Gemeentesecretarissen: ‘Politieke onrust vertaalt zich in enorm veel regelingen met tijdelijk geld’
Het politieke tumult in Den Haag laat zich niet alleen voelen in de Tweede Kamer, maar heeft ook directe gevolgen voor de ambtelijke organisatie in gemeenten. Astrid van de Klift, gemeentesecretaris van Nijmegen en kersvers voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen, ziet hoe de voortdurende onzekerheid en wisselende prioriteiten vanuit het Rijk de dagelijkse praktijk beïnvloeden. ‘Lokale bestuurders kiezen steeds vaker een eigen lijn.’

De afgelopen paar politieke jaren werden vooral gedicteerd door strubbelingen en ander tumult. Na een roerige regeerperiode met als belangrijkste kenmerk stilstand, viel het kabinet-Schoof na een luttele elf maanden. En drie maanden later nog eens. Momenteel maakt het land zich op voor nieuwe verkiezingen – met een verkiezingsreces dat 3 oktober begon tot gevolg. En voor daarna geldt: wie weet hoelang de formatie ditmaal duurt.
Dat dit zijn weerslag heeft op de ambtelijke organisatie staat buiten kijf. Maar hoe uit dit zich precies? Hoe gaan ambtenaren en lokale bestuurders om met de politieke impasse waarin we ontegenzeggelijk verkeren? En is deze eigenlijk overal even merkbaar? Volgens Astrid van de Klift, gemeentesecretaris te Nijmegen, is die stilstand iets om serieus te nemen. De afhankelijkheid ervan varieert echter, onder meer van dossier tot dossier:
‘Veel dienstverlening op lokaal niveau draait gelukkig gewoon door. Maar ik merk wel dat we op een aantal beleidsthema’s geregeld aan het wachten zijn op Den Haag. De afgelopen periode was natuurlijk onrustig, met veel wisselingen van bewind en momenten van stilstand. Het daarmee uitblijven van concrete oplossingen, of op zijn minst een zekere richting, dat doet iets met een publiek vraagstuk.’
‘We hebben vaker beleid moeten maken bij regelgeving waarvan je al vermoedt dat die het niet haalt bij de Raad van State’
Kunt u dat uitleggen?
‘Een voorbeeld is de ingewikkelde discussie rondom het asielbeleid. We hebben daarin niet alleen last van het feit dat het kabinet nu demissionair is, maar ook van de strubbelingen in de voorgaande periode. Dat zorgt voor veel onduidelijkheid, bijvoorbeeld bij de Spreidingswet waarbij regio’s en gemeenten een gezamenlijke opgave hebben, maar sommigen zich daaraan onttrekken in afwachting van landelijke besluitvorming.
Ook hebben we vaker te maken gehad met regelgeving waarvan je eigenlijk vermoedt dat die het niet haalt bij de Raad van State. Recent ook het wetsvoorstel om statushouders voorrang op een sociale huurwoning te ontnemen: dat werd beoordeeld als zijnde in strijd met de Grondwet. Je ziet het aankomen, weet dat het op het randje is. Toch moet je dan beleid gaan maken, je erop voorbereiden. Vervolgens kan dat dan weer worden bijgesteld of overboord gegooid. Dat maakt het best ingewikkeld.’
Biedt die onrust niet ook een voedingsbodem voor meer regie op lokaal niveau?
‘Zeker. Als dingen onduidelijk zijn, zoek je vaste grond onder je voeten. Soms sorteer je daarom ook voor op wat nog besloten moet worden in Den Haag, in overleg met je eigen bestuurders. Ik merk ook dat bestuurders steeds vaker een eigen lijn kiezen. Dat is ook lastig. Het kan leiden tot situaties waarin kabinetsleden zich verbazen over wat er gebeurt op lokaal niveau, omdat dat niet altijd correspondeert met de landelijke lijn.’
‘Vaak wordt een zak geld weer opgevolgd met een nieuwe zak geld, dat biedt geen houvast’
Maar dat komt voort uit de wens richting en duidelijkheid te vinden?
‘Ja. Maar ook dat is niet zo eenvoudig. De politieke onrust vertaalt zich naar mijn idee namelijk ook in een enorm hoog aantal regelingen dat tijdelijke middelen biedt. Zogenaamde SPUK-regelingen. Dat gebrek aan structurele financiering vanuit Den Haag maakt het voor gemeenten ook erg lastig om structureel beleid uit te zetten. Je bent er namelijk vrijwel nooit zeker van dat de benodigde middelen ook aanwezig blijven. Vaak wordt een zak geld weer opgevolgd met een nieuwe zak geld, dat biedt geen houvast.
Een heel groot deel van onze ambtelijke organisaties wordt gefinancierd vanuit zulke tijdelijke middelen, waardoor je mensen niet altijd vast in dienst kunt aannemen. Dat is een reden voor de hoge percentages externe inhuur binnen de overheid. Als je structureler financiert, kan er ook structureler gebouwd worden aan een gedegen ambtenarenapparaat. Maar dit soort complicerende factoren zijn nu eenmaal omgeven met de politieke situatie waar we in zitten.’
Om de haverklap een nieuwe politieke koers?
‘Ik durf niet te beweren dat het de enige reden is. Maar ieder nieuw kabinet legt weer andere prioriteiten, verdeelt de potjes op een andere manier. Als politiek Den Haag de lange lijnen beter zou weten te bewaken, dan zou dat ons wel helpen.’
‘Als gemeentesecretarissen staan we tussen het bestuur en de ambtelijke organisatie in – we moeten juist nu onze kracht aanboren om de zaken in goede banen te leiden’
U bent recent benoemd tot voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen. Hoe kijkt u vanuit die rol naar de huidige situatie?'
‘Als gemeentesecretarissen staan we enerzijds in het bestuur en anderzijds in de ambtelijke organisatie, en die spanning voelen we dagelijks. Tegelijkertijd brengt die functie ook veel kennis met zich mee over die relatie. Het is daarom belangrijk dat we juist nu onze kracht aanboren om zaken in goede banen te leiden. Met name bij niet-politieke onderwerpen die de uitvoering van organisaties raken, pleit ik ervoor ons meer uit te spreken.’
En hoe gaat dat?
‘Dat gebeurt ook steeds meer. We adviseren onze eigen collegeleden over wat haalbaar is en wat niet, en soms mengen we ons meer in het publieke debat. Vaak zijn het burgemeesters of politieke partijen die zich uitspreken, maar wij willen dat op sommige thema’s ook meer doen, vanuit vakinhoudelijke kennis en aandacht voor de uitvoerbaarheid van beleid. Veel gemeenten moeten immers toch door, de karavaan trekt voort. Maar de vraag wat trage besluitvorming op landelijk niveau voor impact heeft op gemeenten, welke kwesties dat in de uitvoering met zich meebrengt, daarover wordt nog te weinig gesproken.’
‘Vanuit vakinhoudelijke kennis en aandacht voor de uitvoerbaarheid spreken we ons als gemeentesecretarissen meer uit’
Wat is uw oproep aan de ambtelijke wereld te midden van het huidige politieke tumult?
‘Rust en stabiliteit zijn belangrijker dan ooit. Als alles in beweging is, zoek je je rustpunt. Mijn oproep is om dat steeds meer te proberen te bieden, zeker als gemeentesecretaris. Dat is lastig, maar op een gegeven moment moet je zelf duidelijkheid bieden in de organisatie. Bijvoorbeeld door een bepaalde koers te kiezen of vaste mensen aan te nemen, ook als de financiering tijdelijk is. Zo creëer je rust in de organisatie en kun je je dienstverlening het beste op orde houden.’