Column van Myrthe: Criminalitijd
Vanuit de kamer kijkt een groep identieke mannen gespannen naar de klok. Alles is voorbereid, tot in detail. Ze weten wat ze zo te doen staat. Het is zo vaak gerepeteerd dat het routine is geworden. Het is doodstil, er hoeft niks meer gezegd te worden. De gehele groep weet: als de klok slaat, zetten we de eerste stap naar een ander bestaan.

De grote wijzer verspringt. De mannen veren op uit hun stoel, pakken hun koffer en lopen naar de uitgang. Een voor een houden ze hun pasje voor de scanner. De deur gaat open en ze bewegen richting het fietsenhok. “Fijne avond, Wim!” “Tot morgen, Karel!” De ambtenaren stappen op hun fiets en trappen hun andere leven tegemoet. Het leven na vijf.
Dit is het beeld dat veel Nederlanders hebben van ambtenaren. En eerlijk: de afgelopen weken bevestigde ik dat cliché. Ik werkte niet hard. Niet dat ik niks deed, maar het zweet stond niet op mijn voorhoofd. Ik had twee projecten afgerond en mijn collega’s waren op vakantie. Opeens had ik tijd. Tijd om te mijmeren. Tijd voor nieuwe ideeën. Tijd om deze column te schrijven. En dat voelde bijna crimineel.
‘Prestaties zijn geen momentopnamen, maar een samenkomst van alle effectieve en ineffectieve momenten’
Mag ik dit eigenlijk wel onder werktijd doen? En als ik langzaam schrijf omdat de inspiratie stokt, werk ik dan hard genoeg? Wat is eigenlijk ‘genoeg’? Is dat te meten in uren, productie of effect? En hoe meet je effect? Als effect gelijkstaat aan likes, geef dan vooral een duimpje. Maar volgens mij is dat het niet per se. Hoe weet ik of ik hard genoeg werk?
Die vragen maken me onzeker. Ik hoor vaak genoeg dat ik mijn werk goed doe, maar de onzekerheid blijft. Ik ben ook dubbel belast. Ik moet niet alleen mijn eigen imago, maar ook het imago van de ambtenaar hooghouden. Of zelfs omhoog krikken, door te laten zien dat we geen 9-tot-5-mentaliteit hebben.
Dus vertel ik mezelf: het is oké om soms rustiger aan te doen. Werk gaat in pieken en dalen. Juist die rustige momenten leveren vaak nieuwe ideeën op. Zonder stunteltijd had ik deze column niet geschreven.
Waarschijnlijk had ik alle stunteltijd bij het schrijven nodig om mijn hoofd in de goede staat te krijgen. Waardoor na een nieuwe opstart alles automatisch op de goede plek viel. Je kan die tijd die eerder zo nutteloos voelde dan ook niet veroordelen. Prestaties zijn geen momentopnamen, maar een samenkomst van alle effectieve en ineffectieve momenten. Van de briljante ideeën onder de douche, buiten de 9 tot 5. Tot het haast criminele rondje wandelen tijdens mijn 9 tot 5.
Misschien moet ik mezelf en mijn omgeving gewoon blijven herinneren: productiviteit laat zich niet forceren. Werktijd is fluïde.