Tijdens en rond de feestdagen reflecteert Overheid van Nu op de belangrijkste thema’s van het afgelopen jaar. Dit keer: gemeenschapskracht. ussen politieke onrust en bestuurlijke vermoeidheid door klonk het afgelopen jaar ook een ander geluid. In haar kamerbrief over de relatie tussen overheid en burger schetste toenmalig minister Uitermark  

Een perspectief waarin gemeenschappen geen bijzaak zijn, maar een dragende kracht. Geen blauwdruk, wel een richting. Zo was de premisse. Maar was 2025 het jaar waarin gemeenschapskracht daadwerkelijk serieuzer werd genomen? 

Beeld: © EMMA

Uit de Kamerbrief: ‘Veel opgaven – leefbaarheid, zorg, duurzaamheid, veiligheid – zijn te complex om uitsluitend via systemen en instituties te organiseren. Ze vragen om betrokkenheid van burgers, eigenaarschap en lokale kennis.’

Te midden van een hoop politieke wanorde lijkt de Kamerbrief Meedoen in democratie en samenleving van BZK-minister Judith Uitermark (18 juli jl.) een lichtpuntje te worden uit de verleden regeerperiode. Haar brief las als een serieuze koerswijziging in de relatie tussen overheid en burger. Maarten Koreman (LVKK) betitelde hem als verfrissend nuchter. ‘Eindelijk wordt erkend dat de overheid niet alles kan oplossen, en dat dat geen zwakte is maar een uitgangspunt voor een andere relatie met de samenleving.’

Gevuld met concrete beleidsvoorstellen, zoals Loket D, was de brief een erkenning, bevestiging en ondersteuning van een al langer bestaande publieke beweging. Een waarin een ‘duurzame democratie’ wordt vormgegeven. Niet alleen in instituties, maar juist ‘daar waar mensen elkaar ontmoeten en samen verantwoordelijkheid nemen voor hun leefomgeving’. Al viel de brief misschien nog wel meer op door wat er niet in stond. 

Geen belofte dat dit beleid voortaan alles beter zou maken. Geen oproep tot nog meer participatieformats of instrumenten. Wel een expliciete erkenning dat maatschappelijke vraagstukken niet losstaan van de mensen die ermee leven – en dat de overheid daarin niet altijd de regisseur hoeft te zijn. Marije van den Berg (Democratie in Uitvoering) las in de brief daarmee een expliciete keuze voor vertrouwen. ‘Hiermee geef je aan: wij willen niet langer alles dichtregelen, maar ruimte laten voor wat burgers samen al organiseren.’

"Gemeenschappen laten zich niet ontwerpen – ze ontstaan daar waar mensen elkaar vinden rond een gedeeld verlangen"

Gemeenschapskracht in uitvoering

De Kamerbrief resoneerde. En leidde tot het programma ‘Versterking Democratie en Bestuur’, dat je voor hetzelfde geld het programma ‘Gemeenschapskracht’ zou kunnen noemen. En dat de beleidsvoornemens uit de Kamerbrief gaat uitvoeren. 

In gesprek met Overheid van Nu benadrukte programmadirecteur Claartje Brons onlangs dat gemeenschapskracht een noodzakelijke bouwsteen voor de toekomst zal zijn. ‘Veel opgaven – leefbaarheid, zorg, duurzaamheid, veiligheid – zijn te complex om uitsluitend via systemen en instituties te organiseren. Ze vragen om betrokkenheid, eigenaarschap en lokale kennis.’

Tegelijk schetst zij een realistisch beeld van de manier waarop haar team de beleidsmaatregelen gaat uitvoeren: ‘Gemeenschappen laten zich niet ontwerpen. Ze ontstaan waar mensen elkaar vinden rond een gedeeld vraagstuk of verlangen. De rol van de overheid is daarbij ondersteunend en uitnodigend: ruimte maken, aansluiten, en soms vooral niet in de weg lopen.’ Dat vraagt om een andere manier van kijken naar macht en controle – maar ook om vertrouwen in wat er al is, vertelt ze. ‘Je hebt als ambtenaar de overtuiging nodig dat je het niet altijd beter weet.’ 

