Dijkgraaf Marijn Ornstein: ‘Juist bij verstedelijking moet je het waterschap aan tafel hebben’

Met hun blauwe omgevingsvisie 2050 was waterschap Vallei en Veluwe in 2019 haar tijd vooruit. Nu staat het letterlijk in het regeerakkoord: “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming”. In de aanloop naar de verkiezingen op 15 maart a.s. eist dijkgraaf Marijn Ornstein steeds nadrukkelijker een plaats aan de beslistafel op: ‘Maak waterrobuust bouwen onderdeel van de regels van het bouwbesluit.’

Dijkgraaf Marijn Ornstein
Beeld: ©Waterschap Vallei en Veluwe
Dijkgraaf Marijn Ornstein: 'We moeten leren omgaan met onvoorspelbaarheid.'

Bijna vier jaar geleden sprak Overheid van Nu met Dirk-Siert Schoonman, toenmalig heemraad bij waterschap Vallei en Veluwe. Het gesprek ging over de toen net door het waterschap zelf ontwikkelde en geïntroduceerde Blauwe Omgevingsvisie (BOVI) 2050 - een tool in de geest van de Omgevingswet, om bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen water en bodem als ordenende principes te hanteren. 

Het waterschap zag in de eigen BOVI een goed bruikbaar instrument. Niet alleen voor zichzelf, maar vooral ook voor collega-overheden die bezig zijn met bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling. En bracht het ook zo onder de aandacht. Hoe, vroeg Overheid van Nu zich af, zou de BOVI geland zijn in bestuurlijk Nederland? En hoe werkt Vallei en Veluwe er zelf mee?    

We spraken de huidige dijkgraaf, Marijn Ornstein, behalve over de BOVI zelf, over de uit de BOVI voortgekomen BOP - het Blauwe Omgevingsprogramma 2022-2027. En over hoe zo’n programma zich concreet vertaalt in de jaarbegroting en de keuzes die je daarin maakt. En over waarom het zo belangrijk is om water en bodem centraal te stellen bij de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.

Wie is Marijn Ornstein
•    Dijkgraaf bij waterschap Vallei en Veluwe sinds 1 maart 2021.
•    Vijf en een half jaar actief geweest als advocaat.
•    Daarna de overstap gemaakt naar Schiphol. Daar was ze o.a. verantwoordelijk voor de beveiliging, en later voor het duurzaamheidsbeleid, de fysieke veiligheid, crisismanagement, en voor de brandweer.
•    Gelijktijdig actief in de Amsterdamse gemeenteraad. In haar tweede termijn voorzitter van het presidium en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad. Zo ‘kunnen proeven aan het openbaar bestuur’.
•    Daarna de overstap naar Vallei en Veluwe.

Grenzen aan de maakbaarheid

‘Het tijdperk van de maakbaarheid is voorbij’, valt Ornstein meteen met de deur in huis. Ze haalt een rapport van Deltares aan met als ondertitel: Grenzen aan de maakbaarheid van ons water- en bodemsysteem. 

Ze zegt: ‘In Nederland heerst sterk de opvatting dat, als we maar hard genoeg ons best doen, we alles op kunnen lossen. Maar met het veranderende klimaat wordt dat een lastig verhaal. Op een gegeven moment is geen dijk hoog genoeg meer.’

‘Nederland is ingericht op een gematigd zeeklimaat; onze grootste zorg was het afvoeren en schoonmaken van water. Nu wordt alles extremer en onvoorspelbaarder. Perioden van zeer veel neerslag worden afgewisseld met grote perioden van droogte. Niet alleen moet het water nog sneller kunnen worden afgevoerd, maar we moeten het ook veel beter leren vasthouden en schoonhouden in perioden van droogte.’

En: ‘We moeten leren omgaan met onvoorspelbaarheid. Dat betekent dat het natuurlijk systeem veel meer leidend moet zijn. Vroeger pasten wij het waterpeil aan aan de functie van een gebied, maar nu kijken wij als waterschap eerst naar het waterpeil en passen wij daarop de functie aan. De mogelijkheden van duurzaam waterbeheer bepalen het landgebruik in plaats van andersom.’

