In Zundert begrijpen ze nu écht wat het is om als één overheid te werken

Op 1 juli vindt het Dorpenfestival plaats. In een reeks artikelen blikken we hierop vooruit. De pilot Vitaal Buitengebied Zundert gaat zijn derde jaar in. Gemeente, provincie en waterschap werken er samen. ‘We hebben nu een gemeenschappelijk referentiekader, we begrijpen elkaar beter, weten elkaar te vinden en snappen ook waarom een andere overheid  bepaalde regels oplegt.’ 

Een oud gebouw in het buitengebied van Zundert
Beeld: ©Gemeente Zundert

 In 1 minuut: 

•    In Zundert draait een pilot om initiatieven die een vitaal buitengebied creëren te stimuleren. Gemeente, provincie en waterschap treden daarbij op als één overheid, die luistert en faciliteert.
•    De inwoners en partners hebben zelf zeven deelgebieden bepaald; daar denken ze na over een gebiedsvisie. Deze zeven visies worden ondergebracht in de wettelijke omgevingsvisie. 
•    Daarnaast gaan de overheden het gesprek aan met ondernemers: welke initiatieven en ideeen zijn er voor het buitengebied? Als deze meerwaarde hebben voor de omgeving maar volgens de geldende regels (net) niet passen, kijken de overheden hoe ze dit mogelijk kunnen maken. Samen beoordelen ze de plannen. 
•    De samenwerking tussen de drie overheden (provincie, waterschap en gemeente) gaat steeds soepeler, vanwege hun gemeenschappelijke referentiekader, het gegroeide vertrouwen in elkaar en elkaars expertise. 
•    De overgang naar een faciliterende, luisterende overheid kostte tijd en ging met vallen en opstaan.
•    Publicatie van de aanpak in de pilot, als handreiking  naar andere gemeenten en gebiedsprocessen, is in voorbereiding en wordt eind van het jaar aangeboden. 

Het begon allemaal op het bloemencorso. Met een warme handdruk werd de pilot Vitaal Buitengebied Zundert daar beklonken. De gemeenschapszin op het feest diende als inspiratie voor een pilot waarin de gemeenschap allerlei opgaven zou aanpakken met een luisterende, faciliterende overheid aan hun zijde. 


Dat was in 2019. De pilot zit nu in de uitvoeringsfase. En heeft zelfs een gloednieuwe website. Vorig jaar september berichtten we al over de pilot. Hoe gaat het nu met de luisterende overheid, met de projecten? 'Eerst waren we krampachtig bezig met kaders scheppen, inmiddels zijn we flexibeler, omdat we werken vanuit vertrouwen.’

‘We moeten het niet weer zo aanpakken als in De Eldert, dat werkte toen niet’

Gezamenlijke overheid

Initiatieven voor het buitengebied in Zundert worden niet meer  na elkaar beoordeeld, maar door een gezamenlijke overheid. Dat is voordelig. Nicole van Acker, van de provincie Noord-Brabant: ‘Hierdoor heb je de juiste discussie, neem je misverstanden weg en bespaar je doorlooptijd.’


René Rijken, vanuit het waterschap betrokken bij de pilot: ‘Stel dat een initiatief, zeg, een 6- (min) scoort op landschap, maar een 8.5 op water, dan is het een goed plan. Maar als je niet weet dat het watertechnisch een heel goed plan is, denk je misschien wel: doe maar niet.’


Van Acker: ‘We bekijken het integraal; niet alleen meer vanuit het perspectief van de initiatiefnemer of één vertegenwoordiger van een van de overheden.’


Rijken: ‘We zeggen nu dus niet meer dat iets niet kan, maar “je moet aan deze dingen voldoen en dat zou je zo kunnen aanvliegen.” 


