Vers van de pers: Zorg en veiligheid samen aan tafel om jongeren beter te helpen

Zestien jaar jong, steeds vaker veroorzaker van overlast en al bekend bij politie en jongerenwerk, die zich hier zorgen over maken. Kan deze jongere beter geholpen worden wanneer betrokken zorg- en veiligheidspartners regelmatig met elkaar om tafel zitten? En waar nodig interventies op die van de ander afstemmen? De gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen kijken de komende twee jaar met de Zorg en Veiligheidstafel Jeugd of dit werkt. Overheid van Nu sprak met Annelotte Hoepman, beleidsmedewerker Jeugd Maatschappelijke Ontwikkeling en Gwynne Janssen, beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid. Zij zijn de projectleiders binnen HLTsamen, de organisatie waarbinnen Hillegom, Lisse en Teylingen samenwerken.

Jongen met capuchon

In 1 minuut:
In de rubriek vers van de pers zoomt Overheid van Nu in op hoe je interbestuurlijke samenwerking tegenkomt in de actualiteit. Drie vragen staan centraal: Wat hebben jullie met elkaar afgesproken? Waar liepen jullie in de samenwerking tegenaan? En: hoe gingen jullie daarmee om?

Eind vorig jaar sloten de gemeenten samen met zorg- en veiligheidspartijen het convenant Zorg- en Veiligheidstafel Jeugd. Begin dit jaar organiseerden zij de eerste zorg en veiligheidstafels. Het convenant is het vervolg op het project Jeugd Hillegom, dat eerder startte vanwege een groep jongeren die in de gemeente overlast veroorzaakte. Ondanks reguliere maatregelen van gemeente, politie, OM en andere veiligheidspartners bleef de overlast een probleem. Janssen: ‘Deze maatregelen waren vooral gericht op het handhaven van de openbare orde en veiligheid. ‘’Hangende’’ jongeren wegsturen, gebiedsverboden opleggen en samenscholingsverboden instellen.’

Tegelijkertijd waren veel van deze jongeren ook bekend bij verschillende zorginstanties, waaronder het Jeugd- en Gezinsteam, dat ook zorg verleende. Hoepman: ‘Veiligheidspartners die bezig waren met het bestrijden van overlast op straat, wisten bijvoorbeeld niet of en welke ondersteuning diezelfde jongere bij zorgpartners kreeg, zoals het Jeugd- en Gezinsteam. Die plannen en werkwijzen werden niet altijd op elkaar afgestemd.’ Met het project Jeugd Hillegom kwam daar verandering in. Zorg en veiligheidspartijen als politie, Bureau Leerplicht, Jongerenwerk en het Jeugd- en Gezinsteam kwamen binnen dit project regelmatig bij elkaar. Aan tafel deelden zij zorgen over de jongeren die verantwoordelijk waren voor de overlast. En daarbij stemden zij waar nodig behandelingen, maatregelen en interventies op elkaar af.  

‘Het helpt de jongere wanneer alle betrokken partijen hun plannen op elkaar afstemmen.’

Passende maatregelen

Deze aanpak bleek succesvol en is nu voor twee jaar verlengd en uitgebreid naar buurgemeenten Lisse en Teylingen. Hoepman: ‘We zien bij deze jeugdproblematiek dat het de jongere helpt wanneer alle betrokken partijen hun plannen op elkaar afstemmen.’ Zo vallen deze jongeren o.a. nog binnen jeugdstrafrecht, waar naast vergelding vooral aandacht uitgaat naar (her)opvoeding en behandeling. Hier ligt een kans voor de partijen om met elkaar samen te werken.

Wanneer een jongere bijvoorbeeld opnieuw een strafbaar feit pleegt, ontstaat er wat ruimte voor afstemming tussen, in dit geval, politie, jeugdreclassering en behandelaar. Hoepman: ‘Deze partijen kennen, dankzij deze overlegstructuur, elkaars rol in een situatie en kunnen zo interventies op elkaar afstemmen als dat nodig is.’ Daarnaast kunnen zij, kijkend naar deze casus, elkaar advies geven  over welke maatregel of interventie de jongere kan helpen. En zo proberen om een maatregel meer af te stemmen op wat een jongere op dat moment nodig heeft.’

‘Eerste uitgangspunt is altijd dat de ouders en de jongere ook betrokken worden bij het plan van aanpak.’

Behandelbare casus

In het convenant hebben de partijen afgesproken hoe en welke casussen zij met elkaar behandelen, en welke informatie zij hiervoor met elkaar delen. De gemeente neemt de regie over het proces. Voordat een casus behandeld wordt, toetst de gemeente of de jongere in kwestie aan de aanmeldcriteria voldoet. Hoepman: ‘Is hij of zij onder de 18 jaar? Woont diegene in een van de drie gemeenten en hebben we het hier over casuïstiek die zowel aan zorg als veiligheid raakt?’ Vervolgens vullen de betrokken partijen aan: is de jeugdige al een bekende? Hebben zij zorgen over de situatie en is er meerwaarde om bij elkaar te komen? Zo bepalen de partijen met elkaar of het een behandelbare casus is. ‘Is dat het geval? Dan is het eerste uitgangspunt altijd dat de ouders en de jongere ook betrokken worden bij het plan van aanpak.’

‘Wij proberen als gemeente vooral ondertiteling te geven bij acties van partners.’

Ondertiteling geven

De partijen maken uiteindelijk de inhoudelijke beslissingen over wat de jongere het beste kan helpen. Janssen: ‘Onderdeel van onze regierol is dat wij als gemeente ondertiteling proberen te geven bij acties van partners. Zodat andere partners ook makkelijker begrip voor deze keuze krijgen’, legt Hoepman uit.

In dat proces van samenwerken met verschillende partners ligt altijd de uitdaging om breder te kijken dan enkel je eigen specialisatie, beaamt Janssen. ‘Verschillende partijen hebben allemaal een ander subdoel, terwijl we allemaal hetzelfde einddoel willen bereiken.’ Zo richt de politie vooral op handhaving en het bewaken van de openbare orde. Zij moeten niet alleen het kind helpen, maar ook slachtoffers. Janssen: ‘Als onafhankelijke partij proberen we daar verbinding te leggen met wat andere partners voor ogen hebben. Zo ontstaat er veel meer begrip wederzijds en nemen alle partijen een beslissing waar de jongere het beste mee geholpen wordt.’