Van BOVI tot BOP
•    Blauwe Omgevingsvisie (BOVI) 2050, uit 2019 
Een origineel idee van waterschap Vallei en Veluwe, ontwikkeld in de geest van de Omgevingswet. De BOVI fungeert als een stip op de horizon en als inspiratie voor alle waterschappen en hun samenwerkingspartners.
Centraal staat het idee dat je bij ruimtelijke ontwikkeling ‘water als ordenend principe boven en onder de grond’ hanteert. De andere twee ‘waterprincipes’ in de BOVI zijn: het schoonhouden en vasthouden van gebiedseigen water, en samenwerking – ook wel: ‘partnerschap als watermerk’.

•    Blauwe Omgevingsprogramma (BOP) 2022-2027, vastgesteld in 2021. 
Hierin worden de lange termijndoelen van de BOVI tactisch vertaald naar de specifieke opgaven voor het gebied van het waterschap. Oftewel: de BOP maakt de opgaven van de BOVI concreet – ook wel beleidsdoorwerking genoemd.
Er staan vijf onderwerpen centraal: waterveiligheid, watersysteem, wonen en zuiveren, circulaire economie en energietransitie.

Navolging

De regio van waterschap Vallei en Veluwe beslaat de gebieden Eemland, Noord Veluwe, Gelderse Vallei en IJssel Vallei, en strekt zich daarmee uit over de provincies Overijssel, Utrecht en Gelderland - bestuurlijk behoort het alleen tot die laatste twee. Als dijkgraaf heeft Ornstein contact met beide provincies en 37 gemeenten. En ze merkt dat de BOVI steeds meer navolging krijgt in bestuurlijk Nederland.

‘Wetterskip Fryslân en waterschap Noorderzijlvest hebben bijvoorbeeld ook een BOVI, Ook zijn er waterschappen met een BOVI, maar die hem anders noemen. Wij zijn door verschillende waterschappen gevraagd onze ervaringen te delen. Ook zijn er gemeenten die voor hun gemeentelijke omgevingsvisie of gemeentelijk omgevingsprogramma gebruik maken van onze BOVI. Inmiddels is www.BOVI2050.nl meer dan 22.000 keer bezocht.’

Lachend: ‘We hadden copyright moeten aanvragen.’

‘Vallei en Veluwe wordt steeds vaker uitgenodigd aan de voorkant van planprocessen’

Aan de voorkant

Door de BOVI wordt Vallei en Veluwe steeds vaker uitgenodigd aan de voorkant van planprocessen, zegt Ornstein: ‘Zowel bij beleidsontwikkeling bij provincies en gemeenten als bij ruimtelijke initiatieven. Dat is ook een van de doelen van de BOVI: uitnodigen en uitgenodigd worden met de visiekaart als visitekaartje. De perspectieven voor watervraagstukken zijn techniek, ruimte en maatschappij en hoe we die met elkaar integreren. Dit betekent ook dat in de organisatie beleidsontwikkeling, -doorwerking, -uitvoering en -terugkoppeling steeds meer hand in hand gaan.’ 

Dit wordt ook versterkt door de komst van de Omgevingswet, zegt ze. ‘Er ontstaan andere werkprocessen - zoals vroegtijdig met elkaar aan tafel, maar ook deskundigheidsbevordering van de staande organisatie en nieuwe disciplines aantrekken die hierbij passen. Bijvoorbeeld een landschapsarchitect, stedenbouwkundige of een antropoloog. Wij zitten midden in deze ontwikkeling. Soms nemen we zelf het initiatief, zoals bij Natuurlijk Soesterberg. En soms worden we vroegtijdig gevraagd, door bijvoorbeeld regio Noord Veluwe - ook NOVI-gebied.’ 

Het zijn ontwikkelingen die wat Ornstein betreft met het huidige regeerakkoord worden onderstreept. 

