‘We moeten grenzen negeren om aan water te kunnen werken’

Zekerheid 2: Een gezamenlijke opgave pakken we gezamenlijk op

‘Water is the place to be: eraan werken houdt eigenlijk nooit op. Dat doen we intensief en samen met gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat en andere organisaties. Om dingen te bereiken moeten we over bestaande grenzen en richtlijnen heen kijken, ofwel grensontkennend samenwerken.

Tanja Klip Martin
Elke maand vragen we iemand die interbestuurlijk samenwerkt welke van de 7 zekerheden van het Interbestuurlijk Programma (IBP) het meest voor hem of haar betekent in het kader van een actuele of urgente opgave. Deze keer vertelt Tanja Klip-Martin, dijkgraaf bij het waterschap Vallei en Veluwe, wat zekerheid 2, Een gezamenlijke opgave pakken we gezamenlijk op, voor haar betekent.

Tanja Klip-Martin is inmiddels al zeven jaar dijkgraaf bij Waterschap Vallei en Veluwe. In die periode stond ze aan de wieg van de Blauwe Omgevingsvisie (BOVI2050), die het waterschap in 2019 ontwikkelde. Een visie waarmee het waterschap in de geest van de Omgevingswet samenhangende oplossingen wil bieden bij ruimtelijke keuzes, waarbij water de rode draad vormt bij het maken van die keuzes. ‘Waar liggen kansen op het gebied van water? Die kansen hebben we samen met meer dan honderd partners in beeld gebracht.’

Interdisciplinair kijken

Gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat maar ook veiligheidsregio’s, de GGD, adviesbureaus en landschapsarchitecten, studenten en hoogleraren mochten vragen en wensen inbrengen. Vragen die vielen binnen een van de vier belangrijke thema’s van dit moment: waardevolle leefomgeving, klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

‘Vervolgens hebben we interdisciplinair naar al deze input gekeken. Grensontkennend samenwerken en nadenken heeft in dit hele proces gewerkt.’  Zo staat in de BOVI2050 onder andere alles over de samenstelling en kracht van de stroomgebieden op en rondom de Veluwe.

‘Door water als uitgangspunt te nemen, richt je je gebied veel makkelijker in’

‘Want alle transities waar Nederland nu mee te maken heeft, hebben ruimtelijke implicaties’, aldus Klip-Martin. Klimaatadaptatie, circulariteit, verstedelijking, landbouwhervorming. ‘Ze raken aan elkaar én overal komt water bij kijken. Met zo’n ruim dertig gemeenten in ons gebied dwingt dat ons om vanuit een vogelvluchtperspectief naar ons gebied te kijken en gemeente- of provinciegrenzen te negeren, ofwel ontkennen. En dat is noodzakelijk om aan water te kunnen werken, want water houdt zich ook niet aan grenzen. Wat je in het ene gebied doet, heeft gevolgen voor het andere gebied. Soms positief voor jouw gemeente, soms voor een andere organisatie. Belangrijk is wel dat je daarin samen moet optrekken en ook over je eigen richtlijnen heen moet stappen om iets te bereiken. ’

Boven- en ondergronds

‘Omdat water bij al deze transities een rol speelt, kun je dit het beste als uitgangspunt nemen bij landinrichting. Zo kun je je gebied veel makkelijker inrichten dan wanneer je water vergeet of het niet meeneemt in je plannen. Daarbij is het belangrijk om zowel bovengronds als ondergronds te kijken.’

Maar de druk op de fysieke ruimte is groot en niet alles kan in hetzelfde gebied gerealiseerd worden. Ga je bijvoorbeeld voor aquathermie of kies je ervoor om grondwater te winnen, zuiveren en als drinkwater te gebruiken? ‘Daarom moet je met elkaar bepalen wat voorrang heeft op het ander. Met gemeenten, provincies en waterschappen. Daar moet je samen een samenwerkingsconstructie voor vinden.’ De BOVI2050 kan daarbij helpen.

‘Soms vinden we ook iets van gronden die niet van ons zijn’

Visitekaartje

‘Doordat we in de BOVI2050 kijken naar de hele omgeving, vinden we soms ook iets van gronden die niet van ons zijn.’

Zo ligt onder de Veluwe een grote zoetwaterbel, op het IJsselmeer na de grootste van Nederland. Door druk van een zandpakket op de Veluwe komt dat grondwater in Flevoland naar boven als kwel. Daar wordt het afgevoerd naar het IJsselmeer.

‘Terwijl het prachtig schoon water is, een prima basis voor drinkwater. Wij dachten daarbij aan het systeem van de Biesbosch. Zouden in Flevoland ook drinkwaterbekkens kunnen worden ontwikkeld?  Dat idee hebben we meegenomen in de BOVI2050 en met waterbedrijf Vitens en de provincie besproken. Die zijn ook enthousiast en kijken naar wat het zou betekenen om dit uit te voeren. Nu gaan we niet over dat grondgebied, maar we denken wel graag mee als gelijkwaardige partner.’

Klip-Martin moedigt andere overheden en partijen aan zich ook te laten inspireren.  ‘De BOVI2050 is niet alleen een omgevingsvisie, maar ook een visitekaartje om mee aan tafel te schuiven.’

Gebiedsateliers

Dit visitekaartje vormt nu het uitgangspunt voor de uitwerking naar een Blauw Omgevingsprogramma (BOP), waarin concrete doelen en maatregelen worden vastgelegd voor de komende 6 jaar. ‘De BOVI2050 is natuurlijk een visie en dat betekent niet dat alles exact volgens deze visie moet. Zie het meer als deze kaart van Nederland in 2120, die Wageningen University en Research afgelopen december publiceerde: zo zou het kunnen zijn, dat is de gedachte.’

Naast het zelf ontwikkelen van voorstellen voor het BOP, wil het waterschap ook gebiedsateliers organiseren om lokaal in te zoomen. ‘Wat gebeurt er in dat gebied? En hoe kunnen we in het BOP daarop inspelen? Een goede aanvulling op het vogelvluchtperspectief.

Helaas diende de Coronapandemie zich in alle hevigheid aan nadat dit interview was gehouden. De pandemie heeft dan ook effect op de plannen van het waterschap. ‘De wereld is totaal veranderd en we zullen andere manieren moeten vinden om aan de participatie vorm te geven. Maar eerst telt de volksgezondheid. De rest komt daarna.’

Meer lezen over de Blauwe Omgevingsvisie? Ga naar www.bovi2050.nl.