Idee: accrediteer de ambtenaar!

Raakte het ambtelijk vakmanschap de afgelopen twintig jaar uitgehold? En wat is er dan nodig om dat vakmanschap (weer) duurzaam te verankeren en ontwikkelen? Een gesprek tussen ambtenarenvakbond CMHF, Stichting Beroepseer en Schoolleidersregister PO over de mogelijkheden van een accreditatiesysteem. ‘En neem dat dan op in de cao.’

Tekening van de drie geïnterviewden
Beeld: ©Overheid van Nu

In het kort/in 1 minuut

  • Het vertrouwen in de (rijks)overheid daalt.
  • Vakspecialisten krijgen onvoldoende ruimte en waardering.
  • Daarom stuurde ambtenarenbond CMHF een alarmbrief aan de kabinetsinformateurs.
  • Hun boodschap: investeer in de vakspecialist!
  • Hoe? Door socialisatie en codificering.
  • Kijk naar een vergelijkbaar en succesvol traject met schoolleiders.
  • Socialisatie d.m.v. trainingen en reflectie.
  • Codificering d.m.v. een registratiesysteem.

Het is 5 november 2021 als de CMHF – de vakbond voor onder andere hogere en lagere overheidsfunctionarissen, een alarmbrief stuurt aan de informateurs Koolmees en Remkes. ‘Onze boodschap is dat een goed bestuur niet kan zonder een goede ambtelijke dienst,’ schrijven ze, met een dikke streep onder die zin. En die dienst, stellen ze, is de afgelopen twintig jaar uitgehold. Een nieuwe infrastructuur voor ambtelijk vakmanschap en voor strategisch specialisten in de rijksdienst is dringend gewenst.

In ere herstellen

Aleid Ringelberg is voorzitter van de CMHF-Sector Rijk. Maurits Hoenders is bij diezelfde CMHF beleidsadviseur. Daarnaast is hij voor stichting Beroepseer, samen met A+O Fonds Rijk en CMHF, bezig met een onderzoek naar ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’. Het advies wordt voorjaar 2022 verwacht. 

In hun alarmbrief slaan Ringelberg en Hoenders niet alleen alarm, maar noemen ze ook mogelijkheden om het vakmanschap van de ambtenaar in ere te herstellen. Zoals:

  • Maak werk van een nieuwe infrastructuur waarin het recht op ambtelijk vakmanschap binnen de Nederlandse overheid duurzaam wordt verankerd.
  • Richt leergangen in voor jonge en oudere ambtenaren, gericht op algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 
  • Zorg voor bijscholing in de hele keten van wetgeving. 

Dat riep bij de redactie van Overheid van Nu de vraag op of een accreditatie- of registratiesysteem voor ambtenaren een goed middel zou kunnen zijn om dat reveil te stutten. De geaccrediteerde ambtenaar, zoals je bijvoorbeeld ook de geaccrediteerde arts en de geaccrediteerde (geregistreerde) schoolleider hebt. Ofwel, een professional die op gezette momenten bijschoolt en getoetst wordt en zo zijn vakmanschap up to date houdt.

We nodigden Ringelberg en Hoenders uit om in gesprek te gaan met ervaringsdeskundige Marja Creemers, directeur van het Schoolleidersregister Primair Onderwijs.

‘Als je het heel scherp stelt, zijn ambtenaren steeds meer aan het werk als politiek assistenten’

Waar is de vakspecialist?

Alvorens oplossingsgericht te denken, willen Ringelberg en Hoenders hun brief toelichten. ‘Als je het heel scherp stelt, lijkt het alsof ambtenaren steeds meer aan het werk zijn als politiek assistenten’, zegt Ringelberg. ‘De politieke dimensie is te dominant geworden, de balans is zoek’, vult Hoenders aan. 

Beiden: ‘Onder invloed van het nieuw public management-denken zijn we overheden gaan runnen als bedrijven. Twintig jaar lang is er alleen maar bezuinigd en nu zitten we met de gebakken peren: het lage vertrouwen in de overheid.’

Zo zijn ook de ruimte en waardering voor deskundigheid en vakmanschap afgenomen, stelt Ringelberg. ‘Vakspecialisten waren niet meer nodig. Bijna alle interdepartementale samenwerkingsgroepen zijn verdwenen. En de ironie is: juist nu hebben we vakspecialisten nodig, die over afdelingen, directies en directoraten heen kunnen denken en met andere ministeries kunnen samenwerken. Maar de meeste van dit soort specialisten zijn met pensioen of vertrokken.’

Telkens opnieuw beginnen

Hoenders vult aan: ‘Er wordt heel erg gestuurd op procesvaardigheden. Je moet generalist zijn en vooral geen expert willen worden. Zo is er veel vakkennis verloren gegaan. Dat is slecht voor het kennisniveau maar ook voor het vertrouwen van de burger, die steeds een nieuw iemand voor zicht krijgt.’

