij de grootste dichtheid mkb’s. Dat zijn allemaal bedrijven van vier of vijf man hè? Dat zijn ook heel egalitaire werkplekken. Als je daar wat wilt veranderen, dan ga je op maandag ochtend met elkaar aan de koffietafel zitten, en dan heb je het erover.’

Dan zie je altijd wel een paar blikken over tafel gaan van: “Zei die dat nou echt? Klopt dat?”

Klinkt alsof het interbestuurlijk werken haast hebben uitgevonden. Gaat het bij jullie écht altijd zo gemakkelijk?

‘Nou’, lacht De Rouwe. ‘Het is in elk geval iets wat wij al heel erg gewend zijn.’

‘Het gebeurt wel eens dat wij met het rijk en andere partijen om tafel zitten en dat een wethouder het woord neemt, en dat die dan zegt “ik spreek nu trouwens ook even namens de provincie, het waterschap en mijn buurgemeenten”. Nou, dan zie je altijd wel een paar blikken over tafel gaan van: “Zei die dat nou echt? Klopt dat?”

Wat natuurlijk wel helpt’, erkent De Rouwe, ‘is dat wij in Friesland de luxe hebben dat hier weinig mensen wonen. Je kán elkaar ook kennen.’

‘Na drie jaar besturen heb je iedereen zeker twee keer gesproken. Als ik kijk naar collega’s in drukbevolkte gebieden, dan hebben zij na zes jaar misschien de helft van alle partijen een keer gesproken.’

‘En dan kom ik eigenlijk weer terug bij het begin. Omdát we hier veel ruimte hebben, omdát we hier wat meer op afstand van elkaar leven, zijn we meer verbonden.’

'De Friese Aanpak is geen garantie voor succes en wil ook niet zeggen dat het nooit schuurt', weet gedeputeerde De Rouwe ook. Dat zag Overheid van Nu bijvoorbeeld bij burgerinitiatief Wijnjewoude Energie Neutraal (WEN) in de Friese gemeente Opsterland. Initiatiefnemer Pieter de Kroon is een van de sprekers tijdens het online Dorpenfestival, op 1 juli. 'WEN is een goed voorbeeld van een burgerinitiatief dat samen met andere initiatieven ook meegedacht heeft met ons als provincie over hoe wij onze werkwijze kunnen aanpassen, zodat samenwerking beter verloopt. De Friese Aanpak is in die zin ook wel een zeer brede term en ook een blijvend leerproces.'