Voorgestelde herziening gemeentelijk belastinggebied: belastingschuif van Rijk naar gemeenten

Een verschuiving van 4 of 6 miljard euro aan rijksbelastingen naar het gemeentelijk belastinggebied geeft gemeenten meer autonomie om hun eigen keuzes te maken. De overige gemeentelijke belastingen kunnen worden gemoderniseerd en uitgebreid. De belastingmix kan beter worden afgestemd op actuele maatschappelijke opgaven. Dat schrijft de werkgroep Herziening gemeentelijk belastinggebied in zijn rapport dat onderdeel is van het pakket Bouwstenen voor een beter belastingstelsel.

Een gebouw met panelen in verschillende kleuren
Beeld: ©Bas Kijzers
Het ministerie van Financiën

Nederlandse gemeenten zijn financieel sterk afhankelijk van het Rijk. Het grootste deel van hun inkomsten (meer dan 60%) is afkomstig uit het gemeentefonds. Minder dan 20% bestaat uit gemeentelijke belastingen en heffingen. Hierdoor is er weinig ruimte om eigen keuzes te maken voor lokale prioriteiten. Tegelijkertijd zijn gemeenten verantwoordelijk voor een divers en complex pakket aan taken dat de afgelopen jaren groter is geworden. Zij nemen 40% van de overheidsuitgaven voor hun rekening terwijl de gemeentelijke belastingen maar 3% uitmaken van de totale belastingdruk.

Een herziening van het gemeentelijk belastinggebied geeft gemeenten meer autonomie over hun inkomsten, zo schrijft de ambtelijke werkgroep in het advies aan de Tweede Kamer. In deze werkgroep onder voorzitterschap van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zaten onder andere deskundigen van verschillende ministeries, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Over de voorstellen in het rapport zal het volgende kabinet moeten beslissen.

Bernard ter Haar, voorzitter van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen, is blij met het rapport van de ambtelijke werkgroep: ‘Als we als overheden onderling optimaal willen samenwerken, dan hebben we een gelijkwaardiger positie nodig, ook financieel. Zoals we het nu hebben georganiseerd is de balans tussen inkomsten en uitgaven van de verschillende overheidslagen totaal zoek. Het is belangrijk voor een gelijkwaardiger bestuurlijke verhouding dat gemeenten meer eigen financiële ruimte krijgen. Daar zijn nu bouwstenen voor uitgedacht, die eigenlijk nog heel bescheiden zijn. Met meer gelijkwaardigheid en meer financiële ruimte komt ook meer verantwoordelijkheid. Je kunt dan niet meer voor alles bij het Rijk aankloppen als je er niet uitkomt en je moet je over de lokale heffingen rechtsreeks verantwoorden tegenover je eigen burgers.  Dus het is ook best spannend. Je moet het als gemeentelijk bestuurder wel aandurven en aankunnen.’

Voorstellen van de werkgroep:

  • Een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied door een verschuiving van €4 of 6 miljard aan belastingen van het Rijk naar gemeenten. Het gemeentefonds neemt met hetzelfde bedrag af. Inwoners worden gecompenseerd door lagere inkomstenbelasting.
  • Een verbreding van de belastinggrondslag voor de OZB: verschillende uitzonderingen voor de WOZ-waardering bij niet-woningen kunnen worden afgeschaft.
  • Modernisering en uitbreiding van de overige gemeentelijke belastingen. De hondenbelasting kan worden afgeschaft en de toeristenbelasting anders vormgegeven. De gemeentelijke belastingmix kan beter worden afgestemd op actuele maatschappelijke opgaven, onder meer door het invoeren van een gebiedsontwikkelingsheffing.

De uitgewerkte voorstellen bestaan elk uit verschillende maatregelen (‘bouwstenen’) die op verschillende manieren kunnen worden gecombineerd, en meestal lenen ze zich er ook voor om los van elkaar kunnen worden toegepast. Dit biedt ruimte voor verschillende politieke keuzes.

Het rapport Herziening gemeentelijk belastinggebied is, net als de andere bouwstenen voor een beter belastingstelsel, terug te vinden op rijksoverheid.nl.