Deze Regio Deal leverde de Bespaarcoach op

Hij zegt het een beetje grappend, maar hij meent het. Tijmen Hordijk, programmamanager van de Regio Deal Oost-Groningen, maakt het niets uit dat mensen in Oost-Groningen niet weten wat de Regio Deal is. Sterker nog: prima om dat zo te houden. ‘Ze voelen zich betrokken bij wat er in hun directe omgeving gebeurt. Het is het programma van de wijk of het dorp. En de Regio Deal? Dat is voor inwoners slechts een plakkertje.’

Twee mannen staan voor een rijtjeshuis in Bad Nieuweschans. De bewoner en de Bespaarcoach kijken hoe er geld kan worden bespaard op de energiekosten.
Beeld: ©Regio Deal Oost-Groningen / Bewoner en Bespaarcoach kijken samen waar kan worden bespaard op de energiekosten

De Regio Deal Oost-Groningen in het kort:

•    De Regio Deal in Oost-Groningen is gesloten tussen zes gemeenten (Oldambt, Stadskanaal, Veendam, Westerwolde, Pekela en Midden-Groningen), de provincie Groningen en de rijksoverheid. Er is 30 miljoen euro te besteden in de regio over een periode van 4 jaar (2020-2024).
•    In de deal wordt bovendien samengewerkt met allerlei partners, zoals ziekenhuizen, scholen en woonstichtingen.
•    Deze Regio Deal heeft vier pijlers: (1) leren, (2) werk en inkomen, (3) gezondheid en (4) woonomgeving. 

Gebiedsgerichte aanpak

Wat de Regio Deal Oost-Groningen kenmerkt? Tijmen Hordijk en Bart Gorter hoeven er niet lang over na te denken: een gebieds- en wijkgerichte aanpak waarin het sociale en fysieke hand in hand gaan.

Hordijk is programmamanager van de Regio Deal Oost-Groningen, die loopt van 2020 tot en met 2024 en waarmee een investering van 30 miljoen euro is gemoeid. Hij zorgt voor de verbinding tussen de regio en het rijk. Het programma kent vier pijlers: Leren, Werk en Inkomen, Gezondheid en Woonomgeving. Gorter is programmamanager van de pijler Woonomgeving.

Gorter: ‘Oost-Groningen is landelijk gebied. We hebben opgaven in kleine kernen en dorpen. Elke gemeente maakte de keuze voor een wijk of dorp waarmee ze gebiedsgericht bezig gaan. Ze maken een analyse van het gebied en kijken daarbij naar de problematiek die er speelt.’

Dat doen de gemeenten zoveel mogelijk samen met inwoners. 

Gorter: ‘Sommige vragen zijn best lastig te beantwoorden voor bewoners. Bijvoorbeeld vragen over de woningvoorraad of de technische kwaliteit daarvan, dus een deel van de analyse wordt door professionals gedaan. Maar over beleving, veiligheid, leefbaarheid, daar kunnen we heel goed de input van bewoners gebruiken. En we betrekken ze ook bij de uitvoering van het programma.’
Of nou ja, betrekken is misschien niet het goede woord. Hij benadrukt dat de bewoners ‘er gewoon onderdeel van zijn’. ‘Wij betrekken ze niet, en zij betrekken ons niet. Ze zitten gewoon aan tafel en doen ook een deel van het werk’.

Het kenmerkt de werkwijze in Oost-Groningen. Het is een open gesprek over wat de opgave is en wat Bad Nieuweschans bijvoorbeeld anders maakt dat Veendam Noordwest. Want het is het programma van de wijk of het dorp, benadrukt Hordijk. 

Portretfoto van Tijmen Hordijk. Tijmen Hordijk is een witte man met kort haar en een baard. Hij draagt een zwarte bril en een overhemd met print.
Beeld: ©Regio Deal Oost-Groningen
Tijmen Hordijk, programmamanager Regio Deal Oost-Groningen

Niet onnodig nieuwe dingen optuigen

Omdat er in de Regio Deal zoveel mogelijk wijk- en gebiedsgericht gewerkt wordt, zitten er per situatie en per gebied andere partners aan tafel. Door het op projectniveau te organiseren, valt het ‘best mee’ hoe complex dat is, aldus Gorter. 

Hordijk: ‘We gaan niet per project regionaal aan tafel zitten met al die partijen, dan zouden we elke keer een theater moeten afhuren. Maar we informeren wel breed binnen de vier pijlers. De programmamanagers houden elkaar goed op de hoogte, de gemeenten onderling ook. En een aantal keer per jaar vertellen we iedereen die het wil horen, bestuurlijk en ambtelijk, wat er allemaal gebeurt.’

