‘Loyale tegenspraak vinden we helemaal top, maar activisme gaat ons tien stappen te ver. Waarom?’

In maart schreef wetenschapper Gijs Diercks een pleidooi voor de ambtenaar als activist. Het maakte veel los. Is de combinatie onverenigbaar, of is een beetje activisme juist wat ons uit het slop van moeilijke opgaven trekt? ‘Het is mijn heilige overtuiging dat de neutrale professional niet bestaat.’

Gijs Diercks
Beeld: ©DRIFT
Gijs Diercks: 'Je hebt mensen nodig die van binnenuit durven te bevragen, te veranderen. En dan niet alleen via de brave gebaande paden, maar juist met originele, creatieve en provocatieve acties.’

Wie is Gijs Diercks?

Gijs Diercks is onderzoeker en adviseur bij DRIFT, een onderzoeksinstituut dat als sociale onderneming onder de koepel van de Erasmus Universiteit Rotterdam valt. Vanuit DRIFT geeft Diercks les op de universiteit, maar doet hij ook opdrachten voor onder andere het ministerie van IenW en de gemeente Rotterdam. Samen met de NSOB schreef hij het rapport ‘Sturing in transities’, een handelingsperspectief voor ambtenaren. Diercks promoveerde in de transitiewetenschappen bij Imperial College London en werkte eerder bij het Rathenau Instituut. Daar was hij verantwoordelijk voor onderzoek en dialoog over de maatschappelijke aspecten van wetenschap, technologie en innovatie op diverse beleidsterreinen.

Not done

In februari publiceerde Gijs Diercks een opiniestuk in NRC met de titel ‘De ambtenaar die activist wordt: ja graag'. Het leidde tot veel reacties. Op LinkedIn, maar ook in de krant. Irene Voskamp, programmamanager bij Provincie Zuid-Holland, gaf Diercks tegengas in haar opiniestuk ‘Activist is de ambtenaar maar in zijn eigen tijd.’

Waarom voelde Diercks de noodzaak om het stuk te schrijven? Diercks: ‘Voor mijn werk was ik destijds veel bij de gemeente Amsterdam: ik deed een klus rondom vervoer en ruimtelijke ontwikkeling en incompanytrainingen over transitiedenken.’ Rond dezelfde tijd, in november 2022, stuurden meer dan 800 ambtenaren een interne brandbrief over de uitvoering van het klimaatbeleid. Diercks: ‘Er ontstond discussie. Er waren veel reacties van mensen die het absoluut not done vonden. Een ambtenaar hoort objectief en neutraal te zijn, vonden zij. Zo duidelijk je eigen normativiteit en positie uitdragen kan niet.’

Maar Diercks is het daar niet mee eens: ‘Het is mijn heilige overtuiging dat een neutrale en objectieve professional niet bestaat, en dat daaraan vasthouden schadelijk is. Dáárover gaat mijn stuk. Ten diepste gaat het niet over activisme, maar over het bevragen van de dominante opvatting wat een goede ambtenaar is, namelijk een neutrale en objectieve – die opvatting staat heel ver af van de realiteit. Door er activisme bij te halen, leg je de vinger op de zere plek. In andere vakgebieden, zoals wetenschap of journalistiek, wordt deze discussie al veel langer gevoerd. Bij de overheid totaal niet, daarom heb ik dit stuk geschreven.’

Discussie over de activistische ambtenaar

Dat je als ambtenaar anoniem bent en blijft, lijkt steeds minder te gelden. Ambtenaren spreken zich steeds vaker uit, bijvoorbeeld in een interne brandbrief van vijftig ambtenaren op 15 november 2022 aan Mark Rutte, Hanke Bruins Slot, de baas van de ABD en secretaris-generaal Gert-Jan Buitendijk. De brief lekte uit door berichtgeving in NRC. Als reactie daarop gaven SG’s Maarten Schurink en Gert-Jan Buitendijk een interview in dezelfde krant. Topambtenaar Abigail Norville sprak met Kustaw Bessems voor de Volkskrant. Ook zijn ambtenaren weliswaar anoniem, maar veel zichtbaarder door het passief en actief openbaar maken van beslisnota's, verplicht bij alle Kamerstukken sinds Prinsjesdag 2022.

Parallel aan die ontwikkeling spreken ambtenaren zich ook steeds vaker anderszins uit. Activisme onder ambtenaren lijkt de laatste tijd een hot topic. Ambtenaren van de gemeente Amsterdam stuurden bovengenoemde brandbrief, waarop de organisatie een handreiking publiceerde voor activistische ambtenaren. In juni organiseerde Nieuwspoort een evenement over maatschappelijk betrokken ambtenaren: waar liggen de grenzen? Eerder spraken we op Overheid van Nu met Marike Simons, Harmen Binnema en Maud van de Wiel over hun boek ‘Politieke sensitiviteit voor ambtenaren – het geheime handboek'. Zij betoogden juist dat ambtenaren geen tegenmacht zijn.

