Maarten Schurink: ‘We proberen community, rijk en gemeente met elkaar te verbinden’

In Amsterdam Zuidoost trekken Maarten Schurink, secretaris-generaal van BZK, en Saundra Williams, programmadirecteur Masterplan Zo=Zuidoost, samen op. ‘We proberen community based werken te verbinden met de institutionele manier van werken van Rijk en gemeente. We zijn daar heel enthousiast over. Maar jeetje, wat staan ze nog vaak ver van elkaar af.’ 

Maarten Schurink
Beeld: ©Martijn Beekman
Maarten Schurink: ‘Mijn collega’s die in andere wijken actief zijn en ik proberen ons echt te verbinden aan ons gebied en wat daar speelt.'

Maarten Schurink is secretaris-generaal en daarmee de hoogste baas van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hij is nu een jaar als rijksvertegenwoordiger betrokken bij Masterplan ZO=Zuidoost. Saundra Williams begon twee jaar geleden als directeur van dit programma. Samen met 19 andere stedelijke focusgebieden is Zuidoost een van de programma’s binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), dat uitgaat van BZK. Doel: in 15 tot 20 jaar de leefbaarheid en veiligheid in elk van die gebieden structureel verbeteren. 

De koppeling van Haagse topambtenaren als rijksvertegenwoordiger aan lokale programma’s zoals Amsterdam Zuidoost, Heerlen-Noord, Rotterdam Zuid en Leeuwarden Oost, is een wezenlijk onderdeel van het NPLV. De gedachte is dat deze contactpersonen ‘regels, pegels en kennis’ inzetten om bijvoorbeeld programmaonderdelen vlot te trekken en voor doorbraken te zorgen. Bijvoorbeeld als regels in de weg zitten of er handiger gebruik kan worden gemaakt van stimuleringsregelingen. Overheid van Nu was benieuwd naar hoe dat werkt in de praktijk.

Masterplan Zo=Zuidoost

Masterplan ZO=Zuidoost is een programma binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Het wordt gemaakt en uitgevoerd door partijen en bewoners die actief zijn in Amsterdam Zuidoost.
Zij hebben zich verenigd in een alliantie die bestaat uit: woningcorporaties, partners van het Social Pact, ondernemers en werkgevers, bewoners, jeugdhulp en onderwijs, politie, OM, Rijk, gemeente Amsterdam en stadsdeel Zuidoost.

In het Masterplan, dat loopt tot 2040, staan vijf thema’s centraal: participatie, onderwijs, veiligheid, wonen en werken. Per thema worden de activiteiten zoveel mogelijk in samenwerking met bewoners gerealiseerd. 

Er is een apart convenant tussen de alliantie en werkgevers in Zuidoost, met name om de ambities op het gebied van werk en wonen te realiseren. Daarin nemen deel: Alliantie ZO=Zuidoost , ABN AMRO, Hogeschool van Amsterdam, Rabobank Amsterdam, Ziggo Dome, CBRE Investment Management, ING, Randstad, AFAS Live, Zuidoost City, CSU, Johan Cruijff ArenA, Amsterdam UMC en ROCvA. 

Voorbeeld: de Woonwinkel met convenantpartners ABNAMRO, Rabobank Amsterdam en ING. Daarin geven zij masterclasses aan jongvolwassenen die op zoek zijn naar een woning. Achterliggende gedachte: Zuidoost wil dat jongeren zich niet laten wegjagen door de gentrificatie en in staat zijn hier een woning te kopen. Zij moeten dus voldoende inkomen hebben. In de Woonwinkel worden het vinden van werk, ondernemerschap en woningmarkt bij elkaar gebracht. De banken bieden hiervoor hun expertise en werkgelegenheidsplekken aan. En dragen zo bij aan sociaalmaatschappelijke vooruitgang in de omgeving waar zijn gevestigd zijn.

Hoe is jullie contact?  

Saundra Williams: ‘Voor we onderdeel werden van het nationaal programma, hadden we al een goed, warm contact met de ‘dealmaker’ van BZK, Henk Jan Bierling. Hij toonde zich heel geïnteresseerd in hoe we het hier doen. Via het NPLV heeft Maarten zich aan het masterplan verbonden.’

‘Heel fijn aan hem is hoe hij zich openstelt in de gesprekken met de bewoners van Zuidoost. Zijn interesse en nieuwsgierigheid zijn oprecht. Hij ziet ook wat er nodig is. Hij ziet dat we in Zuidoost bezig zijn met het inhalen van een achterstand. Het gaat om het herstellen van vertrouwen, het bouwen van een community en het creëren van onderlinge samenwerking. 