‘Is het niet gaaf dat daarin de zin “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming” staat?! Complimenten aan mijn voorganger en de Unie van Waterschappen; er is nu echt een pad geëffend voor waterschappen om van zich te laten horen.’ 

‘We komen 60 tot 80 mensen te kort voor al het werk dat er ligt - dat verlangt dat wij prioriteiten stellen’

Kundig personeel 

Door naar de begroting, waar het waterschap voor 2023 de vertaalslag maakt van de (middel)lange termijn naar de korte termijn. Wat opvalt: meer nog dan geld is het gebrek aan (technisch) kundig personeel - zeker in de hoek van de ICT en ruimtelijke ordening - de belemmerende factor op dit moment. 

Ornstein: ‘We komen 60 tot 80 mensen te kort voor al het werk dat er ligt. En dat verlangt dat wij prioriteiten stellen. Het afgelopen jaar heeft Waterschap Vallei en Veluwe een systematiek ontwikkeld om ons te helpen prioriteren.’

Een manier waarop het waterschap prioriteert, is door ‘blauwe sleutelgebieden’ aan te wijzen, zoals bij de verstedelijkingsopgave van de regio Foodvalley. ‘Deze gebieden krijgen dan extra aandacht. Daarbij gaan wij ervan uit dat de provincies de Ladder van de Duurzame Verstedelijking uit de Kamerbrief Water en Bodem Sturend volgen en bestaand en nieuw beleid hierop aanpassen.’ 

‘Juist bij een thema als verstedelijking moet je het waterschap als partner aan tafel hebben’, stelt Ornstein. ‘Het gaat natuurlijk vooral om: waar bouw je, maar vervolgens ook om: hoe bouw je. Hoe maak je de (bestaande) gebouwde omgeving, vol woningen, zo waterinclusief mogelijk.’

‘Ik ken dit nog uit mijn brandweertijd bij Schiphol’, geeft ze aan. ‘In Nederland bouwen we met een bouwbesluit. Daar staat bijvoorbeeld in hoe dik de muren moeten zijn, zodat er geen brand overslaat. En zo vinden we het bijvoorbeeld vanzelfsprekend dat er ramen in een woning zitten. Maar je zult in zo’n bouwbesluit niet terugvinden dat je je wc doorspoelt met het water van je wasmachine - een klein voorbeeld om aan te geven dat we hier nog geen vergelijkbaar beleid hebben als het gaat om waterrobuust bouwen.’

‘Bij de verkiezingen van 15 maart valt heel veel te kiezen’

Levend document 

Daarom doet het waterschap Vallei en Veluwe nu samen met drinkwaterbedrijf Vitens een oproep: ‘Maak waterrobuust bouwen onderdeel van de regels van het bouwbesluit. Alleen dan creëer je een level playing field voor ontwikkelaars. Anders gaan ontwikkelaars altijd voor de gemeente met de laagste regeldruk’, vertelt Ornstein. ‘In België hebben ze dit al sinds 2004 in hun regelgeving opgenomen’, vult ze aan.

‘Onze BOVI2050 is een levend document. Momenteel actualiseren wij de BOVI op thema’s als Ruimte, Natuur en Klimaat. Grenzen vervagen. En ik ben ervan overtuigd dat geen enkel orgaan sterk genoeg is, of mandaat genoeg heeft, om in z’n eentje deze crises het hoofd te bieden.’ 

Ze besluit: ‘Uit de BOVI komt de uitspraak: partnerschap als watermerk. Misschien moeten we daar wel van maken: partnerschap als handelsmerk van Nederland. De verkiezingen op woensdag 15 maart gaan ook echt over deze opgaven. Ik roep iedereen op gebruik te maken van het recht om te stemmen. Er valt heel veel te kiezen. Ik zie uit naar de samenwerking met bestuurders die na de verkiezingen de verantwoordelijkheid nemen om hier gezamenlijk inhoud en vorm aan te geven.’