Hij vervolgt: ‘Het gaat organisch, omdat we hebben geprobeerd zoveel mogelijk aan te sluiten bij structuren die er al waren. Bart [Gorter, red.] had al een club mensen die samen werkten aan de woonopgave – het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen, of RWLP – daar gaan we dan mee verder. Ook op de andere onderwerpen was er al bestuurlijk overleg, dan gaan we geen hele nieuwe dingen optuigen. Zo kunnen we vrij snel beslissingen nemen en meters maken.’

Alleen boven de vier pijlers is een stuurgroep (pdf) ingericht met daarin een vertegenwoordiging vanuit elke deelnemende overheid en elke pijler. Die stuurgroep komt twee keer per jaar samen met het rijk. Ze kijkt naar de integraliteit van het programma en stelt de formele stukken vast. De inhoud van de vier pijlers ligt binnen de pijlers zelf.

Het hoort af en toe te knetteren

Gorter loopt dus al een tijdje mee. Het RWLP bestaat al twaalf jaar inmiddels, een stuk langer dan de Regio Deal, die in 2020 startte. 

‘We hebben al een tijdje kunnen oefenen, dat helpt’, lacht Gorter, als hij gevraagd wordt naar hoe de samenwerking gaat.

‘Ik zie dat samenwerken om het samenwerken, gewoon niet werkt. Je moet in de praktijk ervaren dat je er iets aan hebt en dat heeft best wat tijd nodig voor je dat organisatorisch voor elkaar hebt. Wij zitten nu een jaar of vier, vijf op dat punt.’

Hordijk vult aan: ‘Je zag dat het eerst de provincie was die zei: jullie moeten meer met elkaar samenwerken. De regio had met elkaar een krimpopgave, en het ging daarmee ook om ‘het verdelen van de pijn’. Als je flink gaat bouwen in het ene dorp, maakt dat nogal uit voor de omliggende dorpen. Dan zie je het knetteren. Daar hebben we regionaal stevige gesprekken over gevoerd.’

Portretfoto van Bart Gorter. Gorter is een witte man met kort haar. Hij heeft een wit overhemd aan.
Beeld: ©Regio Deal Oost-Groningen
Bart Gorter, programmamanager van de pijler woonomgeving

De meerwaarde van het moeilijke gesprek

Gorter voegt er vrijwel meteen aan toe: ‘Maar het feit dat die gesprekken zijn gevoerd, heeft ook meerwaarde. Je weet dan van elkaar hoe je erin staat.’ Het tijdig uitspreken van die belangen, is iets wat terugkijkend sneller had gekund. Want individueel heeft iedereen vaak wel een idee waarom ze bij elkaar aan tafel zaten, maar dat beeld verschilt nogal eens van elkaar.  

Inmiddels is het besef van de opgave en het belang van samenwerken in de regio steeds meer doorgedrongen. Hordijk: ‘Nu werken we vanuit een gezamenlijk gedreven inhoudelijke agenda en is de relatie met het rijk ook beter geworden. En hoewel de Regio Deal voor vier jaar is, hebben de betrokken gemeenten nu al opgeschreven waar ze als regio in 15 jaar heen willen.’

Gorter en Hordijk zijn ook blij met de steun vanuit het rijk en de provincie. Hordijk: ‘Het is fijn dat er echt een partnerschap is ontstaan, ook op de inhoud. Dat is werkelijk samenwerken. We hebben bovendien ook veel baat bij de samenwerking met andere regio’s, zoals Rotterdam en Limburg, waar soortgelijke opgaven liggen op het gebied van wonen. En daarnaast is het ook heel plat: deze opgave alleen financieren lukt ons niet.'

‘Hoewel de Regio Deal voor vier jaar is, hebben de betrokken gemeenten nu al opgeschreven waar ze als regio in 15 jaar heen willen.’

Energiearmoede is een grote opgave

De investeringscapaciteit van de gemeenten in de regio Oost-Groningen is beperkt, wil Gorter maar zeggen. Net als de investeringscapaciteit van de inwoners, overigens. 

Gorter: Oost-Groningen is een regio met een hoog percentage woningbezitters, in combinatie met een hoog percentage lage inkomens. Je hoort wel eens over mensen die scheefwonen, dat mensen met te hoge inkomens in sociale huur zitten. Bij ons is het net andersom: mensen met relatief lage inkomens wonen in een koopwoning’.