"Het netwerk van Huizen van Actief Burgerschap creëert landelijke synergie in deze beweging van betrokken burgers en sterke gemeenschappen"

Van visie naar plek

Een belangrijke beweging die het programmateam van Brons ondersteunt, zijn de Huizen van Actief Burgerschap. Fysieke plekken waar inwoners, initiatieven en overheid elkaar ontmoeten, leren over hun kracht als burger en samenwerking kunnen organiseren. De bestaande initiatieven waarop deze Huizen voorbouwen, werden verleden november door het hele land ‘heropend’. Zo ook de Wijk Transitie Hub van Hart voor de K-buurt (HvdK). Wat betekent die verandering in de praktijk?

Aan de telefoon laat HvdK-coördinator Mike Brantjes weten: ‘We staan hier voor een enorme wijkontwikkelingsslag. Samen met bewoners hebben we in 2018 – na de participatiestaking – zelf een stedenbouwkundig plan mogen maken. Dat plan is stevig en ambitieus: het voegt in één keer een hele nieuwe stadswijk toe aan Amsterdam. In dat proces werken we nauw samen met veel verschillende gemeentelijke partners en woningcorporaties. Wat we met de Wijk Transitie Hub, nu het Huis van Actief Burgerschap, willen doen, is al die elementen samenbrengen op één plek. Het doel is integrale uitvoering met sturing vanuit bewoners. Community-driven, zoals ons Masterplan Zuidoost dat noemt.’ 

Brantjes hoopt dat de nieuwe benaming extra gewicht geeft, zorgt dat ambtenaren letterlijk in de wijk komen werken, samen met bewoners. Niet via steeds nieuwe participatiebijeenkomsten, maar door er gewoon te zijn: binnenlopen, aanspreekbaar zijn, de wijk kennen. ‘Zo proberen we een fundamenteel ander werkmodel te realiseren.’  

Op de vraag wat deze ontwikkeling op structureel niveau betekent voor de kracht van gemeenschappen, antwoordt Brantjes stellig: ‘Wij waren eerder al bezig met het buurtplatform, wisten het buurtplatformrecht in de gemeenteverordening vast te laten leggen. Maar in zekere zin opereer je in isolement. Nu creëer je synergie op landelijk niveau. In september was er een landelijke bijeenkomst in de Bibliotheek op het Neude in Utrecht. Morgenmiddag is de volgende. Daar tref je je soortgenoten, hoor je over elkaars worstelingen en help je elkaar verder.’  

"Ik hoop dat we met de Huizen van Actief Burgerschap een fundamenteel andere manier van samenwerken bereiken tussen wijkbewoners en ambtenaren"

Een hoopvolle beweging

Terugkijkend is 2025 het jaar waarin gemeenschapskracht steviger werd gepositioneerd – in taal, in beleid en op steeds meer plekken in de praktijk. De Kamerbrief van Uitermark was daarin richtinggevend en creëerde legitimiteit om je als overheid te baseren op wat de samenleving te bieden heeft.  

Of, in de woorden van Claartje Brons: ‘Het diepgevoelde besef dat meedoen cruciaal is voor de vitaliteit van onze democratie, heeft de afgelopen tijd meer gewicht gekregen, mede door gesprekken met partners uit de samenleving en de minister. We hebben ons daarvoor lang gericht op het versterken van de lokale democratie, maar realiseren ons nu ook dat we dit juist samen met de samenleving moeten doen.’ 

Meer over het thema gemeenschapskracht lees je in het kerstmagazine van Overheid van Nu, bijvoorbeeld in het interview met Suzanne Potjer over de nieuwe polder.

10 beste interviews van 2025