Als directeur van Schoolleidersregister PO herkent Marja Creemers wat Ringelberg en Hoenders zeggen: ‘Ik heb inmiddels met heel veel verschillende ambtenaren gewerkt (Het register werkt met gelden van het ministerie van OCW, red.). En iedere keer lijkt het wel alsof ze alles weggooien en je helemaal opnieuw moet beginnen.’

‘Iedere keer lijkt het alsof ze alles weggooien en je helemaal opnieuw moet beginnen’

Socialisatie en codificering

De situatie is urgent, zeggen Ringelberg en Hoenders. Dus wat is de uitweg? En kan een accreditatie- of registratiesysteem daaraan bijdragen?

Hoenders geeft aan dat twee elementen cruciaal zijn: socialisatie en codificering: ‘Socialisatie betekent: het creëren van een collectief professioneel bewustzijn. Een antwoord op de vraag: wie is de ambtenaar? Dat bewustzijn bereik je door opleidingen en trainingen, in combinatie met structurele reflectie op je rol als (rijks)ambtenaar. 
Codificering houdt in dat je een code hanteert die bestaat uit je gedeelde waarden en normen. Ofwel: een professionele standaard. Want ook al zijn er heel veel soorten ambtenaren, allen delen ze de verantwoordelijkheid voor het dienen van het publiek belang.’

‘Ik zie parallellen met de schoolleiders in het PO - ook een bijna vergeten, haast onzichtbare groep’

Parallellen

Weer knikt Creemers instemmend. ‘Ik zie parallellen met de schoolleiders in het PO’, zegt ze. ‘Daar waren de schooldirecteuren een bijna vergeten, haast onzichtbare groep geworden, ergens tussen het mandaat van de bestuurder en de massa van de leraar in.’ 

Daarom is er in 2002 gestart met het neerzetten van de schoolleider als zelfstandige beroepsgroep. Er kwamen cursussen die professionele ontwikkeling ondersteunden. Schoolleiders werden met elkaar in contact gebracht, trends in beeld gebracht. Zo werd gewerkt aan socialisatie. 

De codificering kwam in 2013 met een verplicht accreditatiesysteem. Creemers: ‘Dit registratiesysteem, zoals wij dat noemen, is sindsdien verplicht gesteld in de cao. Het betekent ook dat je je iedere vier jaar verplicht her-registreert.’

‘Die ontwikkelingsgerichtheid in het Schoolleidersregister zouden we ook graag voor ambtenaren zien’

Lange adem

Creemers legt uit dat het een proces van de lange adem is. Het is soms taai. Het kost tijd. ‘Voordat dit bij de hele beroepsgroep is ingedaald, ben je tien, twintig jaar verder. In 2013 deed 40 procent van de schoolleiders weleens een cursus. Nu is dat 100 procent. Er is in Nederland geen schoolleider meer te vinden, die zal zeggen: ik vind professionalisering niet belangrijk. Natuurlijk vindt niet iedereen zo’n verplichting leuk. Maar alle 8500 schoolleiders doen wel mee en het heeft het beroep meer zelfbewustzijn gegeven en naar een professioneel hoger niveau getild.’

Iets voor de rijksambtenaar? Ringelberg en Hoenders reageren positief. Hoenders: ‘Het laat zien dat je jezelf als beroepsgroep serieus neemt. Die ontwikkelingsgerichtheid in het Schoolleidersregister is voor mij een belangrijke professionele waarde. Zoiets zouden we ook graag voor ambtenaren zien.’ 

Ringelberg: ‘Een eyeopener voor mij is dat registratie uiteindelijk in de cao is vastgelegd. Dat laat een gemeenschappelijk draagvlak zien van werkgever en werknemer.’

In cao en ambtenarenbijbel

Zo vat het idee van registratie in de cao voor rijksambtenaren post bij Ringelberg en Hoenders. Ringelberg overweegt het schrijven van een voorstel hiervoor vanuit de CMHF. 

Hoenders neemt de optie mee in het eerdergenoemde onderzoek Recht op Ambtelijk Vakmanschap, waarbij hij betrokken is. Hoofdvraag van dat onderzoek: wat is er nodig om ambtelijk vakmanschap duurzaam te verankeren en ontwikkelen binnen de Nederlandse overheid? Het onderzoek loopt al een tijdje en wordt in het voorjaar van 2022 afgerond. Als resultaat ligt er dan een fysieke publicatie, een soort ambtelijke bijbel, aldus Hoenders. 

‘De tijd is tijd voor een professionele renaissance. Noblesse oblige’, besluiten ze. Creemers lacht. Ze zegt: ‘Als ik kan helpen bij het uitwerken van zo’n voorstel, dan kunnen we op een ander moment verder praten.’