Een medicijn tegen de ‘Zeeuwse ziekte’

Te vrijblijvend en te versnipperd, dat was de samenwerking tussen de Zeeuwse gemeenten. De provincie probeert op een andere manier de samenwerking vorm te geven in het nieuwe Overleg Zeeuwse Overheden (OZO). Commissaris van de Koning Han Polman en gemeentesecretaris Arnold van den Berge over deze nieuwe netwerkstructuur.

Arnold van den Berge
Arnold van den Berge, gemeentesecretaris van Kapelle.

OZO in 1 minuut:

  • Het nieuwe Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) moet de provincie ‘meer bestuurlijke slagkracht’ geven en ervoor zorgen dat opgaven gezamenlijk worden opgepakt
  • Het OZO stelt een strategische agenda op om vanuit een gezamenlijk programma – met als basis het landelijke IBP - samen te werken.
  • Opgaven die voor heel de regio van belang zijn staan centraal, zoals de energietransitie, de economie en de lobby.

Dertien gemeenten, een provinciebestuur en een waterschap telt Zeeland. Uniek is de regio door het ontbreken van minstens één grote stad, zegt Commissaris van de Koning Han Polman. ‘Alle partijen zijn gelijkwaardige partners van elkaar. Het is een gegeven dat geen van de gemeenten een natuurlijke voortrekkersrol vervult.’

Samenwerking is geen natuurlijk gegeven in Zeeland; men spreekt zelfs van de ‘Zeeuwse ziekte’, zegt de gemeentesecretaris van Kapelle, Arnold van den Berge. Samenwerken gaat in Zeeland vaak niet alleen stroef, soms werken overheden elkaar zelfs tegen. Het nieuwe Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) moet zorgen voor een betere samenwerking.

Samenwerking gaat in Zeeland niet alleen stroef, soms werken overheden elkaar zelfs tegen

Versnippering

De interbestuurlijke samenwerking in Zeeland moet eenvoudiger, sterker en beter, constateerde een commissie een paar jaar geleden. Overleg was er genoeg, zoals bij de Tafel van Vijftien, het Strategisch Beraad, de Taskforce Inhoud of de Stuurgroep IJzendijke.

Maar deze overlegstructuren waren te vrijblijvend en leverden te weinig op. Samenwerken in deze provincie ging goed zolang deze informeel en vrijwillig was en zich richtte op urgente problemen. ‘Gemeentebesturen definiëren maatschappelijke opgaven als gemeentelijke vraagstukken, terwijl ze regionaal zijn’, concludeerde de commissie onder leiding van voormalig premier Balkenende.

Anders gezegd, de Zeeuwse eilanden ontwikkelen afzonderlijk te weinig ‘bestuurlijke slagkracht’ om resultaten te behalen op maatschappelijke opgaven, zegt Polman in zijn fraaie werkkamer op het Provinciehuis in Middelburg, gevestigd in een voormalige abdij uit de twaalfde eeuw. ‘Dat is natuurlijk niet meer van deze tijd. Op alle overkoepelende thema’s, of het nou is op de Energietransitie of Regionale economie, moeten we samen werken aan resultaten.’

Han Polman
Commissaris van de Koning Han Polman.

Regiobureau

In maart zetten alle partijen hun handtekening onder de oprichting van OZO, de nieuwe Zeeuwse netwerkstructuur. Het regiobureau van het OZO kost gemeenten één euro per inwoner per jaar. De Provincie draagt evenveel bij als de grootste gemeente (55.000 euro). Drie strategisch adviseurs zijn aangesteld in het nieuwe regiobureau onder leiding van Van den Berge. Het bureau is gevestigd in het pand van het waterschap Scheldestromen, dat ruimte ter beschikking stelt.

Alle vijftien samenwerkingspartners hebben een vaste contactpersoon. Het OZO is een netwerk van alle overheden en er is een bestuurlijke kerngroep met vertegenwoordigers van de dagelijkse besturen, onder voorzitterschap van Polman. Het OZO stelt een strategische agenda op om vanuit een gezamenlijk programma – met als basis het landelijke IBP - samen te werken. Opgaven die voor heel de regio van belang zijn staan centraal, zoals de energietransitie, de economie en de lobby.

Het Regiobureau ondersteunt de communicatie naar en met de volksvertegenwoordigers. Het voorbereiden van de gezamenlijke strategische agenda, stroomlijnen van de overleggen tussen de overheden en de aansturing van de gezamenlijke Zeeuwse lobby in Brussel en Den Haag zijn dit jaar belangrijke aandachtspunten. 

Pionierswerk

‘Hoe het nieuwe samenwerkingsnetwerk in de praktijk eruit gaat zien, is deels nog een vraagteken,’ zegt Van den Berge. ‘Het is pionierswerk. Het moet groeien en het hangt van de inbreng van alle partijen af. Alle vijftien contactpersonen kennen elkaar. We moeten elkaar op alle niveaus en bij alle gezamenlijke opgaven weten te vinden. Voortgang en terugkoppeling zijn automatische geborgd.’

Polman hoopt dat met het OZO de bestuurlijke versnippering tot het verleden behoort. ‘Daarmee bedoel ik het snel naar elkaar doorspelen van thema’s en verantwoordelijkheden. Voorheen ontstond er ruis, aannames en beelden die niet klopten, bijvoorbeeld dat iets niet mocht van de provincie. Zo ontstond er vaak ten onrechte negatieve energie rond een thema. Het OZO moet een regisseur zijn en signaleren. Waar zijn de witte vlekken in de agenda? Welk thema heeft een ‘push’ nodig?’.

We werken enorm hard aan de aantrekkelijkheid van Zeeland als vestigingsplaats voor bedrijven.

Aantrekkelijkheid

Polman hoopt dat de nieuwe samenwerking het verschil zal maken voor de provincie, vooral bij de gezamenlijke lobby, de energietransitie, regionale economie en het sociaal domein. ‘We werken enorm hard aan de aantrekkelijkheid van Zeeland als vestigingsplaats voor bedrijven. Ook het vinden van voldoende personeel, bijvoorbeeld in de zorg, is een thema. De bevolking groeit zeker nog de komende tien jaar door, maar delen van Zeeland moeten echt grensoverschrijdend samenwerken aan het behouden en versterken van voorzieningen.’

OZO zal moeten groeien en zich bewijzen, zeggen Polman en Van den Berge. Een paar gemeenten wil voor drie jaar financiering toezeggen en dan evalueren. Of de ‘Zeeuwse ziekte’ dan definitief tot het verleden behoort? Van den Berge: ‘OZO is een medicijn, maar het hangt van de inbreng van iedereen af of de patiënt straks is genezen.’