Rik Timens: ‘We proberen de juiste verbindingen te leggen’

Het ministerie van EZK wil samenwerken met de regio’s op het gebied van regionale economie. Volgens strategisch adviseur Rik Timens is timing is hierin belangrijk. ‘Soms constateer je dat het te vroeg is om iets samen te doen. Dan is het vooral goed om van elkaar te weten waar je mee bezig bent. Bij samenwerkingen tussen het Rijk en de regio’s op het gebied van economie is openheid, vertrouwen en flexibiliteit van belang.’

Portretfoto Rik Timens
Beeld: ©Rik Timens

In 1 minuut:

  • Het regionale economische beleid werd tien jaar geleden gedecentraliseerd, maar al snel ontstond de behoefte om toch weer samen te werken als ministerie met de verschillende regio’s.
  • Hoe krijgt deze samenwerking nu opnieuw gestalte? Ontwikkelingen en initiatieven moeten goed op elkaar worden afgestemd, om te werken als één overheid.

Verkennend

Tien jaar geleden werd het regionale economische beleid gedecentraliseerd. ‘Het Rijk werkte destijds samen met de provincies op economisch vlak’, vertelt Rik Timens, strategisch adviseur bij Directie Regio van het ministerie van EZK. ‘En deed dat met gezamenlijke programma’s, zoals  Pieken in de Delta. De Pieken-projecten hadden een regionale insteek maar ook een nationaal economisch belang. De kosten werden fifty-fifty gedeeld tussen Rijk en provincies. Die aanpak werd in 2010 gestopt.’

‘Zowel het Ministerie van Economische Zaken, als provincies en gemeenten, waren na de decentralisatie vooral bezig hun eigen ambities te formuleren en beleid te ontwikkelen. De gemeenschappelijke basis voor het regionaal economisch beleid, Pieken in de Delta, was er niet meer. Elkaar vroegtijdig betrekken bij de beleidsvorming was mondjesmaat, maar we praatten wel met elkaar.’

Uit die gesprekken ontstond al snel de behoefte om samen te werken op twee thema’s: human capital en innovatiestimulering van het mkb. 

Delen

Vanuit de MKB Samenwerkingsagenda is een structuur ingericht, zoals een maandelijkse werkgroep Rijk-Regio, ondersteund door RVO, een tweemaandelijks directeurenoverleg tussen EZK, de provincies, mkb-leden van de topteams en MKB Nederland. En een halfjaarlijks bestuurlijk overleg Regionale Economie, voorgezeten door staatssecretaris Mona Keijzer. Timens: ‘Na vier jaar samenwerking met de regio op het innovatieve MKB kwam de vraag op: ‘Kunnen we hier meer uit halen?’ Kunnen we de agenda verdiepen, of zelfs een platform laten zijn om breder over economische beleidsontwikkelingen of maatschappelijke uitdagingen afspraken te maken? Uitdagingen waar we als rijk en regio, gezamenlijk, iets mee willen.’

Timens werkt sinds medio 2019 aan de totstandkoming van het Economisch Samenwerkingsplatform Rijk-Regio. Die ging begin 2020 van start. Ook onderwijs en arbeidsmarkt, circulaire economie en digitalisering staan daar als thema’s op.

'Er bestonden meerdere regelingen voor het innovatieve mkb. Nu is alles gebundeld tot één regeling en ook de financiering is gecombineerd.'

‘In het platform is de samenwerking op die thema’s nog vooral verkennend’ stelt Timens. ‘Wij als Directie regio spelen daarbij een verbindende rol. Niet alleen vanuit het ministerie naar buiten, maar ook andersom. De vraag is hoe we elkaar kunnen versterken en informatie en kennis met elkaar delen? Werken als één overheid vereist dat we allerlei ontwikkelingen en initiatieven goed op elkaar afstemmen.’

Naast verkennende trajecten is er in het platform ook sprake van concreet zakendoen. Als voorbeeld noemt hij de regeling waarmee ondernemers o.a. haalbaarheidsstudies en R&D-samenwerkingsprojecten kunnen financieren, de zogeheten MIT-regeling.

Timens: ‘Nationaal en in de regio bestonden meerdere regelingen voor het innovatieve mkb, ook met verschillen in subsidievoorwaarden. Nu is alles gebundeld tot één regeling en ook de financiering is gecombineerd. Op die manier bereiken we meer ondernemers en het verhaal naar hen toe is veel duidelijker.’

Breekpunt

In één van de eerste bijeenkomsten van de MKB Samenwerkingsagenda in 2014, dus in een vroeg stadium van de samenwerking, is een aantal belangrijke uitgangspunten afgesproken. Niet alleen werd benoemd waar ze over zouden praten, maar ook waar ze het niet over gingen hebben. Zo sprak men af geen energie te steken in zaken die men niet kon veranderen, zoals de wijze waarop verantwoordelijkheden tussen het Rijk en de provincies bij de decentralisatie waren geregeld. Ook is er gaandeweg afgesproken dat als niet alle provincies in hetzelfde tempo konden meedoen in een afspraak met EZK, dat geen breekpunt zou zijn.

Timens: ‘Bij de zogeheten MIT-regeling die ik net noemde, deden bijvoorbeeld niet alle provincies direct mee. En ook niet allemaal met dezelfde intensiteit. Dat is oké, ze konden altijd op een later moment meedoen. En dat is ook gebeurd.  Dat onderlinge begrip voor elkaars positie en verantwoordelijkheden is belangrijk. Ik merk dat dat werkt.’

‘Je moet elkaars verantwoordelijkheden zien en erkennen.’

Openheid

De economische samenwerking tussen Rijk en regio’s vraagt volgens Timens om vertrouwen. ‘We betrekken elkaar in een vroeg stadium in beleidsvoornemens. Dus die informatie delen we in vertrouwen. Als beleidsvoornemens dan anders lopen, moet je dat niet later op je bordje krijgen. Openheid naar elkaar draagt daaraan bij. Daarnaast moet je elkaars rol en verantwoordelijkheden zien en erkennen. Ook flexibiliteit is belangrijk. Soms breng ik mensen met elkaar in contact, maar blijkt dat het te vroeg is voor een samenwerking. Kennisuitwisseling kan eigenlijk altijd wel. Dat moet je dan erkennen, want niemand zit te wachten op een lege samenwerking.’