Samir Bashara: ‘Zonder moreel contract kom je nergens’

Schiet niet meteen in de uitvoering. Zorg eerst dat alle betrokken partijen diepgaand verbonden zijn met de bedoeling van het programma. Dat je gedeelde waarden hebt. Want daar kun je altijd op terugvallen als het moeilijk wordt, zegt Samir Bashara, directeur van het NPLV Samen Nieuw-West. ‘Ik ben het dagelijkse geweten.’ 

Samir Bashara
Beeld: ©Eigen collectie
Samir Bashara, programmadirecteur Samen Nieuw-West: ‘Mijn aanpak is dat ik met heel veel mensen praat en het dan zo informeel mogelijk houd. Het is goed als de zwaarte eraf is. Als je het licht kunt houden.’

Samir Bashara: ‘Toen ik 15 maanden geleden arriveerde in Amsterdam Nieuw-West, lag het proces om tot een nationaal programma te komen, stil. Er was een kwartiermaker aan het werk geweest, er was een klein jaar aan een eerste aanzet gewerkt, maar het denken had zich in de tussentijd ook ontwikkeld en burgemeester Halsema besloot het proces stop te zetten tot er een directeur was aangesteld. Waarom? Die aanzet was gebaseerd op de aanpak in Rotterdam-Zuid, waar in de jaren 10 het eerste NP was opgezet (Rotterdam-Zuid was de voorloper van het NPLV - hier lees je daar meer over, red.)  

De opzet om bewoners aanvankelijk een relatief beperkte rol te geven, bleek in Zuidoost zeer slecht te vallen. Het moest dus anders. Ik van mijn kant constateerde daarnaast dat er eigenlijk al was begonnen met uitvoering zonder dat er een écht goed fundament lag voor de lange termijn.  

Dat patroon zie je vaker. Er moet een programma komen omdat de situatie urgent is en dan is het al te snel van: ‘we moeten niet praten, maar in actie komen’. En dus timmert men zo snel mogelijk een uitvoeringsprogramma in elkaar met ‘wie gaat wat doen en voor hoeveel geld’, zodat men aan de slag kan.  

Als het een kortlopend programma is van zeg twee jaar, is ‘niet praten, maar doen’ een werkbaar uitgangspunt. Maar bij een nationaal programma dat 20 jaar moet lopen, is dat gevaarlijk. Als je niet grondig bepaalt wat de gezamenlijke waarden zijn van de partners in het programma, ga je op den duur uit elkaar lopen. Zonder die gezamenlijke waarden kan er van echte samenwerking voor de echt lange termijn geen sprake zijn. En uiteindelijk komt er van het hele programma weinig terecht.     

Na mijn eerste 100 dagen heb ik daarom een position paper geschreven en gezegd: we moeten concreet aan de slag met wat er ligt, maar daarnaast moeten we een stap terug doen en een verdiepingsslag maken. We hebben een moreel contract nodig. Een convenant met overkoepelende, gedeelde waarden en een analyse van de werkelijkheid. Daaruit vloeien de opgaven en dus onze opdrachten voort. Pas dan heb je een echt goede basis voor uitvoering.’ 

‘In ons denken en handelen is de leefwereld van bewoners het uitgangspunt’

De Bedoeling

Dat morele contract werd het convenant dat 23 maart van dit jaar werd gepresenteerd. Ondertekend door meer dan 50 partners - bewonersorganisaties, bedrijven, overheden, maatschappelijke instellingen. En tot stand gekomen in een intensief proces van meer dan een half jaar. Zo kwamen ze tot de vorming van de alliantie waarin ze zich verbinden ‘aan de gezamenlijke waarden, ambities, opgaven, inzet en de gerichte, samenhangende aanpak in dit convenant’.   