'Ten diepste gaat het niet over activisme, maar over het bevragen van de dominante opvatting dat een goede ambtenaar neutraal en objectief is'

Wat is activisme?

Maar – waar hebben we het eigenlijk over als we het hebben over ‘activisme’? Volgens Diercks zit activisme in de hoek van tegenspraak.

‘Ik hou graag een brede definitie aan: activisme is de status quo uitdagen op een manier die verder gaat dan wat conventioneel of routinematig is. Zo is activisme niet alleen iets van de demonstrant op straat, maar kan een activistische houding op veel plekken uiting krijgen.’

Diercks onderscheidt ambtelijk activisme van activisme van ambtenaren in hun vrije tijd. Dat zijn volgens hem twee verschillende dingen. In februari van dit jaar werd ambtenaar Sam Schwencke van de gemeente Den Haag gearresteerd bij een blokkadeactie. Haar werkgever liet haar daarna aanvullende voorwaarden ondertekenen die haar demonstratierecht beperkten. Schwencke besloot toen ontslag te nemen. Dat is volgens Diercks geen ambtelijk activisme. ‘Wat een ambtenaar in haar vrije tijd doet, zou de gemeente niet zo veel aangaan. Behalve wanneer er een vermeend conflict of interest zou zijn, dat is een andere discussie.’

‘Sandra Palmen leverde volgens het boekje tegenspraak in wat later de Toeslagenaffaire werd, maar dat leverde op dat moment niets op’

Buiten gebaande paden

‘Het is net als wetenschappelijk activisme. Dat betekent niet dat je in je vrije tijd demonstreert, maar dat je binnen je organisatie om je heen kijkt en zegt: wat zijn we aan het doen? Binnen de wetenschap creëren we een cultuur waar je een hiërarchie moet doorlopen, om uiteindelijk een hoge status te krijgen. Maar die cultuur creëert helemaal niet de kennis die we nodig hebben in de samenleving. Sterker nog: de wetenschap doet altijd alsof ze onderdeel van de oplossing is, maar nog vaker is ze onderdeel van het probleem.'

'Kijk naar de Wageningen Universiteit, dat is ook de kraamkamer van de intensieve veehouderij waar we nu zoveel problemen mee hebben. Ik zit zelf bij de Erasmus Universiteit. Alle belastingkennis en marketingkennis die daar is geproduceerd, heeft ook bijgedragen aan de grote problemen waar we nu voor staan.’

‘Om dat te veranderen, heb je mensen nodig die de zaak van binnenuit durven te bevragen, te veranderen. Niet alleen via de brave, gebaande paden, maar juist door middel van originele, creatieve of provocatieve acties.’

Diercks haalt de Amsterdamse brief weer aan. ‘Die eerste brief was heel succesvol, nu zie je op verschillende plekken ook brandbrieven. Toch gaan die nooit datzelfde effect hebben als die eerste. Wil je als activistische ambtenaar nu impact hebben, dan zul je een nieuwe strategie moeten bedenken.’

'Wil je als activistische ambtenaar nu impact hebben, dan volstaat weer een brandbrief niet - je zult een nieuwe strategie moeten bedenken’

Aan de kaak stellen

Kortom: activisme bestaat uit tegenspraak, maar de manier waarop die tegenspraak wordt geboden, bepaalt de mate van effectiviteit en of het überhaupt activisme te noemen is. Diercks: ‘In Den Haag wordt vaak over tegenspraak gepraat, maar op de brave manier: doe je beklag bij de directeur.’

‘Het memo van Sandra Palmen uit de Toeslagenaffaire is daarvoor illustratief. Palmen leverde helemaal volgens het boekje, op uitstekende wijze, tegenspraak. Maar het leverde niets op.’

‘Je moet van binnenuit zoeken naar originele manieren om beleid dat niet voldoet, aan de kaak te stellen. Activisme is een specifieke vorm van tegenspraak die verder gaat dan het goede gesprek. Het schuurt soms, omdat activisme creatief, provocatief, origineel is.’

‘Je moet van binnenuit zoeken naar manieren om beleid dat niet voldoet, aan de kaak te stellen - activisme is een specifieke vorm van tegenspraak die verder gaat dan het goede gesprek’

Activisme als ambtelijk vakmanschap

Is het niet gevaarlijk om als ambtenaar activisme te omarmen? Ontstaat er dan geen willekeur, terwijl een ambtenaar juist objectief alle voors en tegens in kaart moet brengen? Diercks benadrukt nog maar eens dat hij niet gelooft in objectieve, neutrale professionals.

