Johan Osinga: ‘Het gebeurt uiteindelijk allemaal buiten’

Overheid van Nu volgt verschillende professionals die veel interbestuurlijk samenwerken. Om te zien wat ze bereiken, maar ook waar ze in de praktijk tegenaan lopen. Dat doen we aan de hand van een specifieke uitdaging. Johan Osinga volgen we de komende tijd in zijn werk op het gebied van bodemdaling in veengebieden.

‘De bodemdaling in de veengebieden leidt tot grote waterproblemen: te veel water of juist te droog, of bovenkomende zoute kwel. Maar er speelt veel meer’, weet Johan Osinga. Sinds september 2018 is hij directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Afbeelding van bomen en gras
Beeld: Mabel Amber

Overheid van Nu volgt Johan Osinga de komende tijd in zijn werk rondom bodemdaling in veengebieden in relatie tot de landbouw. De bodem van een groot deel van Nederland, waaronder de Randstad en de Noordelijke provincies, bestaat voornamelijk uit slappe klei- en veenlagen. De bodem daalt op sommige plaatsen zelfs sneller dan de zeespiegel stijgt. De gevolgen van bodemdaling zijn groot voor landbouw, natuur, gebouwen en infrastructuur. De schade varieert van verzakkingen tot verlies van landbouwgronden. Het Planbureau voor de Leefomgeving schat de maatschappelijke kosten van bodemdaling tot 2050 voor heel Nederland op €22 miljard.

Passie voor gebiedsgericht werken

Johan Osinga gelooft in-, en heeft passie voor gebiedsgericht werken. Binnen logische, geografisch en cultureel bij elkaar passende gebieden worden in gezamenlijkheid de beste oplossingen gerealiseerd, meent hij. ‘Ik vind dat we ons daar vanuit het Rijk heel erg bewust van moeten zijn. Het gebeurt uiteindelijk allemaal buiten, niet binnen de muren van de ministeries.’  

Samenwerken voor een mooi resultaat

‘Met name tijdens mijn werk voor de provincie heb ik de waarde leren kennen van gebiedsgericht werken’, vertelt hij. ‘Ik ben bijvoorbeeld trots op het Reevediep, de bypass bij Kampen, voor de afvoer van extreem hoog water in de IJssel. Daar is met heel veel lokale partijen samengewerkt, met sterk uiteenlopende visies en belangen, van boeren tot natuurorganisaties. Dat heeft tot een heel mooi resultaat geleid, waar iedereen prima mee kan leven.’

Samen slim denken én doen

Bodemdaling is een urgent, complex en kostbaar vraagstuk, waarbij de belangen én de mogelijke oplossingen sterk uiteenlopen. Osinga: ‘Als je bijvoorbeeld melkveehouder bent in gebieden waar bodemdaling speelt, dan krijg je de overheid niet alleen over de vloer, maar ook voor fosfaat, ammoniak, weidevogels, kringlooplandbouw, landschap, insecten, windmolens, zonnepanelen, asbest, CO2, noem maar op. We kunnen daar als overheden niet één voor één en voor elk onderwerp even langs gaan, want dan weet zo’n melkveehouderij zo langzamerhand echt niet meer wat hij moet doen en dan gebeurt er niks. We moeten écht samen slim gaan denken én doen om hier tot passende oplossingen te komen. Ik wil hier met veel plezier regelmatig vertellen over hoe zich dit in mijn ogen ontwikkelt.’

Johan Osinga
Johan Osinga

Over Johan Osinga

Johan Osinga studeerde Cultuurtechniek aan de Landbouwuniversiteit Wageningen en bekleedde functies bij de Rijksplanologische dienst, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Provincie Overijssel. Daar was hij sinds 2015 algemeen directeur/provinciesecretaris. Hij was bovendien geruime tijd gemeenteraadslid in Wageningen. ‘Dat is heel leerzaam. Je komt in contact met allerlei nieuwe onderwerpen en je ontmoet heel veel mensen uit andere domeinen.’