Opvallende elementen in het convenant: 

  • We maken expliciet waar we ten diepste met elkaar voor staan, wat nu eigenlijk de bedoeling is. De waarden die we omarmen en de opgaven waarvoor we ons daardoor gesteld zien (de werkelijkheid wijkt immers vaak nogal af van die waarden) zijn ons gezamenlijke vertrekpunt, maar óók de stip op de horizon waarop we al die jaren moeten kunnen blijven koersen; 
     
  • Wij erkennen dat bewoners de hefboom van verandering zijn en dat wij samen en werkenderwijs moeten leren hoe wij het gelijkwaardig samenwerken tussen bewoners en organisaties vorm moeten geven;  
     
  • In ons denken en handelen is de leefwereld van bewoners het uitgangspunt. Dat betekent bijvoorbeeld dat systemen/systeemlogica, handelen en beleid ten dienste staan van de leefwereld;  
     
  • Wij committeren ons eraan en zijn erop aanspreekbaar dat wij de in dit convenant verwoorde waarden en de daaruit volgende opgaven/opdracht expliciet naleven en nastreven in onze (beleids-)keuzes en handelen, in de besteding van onze middelen en alle overige manieren waarop wij aan die waarden kunnen bijdragen. 

‘Ik heb geen macht, ik heb ook geen geld. Maar ik heb wel veel invloed’

Commitment

Mijn overtuiging is dat je er zonder een convenant zoals dit uiteindelijk niet gaat komen, zegt Bashara. ‘Want er komt lopende het programma natuurlijk gedoe. Onenigheid over geld, bijvoorbeeld. Wie betaalt wat? Waarom draagt die ene partij niet meer bij? Zonder een echt gedegen basis, zoals dit convenant, kan zo’n situatie er al snel toe leiden dat een partij afhaakt. Maar met de gezamenlijk doorleefde basis die dat convenant heeft opgeleverd, zal zo’n partij dat veel minder snel doen. Je hebt te veel commitment, te veel eigen hart in dit programma gestopt. Het is gewoon geen optie om er niet uit te komen.’ 

En als het partijen op eigen kracht niet lukt, dan is daar Bashara. ‘Mijn team en ik zijn een beetje het dagelijkse geweten van het programma. We bewaken de filosofie van de alliantie. Wij houden partijen bij de les en wijzen ze op hun eigen afspraken.’ Hij lacht: ‘Tot nu toe werkt het.’ 

Het is de essentie van zijn rol als programmadirecteur, zegt hij. ‘Ik heb geen macht, ik heb ook geen geld. Maar ik heb wel veel invloed. Ik heb met iedereen korte lijntjes. Ik kan overal binnenlopen. En mijn aanpak is dat ik met heel veel mensen praat en het dan zo informeel mogelijk houdt. Het is goed als de zwaarte eraf is. Als je het licht kunt houden. Op die manier creëer je ironisch genoeg de meeste zwaartekracht en koers.’ 

‘Bewoners zijn veruit het beste in het benoemen van wat in essentie de opgaven zijn’

Eigenaarschap

Het convenant stelt de bewoners centraal. Het zegt: ‘hun leefwereld is het uitgangspunt voor het denken en handelen van het programma. De systeemwereld moet ten dienste staan aan de leefwereld. Bewoners vormen de hefboom van verandering’.  

Hoe moeten we dat precies zien? Bashara: ‘De systeemwereld, zoals we die kennen met zijn regels, protocollen en maatregelen, werkt goed voor een groot deel van het land en de bevolking. Maar daarnaast is er een grote groep - als je de 20 wijken in het NPLV bij elkaar optelt, kom je op 1,8 miljoen inwoners - voor wie het systeem niet werkt. Ze worden er eerder het slachtoffer van. Daarom draaien we het om. Als we echt tot oplossingen willen komen, dan moet het systeem gaan redeneren vanuit de leefwereld van echte mensen.’ 

Hoe doe je dat? ‘Ja, moeilijk’, zegt Bashara. ‘Men heeft het bijvoorbeeld vaak over ‘de bewoners betrekken’. Maar in dat ‘betrekken’ zit al dat je in eerste instantie iets voor de mensen hebt bedacht en dáár mogen ze dan nog even wat vinden. Echt ‘eigenaarschap’ van bewoners gaat veel verder; dat veronderstelt een stem aan de basis. Maar hoe richt je dat in?  

