OZO: kleine en grote stappen in de Zeeuwse samenwerking

Het Overleg Zeeuwse Samenwerking (OZO) moet de samenwerking tussen de Zeeuwse overheden verbeteren. Het overleg werkt hier nu ruim een jaar aan. Wat is er veranderd? Overheid van nu sprak met Marga Vermue, burgemeester van Sluis en lid van de bestuurlijke kerngroep van OZO. ‘Vertrouwen komt door goede communicatie. Het is mooi om te zien hoe zich dat ontwikkelt.’

Een foto van burgemeester Marga op het strand
Marga Vermue

Ruim een jaar is het nieuwe Zeeuwse overleg nu onderweg. OZO, het Overleg Zeeuwse Overheden, was het antwoord op een rapport dat constateerde dat de samenwerking tussen de dertien Zeeuwse gemeenten, de provincie en het waterschap te wensen overliet. Met een bijdrage van alle aangesloten overheden werd het Regiobureau OZO opgericht.

‘We maken kleine en grotere stapjes’, zegt Marga Vermue. Zij is burgemeester van Sluis, voorzitter van de vereniging Zeeuwse gemeenten en lid van de bestuurlijke kerngroep van OZO. ‘Het belangrijkste, en dat is mooi om te zien, is dat het vertrouwen groeit door een goede communicatie.’

Flexibel overlegplatform

Het overleg tussen de Zeeuwse overheden kon wel wat verbetering gebruiken. Elf overleggen tussen de verschillende portefeuillehouders brachten niet de gewenste synergie en gezamenlijke ‘slagkracht’. Te vrijblijvend en te versnipperd, was het oordeel in het rapport.

‘Een goed ingericht, flexibel overlegplatform voor alle thema’s waarop de Zeeuwse overheden met elkaar willen samenwerken was dus noodzakelijk,’ stelt Vermue. De elf portefeuilleoverleggen zijn nu vervangen door zeven thema-overleggen onder de paraplu van OZO We hebben het dusdanig ingericht dat er kruisverbanden tussen de thema’s kunnen worden gemaakt. Vraagstukken veranderen steeds dus laten zich nu eenmaal niet vangen in thema’s. Bovendien is de lobby aan elk van de thema’s verknoopt.’

Thema’s zijn onder meer water, mobiliteit, economie en het sociaal domein. In principe zijn deze overleggen drie tot vier keer per jaar, en vaker als dat gewenst is. ‘Elk thema is door een gemeentesecretaris ‘geadopteerd’. Die zorgt voor een gedegen voorbereiding en opvolging van de afspraken’, zegt Vermue. ‘Niet elke gemeente heeft expertise op elk thema.’ Met de nieuwe themaoverleggen hopen we natuurlijk ook de bestuurlijke drukte in te perken. Dat is geen doel, maar wel een mooie bijvangst.

Corona

Los van OZO heeft de corona-crisis de samenwerking tussen de Zeeuwse overheden een ‘enorme boost’ gegeven, vertelt Vermue.  ‘De dertien burgemeesters zaten vanaf het begin van de lockdown tweewekelijks met elkaar aan tafel. Dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Bij andere Veiligheidsregio’s ging dat anders. We hadden verschillende taakgroepen, bijvoorbeeld voor toerisme en sociaal domein, om de gevolgen van corona te volgen. Dat werkte heel goed, en dat willen we laten ‘overvloeien’ in de structuur van OZO.’

‘We hebben nu bijvoorbeeld een corona-monitor. Werkeloosheidscijfers, de teruggelopen toeristenbelasting en andere cijfers worden daarin bijgehouden. We willen gezamenlijke antwoorden vinden, één lijn trekken. Uiteraard houden alle gemeenten hun eigen bevoegdheden, maar ze hoeven niet allemaal zelf het wiel uit te vinden.’

Hechter front

Resultaten ziet Vermue vooral in een hechter, Zeeuws ‘front’ naar buiten toe als het gaat om de lobby, bijvoorbeeld tijdens de herverdeling van de middelen uit het gemeentefonds en voor het sociaal domein. Vanuit OZO werd toen een gezamenlijke brief namens de Zeeuwse gemeenten gestuurd. ‘Dat zijn succesjes die we moeten vieren.’

De nieuwe synergie bleek volgens Vermue ook gedurende de onderhandelingen met het Rijk, over de compensatie voor de marinierskazerne, die uiteindelijk toch niet naar Zeeland kwam. Eind juni werd het compensatiepakket van 650 miljoen euro bekend: Zeeland krijgt een snelle treinverbinding, een justitieel complex met onder meer een zwaarbeveiligde gevangenis en een kenniscentrum. Ook komt er een huisartsenopleiding, een gezondheidscentrum en een kenniscentrum voedsel, water en energie in Zeeland.

‘De lobby voor de compensatie is gezamenlijk gevoerd’, zegt Vermue. ‘In dat gezamenlijke beeld is geïnvesteerd op verschillende manieren. Er zijn bijvoorbeeld bussen gehuurd door de gezamenlijke Zeeuwse overheden zodat Zeeuwen in februari naar de Tweede Kamer konden om het debat over de marinierskazerne te volgen. Op dat soort momenten zijn we niet meer vijftien kikkers in één kruiwagen. Ik denk dat we door die gezamenlijke lobby het maximale eruit hebben gehaald. Eerlijk is eerlijk, niet alle eisen zijn gehonoreerd. Ook die gevolgen moeten we gezamenlijk oppakken. De ene gemeente heeft meer voordeel bij de compensatie dan de andere gemeente.’

Vertrouwen

Structuur is één ding, belangrijker nog is vertrouwen tussen de gemeenten, provincie en waterschap. Vermue: ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard, zoals men zegt. Ik merk dat door verbeterde goede communicatie door het Regiobureau van OZO het vertrouwen onderling groeit. Die positiviteit moeten we erin houden. We hebben nog hobbels te nemen, maar ik heb er veel vertrouwen in.’
Wat wordt de volgende stap? Vermue: ‘De thema-overleggen worden verder uitgebouwd. Als bestuurlijke kerngroep zouden we graag zien dat de lobby van Zeeland in Den Haag op bepaalde onderwerpen meer gezamenlijk wordt gevoerd. De ervaring van de lobby voor het compensatiepakket spelen hierbij een rol.’

Zeeland is nu eenmaal een bijzondere provincie, met bepaalde kenmerken die men in ‘Den Haag’ niet altijd helder op het netvlies heeft. Vermue: ‘Dat zag je ook tijdens de lockdown. Het openbaar vervoer was een punt van zorg. Niet hier in Zeeland. Bussen rijden weinig en er zitten maar een paar mensen in meestal.’

Evaluatie

OZO wordt volgend jaar geëvalueerd door alle deelnemers. Vermue: ‘Dat was een voorwaarde vanuit de gemeenten. Ze dragen allemaal een euro per jaar per inwoner van hun gemeente bij aan OZO en kijken in 2021 wat ze daarvoor hebben gekregen. Ik wil daar niet op vooruitlopen, maar OZO moet zijn meerwaarde bewijzen. Mogelijk zou het kunnen dat het een andere vorm krijgt.’ Dát een verbeterde Zeeuwse samenwerking blijft, is voor Vermue geen vraag meer. ‘Ik kan me niet voorstellen dat iemand in Zeeland daar nog aan twijfelt.’