Wanneer ideeën nog niet zo concreet zijn stellen het waterschap, de gemeente en de provincie kritische vragen aan initiatiefnemers en leggen ze dilemma’s op tafel. Marien Provoost, projectleider vanuit de gemeente Zundert: ‘Als een idee meerwaarde heeft voor de omgeving , ook volgens de bewoners van het gebied, gaan we kijken hoe we het mogelijk kunnen maken.’


Daarnaast wordt er nagedacht over de wettelijk verplichte omgevingsvisie. De inwoners en partners hebben zelf zeven deelgebieden bepaald; daar denken ze na over een gebiedsvisie. Deze zeven visies worden ondergebracht in de wettelijke omgevingsvisie. De gemeenteraad stemt daar begin volgend jaar over. 


Gedeelde ervaring vergroot het begrip

Nicole van Acker, van de provincie Noord-Brabant: ‘Mijn collega Freek Liebrand sprak in september nog over de “totaal andere bloedgroep” van verschillende overheden. Daar zijn we nu veel verder in.’ 
‘We weten elkaar nu te vinden,’ vertelt René Rijken. 


Marjo Drent, die net als Van Acker vanuit de provincie Noord-Brabant aan de pilot werkt, legt uit dat de samenwerking steeds soepeler verloopt. ‘We hebben nu een gemeenschappelijk referentiekader, door de ervaringen die we samen hebben opgedaan. Dan zeggen we tegen elkaar: “we moeten het niet weer zo aanpakken als in De Eldert, dat werkte toen niet”. We hoeven het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden.’  

‘Waarschijnlijk had ik die keuze ook gemaakt, als ik bij de provincie zou werken’

'We begrijpen elkaars werkveld beter'

Daarnaast is het vertrouwen in elkaar en in elkaars expertise gegroeid, vertelt Drent. Provoost (gemeente Zundert) beaamt dat. ‘De provincie komt nu ook in het veld; die ziet en spreekt de ondernemer of de inwoner. Er zit altijd een persoon achter een initiatief. De provincie begrijpt mijn werkveld beter, tegelijkertijd begrijp ik dat van hen ook beter. Dan denk ik: ik had waarschijnlijk dezelfde keuze gemaakt als ik bij de provincie zou werken.’ 


Faciliterende overheid 

‘Het is niet een knopje dat je omzet, het is een weg er naar toe,’ vertelt Provoost over de mentaliteit van luisterende, faciliterende overheid. 

Van Acker (provincie Noord-Brabant): ‘De overheid moet meedenken vanuit mogelijkheden. Ondernemers en de adviesbureaus die zij in de hand nemen, moeten leren hun plannen met de omgeving te delen en af te stemmen. Dat kost tijd.’

‘Als mensen bereid zijn erover te praten, zijn conflicten heilzaam.’

Vallen en opstaan

Wennen aan de nieuwe rol van faciliterende overheid gaat niet zonder slag of stoot. Dat geven Provoost, Rijken, Van Acker en Drent gelijk toe. 


Rijken (waterschap) noemt als voorbeeld een boomteeltbedrijf dat wilde verplaatsen, om waterberging op de huidige locatie niet in de weg te zitten. ‘Als overheden moeten we dan nadenken over de andere opgaven van het gebied die we daarin kunnen meenemen. We hebben toen allerlei initiatieven aan de verplaatsing gekoppeld. Daardoor werd het veel te complex voor de ondernemer. Die wil door. Dat moeten we dus niet meer doen, een ondernemer kan niet alles oplossen. En deze kan niet het voortouw nemen om alle initiatieven mee op te pakken. Wel kan hij bij de uitvoering van zijn plannen ook andere opgaven en wensen van inwoners meenemen zoals de aanleg van waterberging, natuur en een wandelpad.


‘Het gaat om de balans. Om ideeën en wensen van ondernemers en inwoners die in het gebied spelen, maar ook als overheden heb je opgaven. Het is de kunst om niet in de  oude rol van sturende, bepalende overheid te schieten tijdens zulke gesprekken, maar om samen plannen te ontwikkelen die “beter zijn dan de regels” en passen binnen het gebied. Vervolgens kijk je gezamenlijk of het mogellijk is deze plannen te realiseren,’ vertelt Drent (provincie Noord-Brabant). 

