Arnhemse wethouder Louwers over aanpak schulden: ‘Organiseer je eigen kritiek’

In 2019 werd de gemeente Arnhem op de vingers getikt door de Rekenkamer. De begeleiding in de schuldhulp was niet goed en duurde veel te lang. Het beleid is aangepast en er is een keur aan maatregelen getroffen. We spreken verantwoordelijk wethouder Martien Louwers over haar aanpak en haar voorkeur voor een integrale benadering. 

Wethouder Martien Louwers over de schuldenaanpak in Arnhem
Beeld: ©Gemeente Arnhem

In 1 minuut

  • In 2018 werd Louwers wethouder in Arnhem. De schulddienstverlening liep toen niet lekker. De Rekenkamer bood aan het te onderzoeken en kwam met flinke kritiek. 
  • Sindsdien is de schulddienstverlening bij één partner belegd, om mensen en informatie niet kwijt te raken. Voor jongeren is er specifiek aanbod; een perspectieffonds en een buddynetwerk. Voor ondernemers is er één overzichtelijk loket. Allerlei andere maatregelen werden ook getroffen (zie kader in het artikel). 
  • In 2020 bereikte de gemeente dubbel zoveel mensen in de schulddienstverlening dan het jaar ervoor. Toch moeten er meer mensen worden bereikt, aldus Louwers. 
  • Louwers heeft veel contact met andere gemeenten om te kijken wat werkt. Arnhem is net aangesloten bij de Nederlandse schuldhulproute. Zij proberen succesvolle initiatieven op te schalen. 
  • Met het ministerie van SZW is Louwers, via de VNG commissie participatie schulddienstverlening integratie en de G40, in gesprek over een integrale kijk op schuldproblematiek. Vaste lasten zijn hoog en het minimumloon en uitkeringen zijn niet naar rato. Er wordt daar gesproken over de link tussen schulden, werk en inkomen.

Laten we beginnen in 2019: de kritiek van de Rekenkamer. 

Louwers: ‘In 2018 werd ik wethouder in Arnhem. Daarvoor was ik twaalf jaar gemeenteraadslid. In 2018 constateerden we al dat de schulddienstverlening in Arnhem niet zo lekker liep. We bereikten, in vergelijking met andere gemeenten, heel weinig mensen. We wisten alleen niet zo goed waarom. 

In het coalitieakkoord hebben we toen afgesproken om hierop te focussen. De Rekenkamer wilde er ook al onderzoek naar doen. Laat maar gebeuren, dachten wij. Het rapport was uiteindelijk heel kritisch, maar daar kun je alleen maar van leren. 
Eigenlijk kan ik het iedereen aanraden: als je weet dat iets niet goed gaat, laat het onderzoeken.’ 

Sindsdien is er veel gebeurd. Vertel. 

‘Dat klopt. Aanvankelijk hadden we de schulddienstverlening bij verschillende organisaties belegd. Daardoor kon het soms voorkomen dat het zes tot negen maanden duurde voordat een inwoner bij een schuldhulpverlener terechtkwam. We raakten informatie en mensen kwijt. Nu hebben we het bij één partner belegd. 

Voor jongeren hebben we een perspectieffonds en een buddynetwerk (Opr€cht) georganiseerd. Juist jongeren hebben behoefte aan heel snelle hulp. Dat hoorden we van de buddy’s zelf. Met het buddysysteem hebben jongeren binnen twee dagen een gesprek met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. 

Voor ondernemers hebben we sinds juli 2020 één overzichtelijk loket  waar verschillende expertise is gebundeld. In het eerste jaar hebben we met dit loket al zo'n 250  ondernemers geholpen met advies, begeleiding of schulddienstverlening. Verder hebben we in 2020 het dubbele aantal mensen in schulddienstverlening bereikt vergeleken met het jaar ervoor.’ 
 

Een aantal van de maatregelen die de gemeente Arnhem trof: 

  • Er worden geen incassokosten of rente meer berekenend over schulden. De gemeente beboet mensen die hun schulden te laat aflossen hiervoor niet meer.
  • In 2019 werd een motie aangenomen door de raad om vorderingen van langer dan drie jaar geleden (onder bepaalde voorwaarden) kwijt te schelden. Eerst was die termijn vijf jaar.
  • De periode van terugvordering van teveel ontvangen uitkering is (onder bepaalde omstandigheden) verkort van zes maanden naar zes weken.
  • De beslagvrije voet, het deel van het inkomen waar schuldeisers niet aan mogen komen, is sinds 1 januari (vooruitlopend op landelijk beleid) al verhoogd van 92,5 naar 95 procent.
  • De gemeente heeft ingezet op vindplekken. Op o.a. de rechtbank, scholen en wijkcentra, dus plekken waar mensen met schulden komen, is de gemeente fysiek (buddy’s) of met informatie aanwezig.