‘Ik geloof ook niet zo in het idee dat ambtenaren álle keuzes kunnen voorleggen aan bestuurders. Voordat keuzes worden voorgelegd, zijn er al heel veel discussies gevoerd over wat wijsheid is en daarin zijn heel veel normatieve keuzes gemaakt. Dat kan niet anders. Laten we dan ook niet doen alsof het wel kan. Omarm het. Het woord vakmanschap heeft het in zich, het is een ambacht dat elk individu anders in zal kleuren.’

Volgens Diercks is het dan wel des te belangrijker om actief diversiteitsbeleid te voeren. Om te zorgen dat je verschillende normatieve perspectieven in je organisatie hebt. ‘Zoek als overheid niet naar mensen die denken dat ze heel neutraal en objectief zijn, en denken dat ze bestuurders neutrale en objectieve keuzes voorleggen. Dan kom je waarschijnlijk bij heel saaie, middle-of-the-road ambtenaren terecht. Daar is ook voldoende over gezegd: welk type het goed doet in de ambtelijke hiërarchie en wie zich aangetrokken voelt tot de ambtenarij. Ik denk dat het beter is om dat open te breken.’

Een ander tegenargument: de activistische ambtenaar neemt het heft in eigen hand, terwijl dat de taak is van de bestuurder die daartoe, democratisch legitiem, voor is verkozen.

Diercks: ‘Ik denk dat het helpt als je als overheid uitstraalt zoveel vertrouwen in de eigen instituties, organisaties en beleid te hebben, dat er ruimte is voor mensen om hun eigen normen en waarden mee te nemen. Dat betekent niet dat je in je eentje maar kunt gaan doen wat je wilt, want dat is niet hoe beleid of activisme werkt.’

Diercks is dan ook minder enthousiast over de brandbrief van juni dit jaar, waarin meer dan 135 ambtenaren het kabinet oproepen de Europese Natuurherstelwet te steunen en fossiele subsidies per direct af te schaffen.

‘Nu wordt het wel heel concreet in wat de ambtenaren wel en niet willen zien. De roep om het afbouwen van fossiele subsidies – wat al zo lang beloofd is maar niet wordt uitgevoerd – kan ik goed plaatsen, maar vooral de natuurherstelwet is wel een heel specifieke eis. Laat dat aan politici over.’

‘De discussie moet niet gaan over ‘wel of niet activistisch’, maar over hoe we de ambtelijke ruimte zowel kunnen faciliteren als begrenzen’

Brandstof voor maatschappelijke verandering

Diercks vat samen: ‘Heel veel mensen struikelen over het woord activisme. Loyale tegenspraak is helemaal top, maar activisme is tien stappen te ver. Waarom? Wat zit er in het woord activisme dat zoveel mensen de kast opjaagt? Ik denk dat het echt zonde is.’

Dan komt de transitiewetenschapper in Diercks om de hoek kijken: ‘Waar komt maatschappelijke verandering nou echt vandaan? Ik denk drie dingen. Ten eerste: innovatie - bepaalde technologieën die zijn ontwikkeld en de wereld hebben veranderd. Ten tweede: ondernemerschap - mensen die risico's nemen, kapitaal en mensen bij elkaar brengen en plannen gaan uitvoeren, creatief zijn. Activisme is de derde drijvende kracht - mensen die gewoon ergens voor durven te staan; recalcitrant en rebels zijn, die mensen weten te mobiliseren, de vinger op de zere plek leggen.’

‘Te veel van elk is niet positief, dat begrijpt iedereen. Maar binnen de overheid kunnen we wel heel goed nadenken over de ondernemende ambtenaar. Ieder ministerie heeft een innovatie-afdeling. Maar activisme is dan niet bespreekbaar? Dat is jammer.’

‘Uiteindelijk moeten we naar een herwaardering van activisme als belangrijke veranderkracht. En wat mij betreft is een ‘activistische mindset’ dan ook binnen de overheid mogelijk – net als een ondernemende ambtenaar prima mogelijk is. Het idee dat innovatie en ondernemerschap alleen maar aan de markt is, en activisme alleen maar aan de gemeenschap, gaat op de lange termijn niet helpen om een gezonde, vitale en dynamische publieke sector te vormen die complexe veranderopgaven aan kan. De discussie moet niet gaan over ‘wel of niet activistisch’, maar over hoe we die ambtelijke ruimte zowel kunnen faciliteren als begrenzen.’