Vers van de Pers: plastic soep verleden tijd met Community of Practice Plastic

In 2019 belandde er wereldwijd elke minuut een vuilniswagen aan plastic afval in onze oceanen. Tijd om dat te stoppen. Om deze plastic soep terug te dringen, werkten de afgelopen jaren steeds meer partijen in Nederland samen aan oplossingen. In de regio Rijn-Maasdelta hebben Rijkswaterstaat, gemeente Rotterdam, Hoogheemraadschap van Rijnland, RDM Centre of Expertise (CoE) van de Hogeschool Rotterdam, universiteiten en non-profit organisaties  zich nu verenigd in de Community of Practice Plastic (CoPP). Op 8 juni, World Oceans Day, ondertekenden zij hiervoor de intentieverklaring. Tijmen den Oudendammer (Hogeschool Rotterdam) is in opdracht van Rijkswaterstaat coördinator van het project en vertelt hoe de community te werk gaat.

Plastic afval drijft in een sloot

In 1 minuut:
In de rubriek Vers van de Pers zoomt Overheid van Nu in op hoe je interbestuurlijke samenwerking tegenkomt in de actualiteit. Drie vragen staan centraal: Wat hebben jullie met elkaar afgesproken? Waar liepen jullie in de samenwerking tegenaan? En: hoe gingen jullie daarmee om?

De community in een notendop

Zwerfafval dat van land in rivieren terechtkomt, is één van de belangrijkste veroorzakers van de zogeheten plastic soep in onze oceanen. Dit zwerfafval belandt uiteindelijk in zee en verspreidt zich in de ecosystemen. Het is belangrijk om in kaart te brengen hoeveel plastic er in onze wateren zit. Waar gaat het heen en hoe krijg je het er weer uit? En: hoe kan dat plastic opnieuw gebruikt worden?  In de Community of Practice Plastics helpen 20 partijen elkaar met deze vragen door ervaringen en kennis te delen, opgedaan bij eigen projecten. ‘De ambitie is om uiteindelijk een plasticvrije Rijn-Maas Delta te krijgen’, vertelt regisseur Den Oudendammer.

Daarvoor doen de partijen gezamenlijk onderzoek op drie thema’s; monitoren, inzamelen en verwerken. ‘Dat betekent in de praktijk dat we kennis en data met elkaar delen om uiteindelijk toe te werken naar standaardisatie van die data en de methode waarop dat wordt verzameld. Zodat we ook gegevens krijgen waarmee we echt uitspraken kunnen doen over hoeveel plastic er nu echt in de Nederlandse wateren zit en waar dat heen gaat. En de blinde vlekken te vinden waar we nader onderzoek naar kunnen doen.’ Binnen de community worden die vragen in verschillende consortia opgepakt. De verklaring heeft als doel om de partijen te motiveren deze kennis te delen en de community meer zichtbaar te maken.

Afzonderlijk met dezelfde vraagstukken bezig

Eigenlijk bestaat de Community of Practice Plastic (CoPP) al wat langer, vertelt Den Oudendammer. ´Jaren geleden waren verschillende startups al bezig met initiatieven voor schonere wateren, bijvoorbeeld met het ontwikkelen van systemen om plastics op te vangen. We constateerden toen dat best veel partijen bezig waren met dezelfde vraagstukken, maar afzonderlijk van elkaar. De behoefte ontstond om bij elkaar te komen.’

In 2018 gebeurde dat voor het eerst, geïnitieerd door Rijkswaterstaat. ‘Veel vragen kwamen zo bij elkaar. Van “Hoe kunnen we plastics meten en het probleem goed in kaart brengen’’ tot “Hoe kunnen we vangsystemen implementeren en waar kunnen we dat doen’’. Nu, twee jaar later, bestaat de CoPP uit 23 partijen. Waaronder verschillende overheden, bedrijven, non-profit organisaties en kennisinstituten zoals de Hogeschool Rotterdam en de universiteiten van Wageningen, Leiden en TU Delft. Elk met een andere achtergrond, invalshoek en vertrekpunt, maar met een gezamenlijke ambitie. Met de intentieverklaring onderschrijven zij het belang van kennisontwikkeling op dit thema.

‘Ieder heeft een andere achtergrond, maar we hebben een gezamenlijke ambitie’

Nieuwe vragen, nieuwe lessen

Die diversiteit aan partijen bracht nieuwe vragen, maar leverde ook nieuwe lessen op. ‘Om kennis te delen moet je met elkaar op gelijke voet staan. Je moet weten met wie je het deelt en met welk doel.’ Want iedereen heeft een ander vertrekpunt. Zo zijn de waterschappen het plastic probleem bijvoorbeeld nog aan het verkennen vanuit hun beheerderstaak.

‘Voor hen is plastic in de wateren niet per se een thema waar ze iets mee moeten, omdat plastic nog niet als vervuiling is opgenomen in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Die juridische kaders zijn nog niet hard. Bij hen is de vraag nog: moeten we hier iets mee? En dat is voor veel gemeenten en waterschappen nog een zoektocht. Bij dit soort vragen heb je baat bij partijen die hier al wel onderzoek naar hebben gedaan.’

De partijen binnen de community zorgen zo voor die versnelling, die RDM CoE van Hogeschool Rotterdam coördineert en faciliteert. ‘Wij stimuleren vooral het ontstaan van die nieuwe samenwerkingen en dat nieuwe resultaten gedeeld worden. Hierbij zoeken we verbinding tussen werkveld, onderwijs en onderzoek op het gebied van techniek in de haven en stad. Door praktijkvragen te koppelen aan onderzoeksvragen en het onderwijs, ontstaan nieuwe samenwerkingen en data.’

‘Zij zijn op een ander kennisniveau bezig en koppelen die praktijk naar onderzoeks- en onderwijsvragen’

In de praktijk

Zo was er in de regio Haringvliet en Biesbosch behoefte om de hoeveelheid plastic langs de oevers te inventariseren en monitoren. ‘Daar koppelden we studenten met eigen projecten aan, die wilden kijken wat voor vangsysteem er toegepast kon worden. Zij werkten aan een prototype voor een sleepnet. Allemaal kleine ontwikkelingen die elkaar hebben kunnen helpen om zo’n experiment uit te voeren, ontstaan vanuit die community.’ Stagiaires en studenten kunnen praktijkvragen zo bijvoorbeeld makkelijk wegzetten. ‘Zij zijn op een ander kennisniveau bezig en koppelen die praktijk naar onderzoeks- en onderwijsvragen.’

Versnelling aanjagen

Hoe je die versnelling nu aanjaagt met zoveel partijen? ‘Belangrijk is dat je zo transparant mogelijk bent. We hebben allemaal dezelfde ambitie, maar soms verschillende doelstellingen. Prima om vanuit eigen belangen te handelen, maar het is belangrijk dat we die ambitie scherp voor ogen houden. Zodat we een volledig, betrouwbaar beeld krijgen van plastic in de Rijn-Maasdelta en zo uiteindelijk toe kunnen werken naar plastic vrije watersystemen. ´