Veel mensen in Nederland hebben het goed. Ze hebben een baan, inkomen, sociale contacten en ze voelen zich geaccepteerd, weerbaar en beschermd. Voor een groep mensen, zeer divers van samenstelling, is dat helaas niet het geval. Tegen hun zin en vaak buiten hun macht worden ze geconfronteerd met een gebrek aan zelfredzaamheid, met gevoelens van eenzaamheid en vervreemding, met situaties van uitsluiting, onveiligheid of zelfs mishandeling. In een welvarend land als Nederland voelen zulke problemen extra wrang. Als overheden willen we ons – binnen onze mogelijkheden – sterk maken hier samen wat aan te doen. De bedoeling is dat mensen de zorg en ondersteuning ontvangen die past bij hun wensen, behoeften en mogelijkheden. Die verandering is zeker nog niet klaar en vraagt de komende tijd de nodige aandacht.
Faryda Hussein over deze opgave
Faryda Hussein in beeld: 'Eén op de zeven Nederlanders heeft moeite met lezen, schrijven, rekenen of digitale vaardigheden. Dat zijn heel veel mensen, en ze zijn hier. Het zijn onze collega’s die geen cursus doen, niet die nieuwe uitdaging aangrijpen. Het is de ZZP’er, die moeite heeft met zijn belastingaangifte. Het zijn ouders die moeite hebben hun kinderen te helpen met huiswerk.
Het zijn mensen die aan het loket staan van de gemeente, en met een smoesje zorgen dat iemand anders het inschrijfformulier voor de bijstand invult. Dit is een probleem. In Nederland willen we dat alle mensen mee kunnen blijven doen, het liefst zelfredzaam. En daarom is er een aanpak voor laaggeletterdheid. Dan doen we als overheid samen, dat doen we als rijksoverheid, provincies, gemeenten, en daar hebben we ook andere partijen voor nodig. Om mee te kunnen blijven doen in de samenleving en op de arbeidsmarkt is het ontzettend belangrijk dat je de taal machtig bent. Bijna al het contact gaat schriftelijk. Het is heel moeilijk om te durven zeggen dat je het even niet begrijpt. Dat een bijsluiter niet duidelijk is, of dat een vacaturetekst niet begrijpelijk is. En om over die drempel heen te komen is het belangrijk dat we elkaar kunnen helpen, en dat we als professional kunnen signaleren dat iemand moeite heeft, en dat we elkaar de hand reiken. Om vervolgens door te verwijzen naar ondersteuning, zodat iedereen weer mee kan doen, in de samenleving en op de arbeidsmarkt.'
Meer weten over deze opgave? Neem dan contact op met cmarsman@minszw.nl. |
Het IBP zet zich in voor verbeteringen voor twaalf groepen:
1. Mensen die te maken hebben met eenzaamheid.
Maatschappelijke organisaties, overheden, bedrijven en ervaringsdeskundigen werken samen aan een programma tegen eenzaamheid en opzetten van een Centrum tegen Eenzaamheid. Vanuit dit Centrum wordt praktijkkennis ontwikkeld en verspreid. Dit Centrum is inmiddels begonnen met de ondersteuning van de lokale ‘coalities’ eenzaamheid. Een ander doel is om extra geld voor de bestrijding van eenzaamheid te krijgen voor gemeenten waar de eenzaamheidscijfers relatief hoog zijn.
2. Kinderen die binnen verschillende vormen van jeugdzorg en –hulp tussen wal en schip vallen.
Verdere professionalisering van de jeugdhulp is nodig met goed opgeleide professionals, minder bureaucratie en een goede aansluiting van zorg en onderwijs.
3. Ouderen en mensen met een beperking die hulp nodig hebben om in hun eigen vertrouwde omgeving te (blijven) wonen.
Om voor deze kwetsbare mensen een veilige (woon)omgeving te creëren is naast geschikte woningen ook voldoende zorg en ondersteuning nodig. Hiervoor is het programma Langer thuis opgezet.
4. Mensen voor wie een gezonde manier van leven geen vanzelfsprekendheid is.
Armoede en een ongezonde levensstijl hebben een negatieve invloed op de levensloop en gezondheid van kinderen én volwassenen.
5. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt uitzicht op werk bieden. Gemeenten en Rijk, UWV, onderwijs zetten zich samen in om werkelozen beter te helpen.
6. Mensen die zich met het Nederlands niet goed kunnen redden.
Rijk en gemeenten werken er samen aan bestrijding van laaggeletterdheid via het actieprogramma Tel mee met taal.
7. Personen die te maken hebben met huiselijk geweld (waaronder kinderen). Het IBP wil de aanpak van huiselijk geweld intensiveren. Een vierjarig actieprogramma van Rijk en gemeenten gaat systemische knelpunten oplossen.
8. Personen die vatbaar zijn voor extremisme en radicalisering (waaronder jongeren).
Een integrale lokale aanpak moet radicalisering aanpakken. Doel is een landelijk netwerk waarbinnen gemeenten van elkaar leren en expertise delen.
9. Mensen die om wat voor reden dan ook (tijdelijk) verward gedrag vertonen.
Gemeenten en de regio’s willen een voorziening inrichten voor de eerste opvang.
10. Terugval na detentie voorkomen.
Gemeenten verbeteren de begeleiding en terugkeer van ex-gevangenen in de samenleving.
11. Vrouwen, mannen en kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel. Doel van het IBP is dat elke gemeente in 2022 een duidelijk beleid heeft tegen mensenhandel.
12. Kansen creëren voor minder zelfredzame jongeren.
Een regionale en landelijke aanpak wil jongeren van 16-27 jaar op verschillende manieren ondersteunen, zodat zij kunnen meedoen in de maatschappij.
Zie ook de website van het Programma Sociaal Domein.