Daar komt bij dat de woningen relatief oud zijn en dat er weinig in geïnvesteerd is. Veel panden hebben een slecht energielabel. De mogelijkheden van woningeigenaren om in hun woning te investeren, zijn beperkt.
Gorter: ‘Als je kijkt naar het percentage van hun inkomen dat mensen kwijt zijn aan woonlasten (de woonquote, red.), dan is dat in Oost-Groningen en Zuidoost-Drenthe het hoogste van heel Nederland. Dus ondanks dat de prijzen relatief laag zijn voor een huis, ligt de woonquote in Oost-Groningen hoger dan in bijvoorbeeld Amsterdam.’

De combinatie van hoge lasten, oude huizen en weinig investeringsmogelijkheden maakt energiearmoede tot een belangrijke opgave in de regio. Een deel van de Regio Deal-middelen wordt dan ook ingezet om inwoners van de regio mogelijkheden te geven om hun energierekening naar beneden te brengen en hun huis toekomstbestendig en duurzamer te maken. 

Bespaarcoach

Een mooi voorbeeld van hoe verschillende pijlers van de Regio Deal daarin samenkomen is het project JouwBespaarcoach.com. Binnen dit project worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid tot energiecoach. Zij gaan bij mensen langs om te kijken hoe ze hun huis kunnen verduurzamen of hoe ze energie kunnen besparen. Dit project is toegespitst op Oost-Groningen, rekening houdend met de kleine portemonnee.

In het project komen de pijlers Woonomgeving en Werk en Inkomen samen. De energiecoaches zijn opgeleid door het lokale MBO en daarna in dienst gekomen bij de gemeente, via een detacheringsconstructie. 

Hordijk: ‘Door deze mensen een plek en een baan aan te bieden, werk je ook aan die kant aan energiearmoede en aan andere opgaven, zoals hoge schooluitval en thuiszitters, waarvan we er relatief veel hebben in Oost-Groningen.’

‘We zien nu ook één van de energiecoaches doorgroeien naar bespaarcoach. De bespaarcoach maakt een quickscan: maatregelen die je kunt nemen, wat dat kost, hoe we dat financieren en waar we aannemers vinden. We ontzorgen mensen, we hebben niets te verkopen en we hebben geen ander belang dan de inwoners helpen te verduurzamen. Dat werkt heel goed.’
 

Met een commerciële bril naar opgave kijken

Legt deze aanpak veel druk op de organisatie- en menskracht van bijvoorbeeld een gemeente?

Hordijk: ‘Het is belangrijk om je te realiseren dat het mensenwerk is. We zien dat er door overheden wordt geëxperimenteerd met leningen en subsidies. Maar in de praktijk zijn het vooral de mensen die het zelf prima kunnen organiseren, vaak met hogere inkomens, die hier profijt van hebben. De groep die wij willen bereiken is een andere. En ja, dat vraagt organisatiekracht, maar er is geen alternatief.’

Gorter vult aan: ‘En het valt ook te overzien, als je eenmaal een goede lijn met elkaar hebt georganiseerd. We hebben ook een commercieel klantenmanagementsysteem. Zodat we weten wat we wanneer doen en conversies halen. Het helpt om soms met een commerciële bril naar de opgave te kijken. We hebben nu zes bespaarcoaches voor zes gemeenten, volgend jaar willen we dat verdubbelen. En de komende vijf jaar alle huishoudens met energiearmoede kunnen bedienen.’

‘We willen de komende vijf jaar alle huishoudens met energiearmoede kunnen bedienen.’

Afhankelijkheid van incidentele gelden

Waar wel een zorg ligt, is het borgen van een mooi initiatief als de bespaarcoach, op het moment dat de Regio Deal afloopt. Structureel geld is er bijna niet meer en het is constant zoeken naar de juiste plekken om aan te haken bij incidenteel geld, vertelt Hordijk.

Het vraagt de regio bovendien om steeds weer te benadrukken wat de opgave is. Om in aanmerking te komen voor financiering, moet immers duidelijk worden gemaakt waarom dat geld nodig is. Dat vraagt om de vinger steeds weer op de zere plek te leggen. Daar worden bestuurders ‘af en toe wat chagrijnig van’, aldus Gorter. Liever benoemen zij de kwaliteiten en kansen van de regio, en niet zozeer de problemen. 

‘De manier waarop we met elkaar programma’s financieren, ook op landelijk niveau … eigenlijk is het een soort beautycontest of meer een ellende-contest met andere regio’s. Wie het beste verhaal neerzet, krijgt het geld.’

‘We vinden dat heel jammer. Het kost ook veel tijd. Deze opgave is niet iets wat je met tijdelijke potjes dichtfinanciert. We willen toe naar een structurele aanpak.’