‘Er is hier een enorme afstand tussen de bewoners en grote partners zoals de gemeente en het Rijk. Er heerst gewoon een groot wantrouwen tegen álle institutionele partners. Daar kan ik het goed over hebben met Maarten.’

Maarten Schurink: ‘Als het niet van de mensen zelf is, komt het niet van de grond’

Hoe ziet Maarten Schurink zijn rol? 

Schurink: ‘Mijn collega’s die in andere wijken actief zijn en ik proberen ons echt te verbinden aan ons gebied en wat daar speelt. We helpen om de kracht die er bij de rijksoverheid zit, te verbinden met wat er vanuit de wijk of community gewenst wordt. Soms zijn we wegwijzer. In de trant van: heb je daar weleens gekeken, heb je die verbinding weleens gelegd, of als je ‘m zo aanvliegt, wordt het net iets gemakkelijker om via die en die subsidieregeling geld aan te trekken.’ 

‘Daarnaast gaat het er ook om - zo zie ik mijn rol - dat ik op andere plekken vertel wat ik leer in Zuidoost. Wat het betekent om community based te werken. En dat dat iets anders vraagt dan we tot nu toe hebben gedaan. Ik vertel dat bijvoorbeeld in de overleggen met de andere SG’s, de ministeries, in overleggen in het kader van het sociaal domein, in de bestuursraad van BZK - binnenkort neem ik hen ook mee naar Zuidoost. Dat is óók een functie van het programma. Dat je leert en deelt, maar tegelijk ook ontdekt en beseft dat je in bijvoorbeeld Zuidoost niet hetzelfde kunt doen als in Heerlen-Noord.’ 

‘In Zuidoost draait het om herstel van vertrouwen, de kracht van de community. Het is extreem belangrijk dat de initiatieven vanuit die community gedragen worden. Als dat niet gebeurt, zien mensen het als iets dat niet van hen is, en komt het niet van de grond. Dan kunnen we er subsidies naartoe dragen tot we een ons wegen, maar dan verandert er helemaal niets.’

Is dat een les uit het verleden? 

Schurink: ‘Dat denk ik wel. Elke wijk vraagt om een eigen benadering, een eigen manier van werken. ‘Community based’ zoals in Zuidoost zal niet overal werken. Maar hier is het echt nodig. We waren gewend om telkens maar nieuwe programma’s uit te rollen over de wijken. Nu spreken we - in de woorden van oud-SG Erik Gerritsen - liever over inrollen. Te weten komen wat er nodig is en daarop aansluiten. Dat is de aanpak van het nationaal programma en daar zijn we allemaal heel enthousiast over.’ 

Schurink vertelt dat hij probeert er niet alleen te zijn met de officiële vergaderingen. ‘Laatst was ik mee op heel leuke fietstocht. Waardoor je de Bijlmer weer op een andere manier ziet.’

Maarten Schurink: 'Door hier te zijn, probeer ik beter te begrijpen en te voelen wat er nodig is - dat probeer ik dan te verbinden met de ambtelijke werkelijkheid'

Wat was dat voor fietstocht?

Williams: ‘BimsTourguides. Dat is begonnen met twee jonge dames uit Zuidoost die zeiden: wij zijn trots op onze buurt en willen deze ook aan anderen laten zien. Dus we gaan tours organiseren om het verhaal van Zuidoost vanuit de geschiedenis te vertellen. 
‘We hebben hen gevraagd om die tour te geven toen hier een aantal alliantiepartners op werkbezoek kwam. Dan wordt het iets anders dan een standaard werkbezoek. Maarten werd echt meegenomen in de beleving van Zuidoost.’ 

Schurink: ‘Juist dit soort ervaringen helpt mij om de community beter te begrijpen en echt te voelen wat er nodig is. Dat probeer je dan te verbinden met de ambtelijke werkelijkheid. In taal maar ook in aanpak. Dat is onze permanente uitdaging. Je moet die werelden met elkaar verbinden, met uiteindelijk een heel praktisch resultaat: dat je het geld op de goede plek krijgt. Maar jeetje, wat staan ze nog vaak ver van elkaar af.’ 

Wanneer lukt het om die twee werelden bij elkaar brengen?

Williams wil eerst even schetsen wanneer en waarom het vaak moeilijk is. Neem de jeugdzorg, zegt ze. We hebben het in Nederland zo georganiseerd dat je dan vaak werkt met ketenpartners. Zij zijn de formele partners die onderdeel zijn van aanbestedingsprocedures, die voldoen aan de kwaliteitseisen die institutionele partners stellen. Maar zij werken soms vanuit duidelijk andere waarden dan in dit geval de grassroots organisaties in Zuidoost. 