Ondanks het zoeken naar de nieuwe rol, vindt Van Acker (provincie Noord-Brabant) botsingen ook productief. ‘Conflicten zijn een soort snelkookpan, alle belangen komen op tafel. Als mensen bereid zijn erover te praten, zijn conflicten heilzaam.’  

Rijken (waterschap): ‘Omdat we elkaar inmiddels goed kennen, durven we ook elkaar aan te spreken op bepaalde zaken  en verantwoordelijkheden zoals “dit is jouw bevoegdheid, hier moet jij een uitspraak over doen”of “we hebben afgesproken dat jullie dat gaan oppakken”. 


Iedereen voelt de druk om resultaat te boeken

De pilot gaat nu z’n derde jaar in, veel inwoners en ondernemers hebben vrije tijd geïnvesteerd in de vele overleggen. Drent: ‘Je wilt dat ook kunnen belonen met goed resultaat.’ 


Van Acker: ‘De druk van bestuurders, om tot resultaat te komen, voel ik wel. Terwijl we juist investeren in een nieuwe manier van werken. Dat is een minder tastbaar resultaat, maar het is wel heel belangrijk.’ 


Drent voelt juist de druk om resultaat te behalen voor de deelnemende inwoners en ondernemers. ‘Er zijn echt een aantal pareltjes onder de initiatieven. Die moeten we snel tot wasdom laten komen, om de energie in de pilot te houden.’ Of de initiatieven uitgevoerd worden, hangt af van de beoordelingsprocessen, maar ook van de ondernemers; die moeten het initiatief, nadat deze is goedgekeurd, ten uitvoer brengen. 


Over de aanpak als één overheid is Rijken hoe dan ook heel enthousiast. ‘Die samenwerking is heel voordelig, de afstemming met andere overheden wil ik graag behouden.’


Toch voegt Rijken toe dat hij de uitkomst van de vijf initiatieven wil afwachten voordat hij de pilot als ‘succes’ bestempeld. ‘Als we geen successen kunnen vieren, moeten we ook eerlijk zijn tegen elkaar. Ik heb de afgelopen jaren driekwart van mijn werktijd besteed aan de aanpak van deze pilot, dan moet die investering zich uiteindelijk ook kunnen uitbetalen.’ 

Geleerde lessen in een handreiking voor andere gemeenten

Na de zomer, in het laatste half jaar van de pilot, gaan de overheden de geleerde lessen verzamelen. Ze willen een handreiking schrijven waarmee overheden en inwoners/initiatiefnemers aan de slag kunnen in de geest van de omgevingswet. Voor Overheid van Nu lichten ze alvast een tipje van de sluier:


1. Volgens Drent (provincie Noord-Brabant) is een grote les van het project dat ze nu weet wie ze waarvoor moet hebben. ‘Provincie en waterschap komen elkaar ook bij andere gemeenten dan Zundert met vergelijkbare vraagstukken tegen. Door de ervaringen die we in het Zunderste opdoen, weten we elkaar dan ook makkelijker te vinden en kunnen we sneller zaken me elkaar oppakken.’


2. Provoost (gemeente Zundert) benoemt een andere les. ‘We zijn vrij snel geneigd om te denken in termen van “ja, maar…”. Overheden willen graag kaders scheppen, omdat we willen voorkomen dat maatwerk willekeur wordt. Aan het begin waren we vrij secuur bezig met vergelijken hoe iets elders was aangepakt en met precieze berekeningen van meerwaarde.’ Rijken (waterschap) voegt toe: ‘Daaraan kun je veel tijd besteden, maar je kunt je ook afvragen of je meerwaarde precies kunt meten.’  Provoost: ‘Nu werken we meer vanuit vertrouwen, daardoor zijn we flexibeler.’