Je klinkt positief. Zijn er dingen die beter hadden gekund? Waar gaan jullie je de komende tijd op focussen? 

‘Ik denk dat we echt veel hebben gedaan de afgelopen tijd. Ik ben eigenlijk wel echt blij dat één rapport zoveel heeft opgeleverd. Dat we onze hele schuldhulpdienstverlening hebben opgeschud en dat we naar allerlei aspecten zijn gaan kijken. 

Onze grootste uitdaging is nu om meer mensen te bereiken. Hoe krijgen we mensen binnen bij de goed functionerende hulp die we nu hebben gerealiseerd? Dat mag iets sneller gaan.’ 

Je kreeg kritiek van de gemeenteraad voor de uitvoering van de motie over het kwijtschelden van schulden. Hoe is dat gegaan?  

‘Wij hebben een kritische gemeenteraad. Die houdt ons scherp. Ze zijn ook erg betrokken op dit onderwerp. Dat vind ik positief. Als je schulden kwijtscheldt, dan moeten de mensen met de schulden deelnemen aan een schuldhulptraject. Dat was de voorwaarde van de aangenomen motie uit 2019. 

We zijn toen met iedereen het gesprek aangegaan. Daar zijn we pas net mee klaar. Niet iedereen had te maken met problematische schulden. Sommige mensen waren vooral heel blij dat ze van een langlopende schuld af waren bij de gemeente.

Toch spraken we ook iemand die zei ‘heb ik een schuld bij de gemeente?’ Het was een van de vele schulden die diegene had. Die mensen kom je door zulke gesprekken ook op het spoor. 

Uiteindelijk hebben we de wens van de raad dus wel uitgevoerd.’ 

Met wie werken jullie samen om een goede schuldhulpverlening te realiseren in Arnhem? 

‘Het buddynetwerk waar we mee werken is gefinancierd vanuit de Dullertstichting, die is gericht op mensen in kwetsbare posities. Zij wilden destijds een gift doen van een miljoen om mensen met schulden te helpen. Gezamenlijk hebben we gekeken naar hoe dat het beste kan worden ingezet. Daar is deze aanpak uitgekomen. 

Daarnaast hebben we contact met andere gemeenten. Zo keken we mee bij een gemeente waar ze al een aanpak hadden voor ondernemers en bij Den Haag voor het Jongerenperspectieffonds. Wij leren van elkaar. We proberen aan te haken waar vernieuwing is en vragen ons af of het voor Arnhem ook kan werken. 

Naar aanleiding van onze aangepaste rol als schuldeiser hebben meerdere gemeenten contact met ons gelegd. Die hebben daarna iets vergelijkbaars gedaan.

SchuldenlabNL is een platform waar veel bij elkaar komt. Zij proberen succesvolle initiatieven op te schalen. De Nederlandse schuldhulproute komt daar ook uit voort. Daar zijn wij net bij aangesloten.

Als iets goed werkt, werkt het ergens anders hoogstwaarschijnlijk ook. Dat vind ik positief. We proberen de aanpak van gemeenten dan meer te standaardiseren, of nee, te harmoniseren. 

Het Nibud, Divosa en VNG zijn ook belangrijke partners – daar vinden we veel informatie.’ 

Werken jullie ook samen met het rijk? 

‘We zijn nu goed in gesprek met het ministerie van SZW over de link tussen schulden en werk en inkomen. De vraag is: Heb je überhaupt genoeg inkomen om in je basis te kunnen voorzien?

Vaste lasten zijn hoog en het minimumloon en uitkeringen zijn niet naar rato. We hebben veel werkende armen die in schulden zitten of makkelijk in schulden kunnen komen.

Je moet de schuldenproblematiek integraal bekijken. Werk moet lonen. Daarin vinden we gehoor bij het ministerie.

Dat gesprek vindt plaats via de VNG. Ik zit ook in de commissie participatie schulddienstverlening integratie, vanuit die hoedanigheid roepen we als gemeenten daartoe op. Ook via de G40. Wij zien wat een te laag inkomen of een te lage uitkering met onze inwoners doet. Het is belangrijk om via die platforms in gesprek te raken met de rijksoverheid.’ 

Is er nog iets wat je andere wethouders en ambtenaren wil meegeven? 

‘Kijk kritisch naar wat je doet. Het kan altijd beter. Wij hebben dat gedaan via het onderzoek van de Rekenkamer, maar het kan ook anders. Organiseer je eigen kritiek.

En ga veel in gesprek met mensen die de consequenties van je beleid ervaren. Zo kwamen wij uit op het buddynetwerk, dat erg succesvol is voor jongeren. Kijk waar je inwoner allemaal mee opzadelt als overheden. Redeneer vanuit uitvoering terug naar beleid.’