Je kunt niet zomaar verwachten dat de inwoners zelf wel even de initiatieven voorgeven om bijvoorbeeld de leefbaarheid en veiligheid in hun buurten te verbeteren. Je moet je realiseren dat zij geen deskundigen zijn. Als we ‘eigenaarschap’ op die manier zouden inrichten, dan zou er alleen maar meer frustratie ontstaan. Bewoners zijn vooral veruit het best in het benoemen van wat in essentie de opgaven zijn. Veel van de onmisbare deskundigheid zit vervolgens bij de institutionele partners.

Om die twee werelden écht bij elkaar te brengen, moeten de partners heel bewust en consequent hun deuren openzetten en hun expertise ten dienste stellen van de leefwereld. Met mijn team probeer ik zo goed mogelijk de spil te zijn in dat proces.’ 

‘We gaan ervan uit dat er in dit 20-jarige programma nog de nodige pijn zal moeten worden geleden’

Doorbraken

Het is een zogeheten ‘iteratief’ proces, zegt Bashara. Een proces van continu bouwen, verfijnen en verbeteren. Het onbekende omarmen. De illusie laten varen dat je altijd helemaal raak zult schieten. Ervan uitgaan dat er lopende dit 20 jaar lopende programma nog de nodige pijn zal moeten worden geleden.  

‘De kunst is om dit met compassie te doen. We moeten zorgen dat we niet in een afrekencultuur terechtkomen.’  

Over het Rijk als partner in de alliantie is hij tot nu toe enthousiast. ’Ik zie dat ze echt in een andere stand komen en dat er hard wordt gewerkt aan doorbraken. Zodat het systeem ook werkt voor de mensen van Amsterdam Nieuw-West.’ 

Nationaal Programma Samen Nieuw-West

Amsterdam Nieuw-West is een stadsdeel met 170.000 inwoners. ‘Dat is gewoon een middelgrote stad’, zegt Samir Bashara, die hiervoor onder meer 8 jaar wethouder was in Hoorn (75.000 inwoners). 

Nationaal Programma Samen Nieuw-West (NPSNW) is onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPL). Dat investeert vanuit de ministeries van OCW, BZK, SZW, JenW en VWS in 20 wijken in: betere volkshuisvesting (€ 600 miljoen), het voorkomen van jeugdcriminaliteit (€ 82 miljoen) en de aanpak van armoede en schulden (€ 20 miljoen). De looptijd van het NPLV is 20 jaar. Er zijn in 20 wijken programma’s opgestart. Elk programma is een samenwerking van bewoners, overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. 

De alliantie Samen Nieuw-West is het gehele, zich uitbreidende collectief van nu meer dan 50 partijen dat de waarden, uitgangspunten en opgaven onderschrijft in het convenant. Dit collectief organiseert zich langs vijf onderling samenwerkende opgaveteams. De alliantie als geheel komt tweemaal per jaar bijeen in brede werkconferenties, met name om de samenhang en onderlinge verbindingen verder te bestendigen. Ook ‘gewone mensen’ kunnen deelnemen.

Het alliantiebestuur (AB) heeft de dagelijks bestuurlijke leiding over het proces en is opdrachtgever van de programmadirecteur. Er wordt gezamenlijk gemonitord en onderling verantwoording afgelegd op voortgang. Het bestuur besluit over voorstellen vanuit de opgaveteams en stuurt op de (financiële) middelen die de alliantiepartners gezamenlijk beschikbaar stellen/ hebben voor het NP.

Dit bestuur AB komt maandelijks bijeen en wordt voorgezeten door de burgemeester van Amsterdam, die daartoe wordt voorbereid en ondersteund door de programmadirecteur. Het bestuur bestaat verder uit: de vijf voorzitters van de opgaveteams, de coördinerend wethouder van de gemeente, de stadsdeelvoorzitter van Nieuw-West, de Rijksvertegenwoordiger en een betrokken wetenschapper.

Programmadirecteur Bashara heeft een programmateam van zo’n 7 fte plus een even groot aantal gelieerde mensen vanuit de alliantiepartners.