Williams: ‘Dat blijken dan verschillende werelden die elkaar niet altijd goed begrijpen. Maar ze hebben wel dezelfde drive. Dus je hebt het gesprek nodig. Die toenadering tot elkaar. Elkaars wereld snappen. Waar hebben we te maken met wet- en regelgeving? Waar vinden we experimenteerruimte? En als we die niet vinden, benoemen we dat dan met elkaar? En waar we die wel vinden, pakken we die kansen dan ook en nemen we daar de bewoners in mee?’ 

Schurink: ‘Je daagt zo de instituties uit om het op een andere manier te doen dan ze gewend zijn. Omdat je iets nodig hebt dat past bij dat gebied. Die manier van werken proberen we in het hele NPLV voor elkaar te krijgen.’

Een voorbeeld?

Williams en Schurink moeten denken aan de gesprekken die ze voerden in de aanloop naar Preventie met gezag - een programma vanuit het Rijk en onderdeel van het nationaal programma, dat moet bijdragen aan de veiligheid in de wijken.

Voor de verdeling van middelen, de opzet van het programma zelf en de investeringen daarin van de partners, moest er intensief worden samengewerkt door het programmateam van Williams, het wijkactiecentrum, bewoners, lokale grassroots organisaties en professionele organisaties. 

Zoals Schurink het noemt: ‘We wilden community, partners en idiomen bij elkaar brengen.’ 
De uitkomst was een idee vanuit de bewoners.

Williams: ‘Die zeiden: we hebben een passiepoel nodig. Daarbij gaat het om een aantal mannelijke rolmodellen in de community, die een training krijgen. Daarin leren ze om een eerste gesprek te kunnen voeren met de jongeren die betrokken zijn bij een incident in de wijk. Het is dus niet meteen de politie die inspringt. Maar deze getrainde rolmodellen hebben wel de verbinding met de politie. Daarmee schakelen we de politie niet uit maar we hebben nu blijkbaar nog een tussenschijf nodig om die verbinding te maken.’   

Saundra Williams: ‘We creëren cirkels van wijsheid - zo’n cirkel kan bestaan uit een combinatie van bewoners en informele grassroots groepen, die bundelen hun krachten rond een bepaald thema binnen het masterplan’

Centraal staat dus community based werken - kort gezegd: wat er gebeurt, moet gedragen worden binnen de gemeenschap. Maar als je naar het multiculturele Zuidoost kijkt, zie je niet één, maar juist heel veel communities, die door elkaar leven en werken. Hoe hanteer je dat binnen het kader van ‘community based’?

Williams: ‘Terechte vraag. Ik praat steeds over ‘community’ maar er zijn juist veel verschillende groepen bewoners en organisaties. We gaan daarmee om volgens de cirkelmethodiek. We zijn cirkels aan het creëren. We noemen het innovatiecirkels of cirkels van wijsheid. Zo’n cirkel bestaat uit een groep actieve bewoners, of een combinatie van bewoners en informele grassroots groepen. Die bundelen hun krachten rond een bepaald thema binnen het masterplan.

‘Vanuit het programmateam hebben wij het CAT - het Community Action Team. Dat bestaat uit vijf mensen die dag in dag in gesprek gaan met al die verschillende groepen. En zo vormen zich bepaalde groepen die bezig zijn met bepaalde thema’s, of ermee verbonden zijn of er iets van vinden. We zijn hier nu anderhalf jaar mee bezig en er zijn nu veertien cirkels.
 
‘Bijvoorbeeld een cirkel van ouders in het onderwijs. Daarin komen ouders, leraren, directeuren en partners uit het onderwijs bij elkaar op bijeenkomsten om het gesprek te voeren over problemen, kansen en oplossingen. Daarbij ligt de nadruk op oplossingen vanuit de community. Tegelijk wordt in de cirkels ook echt de verbinding gemaakt met het convenant of de alliantiepartners. Vervolgens werk je samen aan de uitvoering en ben je gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat.’ 

Maar jullie nemen wel het initiatief? 

Williams: ‘Als CAT sturen we het liefst niet zelf allerlei uitnodigingen rond met het idee om communities te activeren. En dat hoeft ook niet. Zuidoost ís heel actief. Neem de Afrikaanse gemeenschap - een groot deel is elke zaterdag in de kerk te vinden. Dus dan zijn wij ook in de kerk. En dan gaan wij luisteren: waar praten ze over? En dat kan het begin van zo’n cirkel zijn. Dus wij organiseren geen bijeenkomsten zoals de institutionele partners misschien gewend zijn. Met dat kopje koffie van 9 tot 1 1 uur op een doordeweekse dag op een locatie. Zo doen we het dus niet.’ 

Je gaat naar de plekken waar het al gebeurt.

Williams: ‘Exact.’