Gebiedsbestuurders in de praktijk – een verkenning

Van wijkwethouders tot gebiedsgedeputeerden. Om de bestuurder dichter bij de burger te brengen en integraal werken te bevorderen, hebben verschillende gemeenten, provincies en waterschappen zogenaamde ‘gebiedsbestuurders’ aangesteld. Platform 31 onderzocht, in opdracht van het ministerie van BZK, de ervaringen met gebiedsbestuurders op lokaal, regionaal en provinciaal niveau. De resultaten zijn gebundeld in de eindrapportage ‘Gebiedsbestuurders bij decentrale overheden – duiding en lessen’. Maarten Hoogstad werkt bij de afdeling Bestuur en Advisering van BZK. Hij vertelt meer over het waarom van dit onderzoek en de meest opvallende bevindingen.

Publicatie Gebiedsbestuurders bij decentrale overheden

Ontkokering bij het Rijk

‘Vanuit het ministerie roepen we medeoverheden op om interbestuurlijk samen te werken en integraal aan de slag te gaan. Maar als Rijk doen we dat zelf nog niet altijd helemaal goed. We krijgen regelmatig het verwijt dat de departementen te verkokerd werken’, vertelt Hoogstad.
Daarom besloot de afdeling Bestuur en Advisering dat het tijd was om op zoek te gaan naar manieren om ook binnen het Rijk meer integraal en minder verkokerd te werken. ‘We zagen bij medeoverheden de trend van het werken met gebiedsbestuurders. En we waren benieuwd of je dat concept ook zou kunnen toepassen bij het Rijk.’

Om hier achter te komen heeft BZK Platform31 gevraagd om een inventarisatie te doen van praktijkvoorbeelden van gebiedsbestuurders. Hoogstad: ‘Dit rapport is dus echt een verkenning. We gebruiken het als basis voor een gesprek over de mogelijkheden om als Rijk ook iets te doen met een afgeleide van het concept ‘gebiedsbestuurders’.

'Er is niet één blauwdruk van hoe de gebiedsbestuurder aan de slag gaat'

Verschillende vormen

Voor deze verkenning gingen de onderzoekers van Platform31 opzoek naar praktijkvoorbeelden van de inzet van gebiedsbestuurders. ‘De voorbeelden lagen minder voor het oprapen dan we hadden gedacht. We lopen dus niet zo ver achter op lokale overheden als we dachten’, aldus Hoogstad.

Uit de verkenning kwam naar voren dat gemeenten de gebiedsbestuurders vooral inzetten om de nabijheid van het bestuur voor de inwoners te bevorderen. Het integrale werken is daarbij vaak nog van ondergeschikt belang. ‘Er zijn wel een paar regio’s waar ook het integrale werken wordt bevorderd door de gebiedsbestuurder, maar dan is het meer een groeimodel. Meer nabijheid van het bestuur is meestal het primaire doel’, legt Hoogstad uit.

Wat Hoogstad ook opviel is dat er veel verschillen zijn in hoe er invulling wordt gegeven aan het begrip ‘gebiedsbestuurder’. ‘Gemeenten geven elk om een eigen manier vorm aan de taken, de samenwerkingen, de doelstellingen en de ondersteuning van de gebiedsbestuurder. Er is dus niet één blauwdruk van hoe een gebiedsbestuurder aan de slag gaat.’

Verder vond Hoogstad het interessant om te zien dat het in veel gevallen eigenlijk niet zozeer om het gebied gaat, maar meer om de opgave. ‘Uiteindelijk krijgt ook een gebiedsbestuurder mensen vooral bij elkaar rondom een opgave. Dus gebiedsgericht en opgavegericht werken lopen ook hier in elkaar over.’

Een inkijkje in de praktijk

Volgens Hoogstad is de kracht van dit rapport dat het Rijk zijn oor in de praktijk te luisteren heeft gelegd, en er echt voor openstond om te leren van medeoverheden met meer ervaring met dit concept. ‘Ik vind het ook mooi dat iedereen die voor dit onderzoek benaderd is zo open en eerlijk is geweest over zijn of haar ervaringen. Daarmee geeft het rapport echt een inkijkje in de praktijk.’

Hoogstad hoopt dat het rapport mensen kan inspireren. ‘Het is zeker geen ei van Columbus of blauwdruk. Maar het rapport laat wel zien dat er wat te kiezen en af te wegen valt wanneer je nadenkt over manieren om integraal werken te bevorderen.’

Benieuwd naar het rapport ‘Gebiedsbestuurders bij decentrale overheden – duiding en lessen’? Je kunt het downloaden via deze link.