Samenwerken levert Groene Hart cruciale regiodeal op

Vier hoogheemraadschappen, drie gemeenten en twee provincies ontwerpen een regiodeal om samen met het Rijk te werken aan de aanpak van bodemdaling in het Groene Hart. Het Rijk investeert hierin 10 miljoen. De regiodeal is van cruciaal belang, want de gevolgen van bodemdaling zijn zeer ernstig en de aanpak is complex. Dat vraagt om de gezamenlijke inzet van overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere partijen. De regiodeal stelt de partners in staat kennis te verzamelen, waar ook andere gebieden die kampen met bodemdaling hun voordeel mee kunnen doen. 

Schapen in een weiland

Moeilijk en kostbaar

Het Groene Hart kampt in toenemende mate met de negatieve gevolgen van bodemdaling. De veenbodem zakt er steeds verder weg, op sommige plaatsen wel met enkele centimeters per jaar. Het wordt steeds moeilijker en kostbaarder om infrastructuur, wonen en bedrijvigheid in stand te houden. Wethouder Hilde Niezen is wethouder in Gouda en bestuurlijk trekker namens de overheden die de regiodeal vormgeven. Niezen legt uit: ‘Het is heel eenvoudig: we zijn in het Groene Hart natuurlijk bekend met bodemdaling. Maar hoe verder de bodem zakt, hoe groter de problemen worden. Het besef groeit nu, dat het zo niet langer gaat.’

‘Het besef groeit dat het zo niet langer gaat’

Niet meer polderen maar aanpakken

Inwoners van het Groene Hart zijn er aan gewend dat straten met regelmaat worden opgebroken en opgehoogd. Maar deze aanpak loopt op z’n eind, zegt Niezen. ‘We moeten het anders gaan doen. Het is letterlijk het poldermodel dat er voor zorgt dat de bodem daalt: iedereen krijgt een béétje zijn zin. Dat moet stoppen, er moet aangepakt worden.’ Op bestuurlijk niveau is dat bewustzijn nu aan het doordringen en dat heeft geresulteerd in de regiodeal. Belangrijk winstpunt daarbij, is dat nu ook het Rijk expliciet als partner aan boord is, zegt Niezen: ‘We hadden laatst een ambtelijk overleg, waarbij maar liefst zes ministeries vertegenwoordigd waren – dat zegt wel iets, denk ik.’ De betrokkenheid van het Rijk is onder andere belangrijk om het onderwerp landelijk en internationaal te agenderen en om belemmerende wet- en regelgeving aan te passen. Niezen: ‘Dat alle bestuurslagen betrokken zijn, maakt dat we voor de noodzakelijke integrale aanpak kunnen gaan.’

Bodemdaling niet top-of-mind

Nu is het zaak om ook de samenleving te doordringen van de ernst van de situatie en de geesten rijp te maken voor een andere aanpak. Anders dan bijvoorbeeld de aardbevingen in Groningen, is bodemdaling een sluipend proces. Maar de gevolgen voor onder meer de funderingen van woningen en bedrijfspanden, onderhoud van wegen en rioleringen en het gebruik van landbouwgronden liegen er niet om. De kosten van bodemdaling zijn door het Planbureau voor de Leefomgeving becijferd op miljarden. ‘Voor bewoners en ondernemers in het gebied is het onderwerp bodemdaling niet bepaald “top-of-mind”’, aldus Niezen. ‘Eén van onze doelen met de regiodeal is wél het gesprek aangaan met de samenleving, want we zullen met elkaar moeten bepalen hoe we dit gaan aanpakken. Niet alleen in de stedelijke gebieden, maar ook op het platteland. De landbouw zal het echt anders moeten gaan doen, met andere teelten.’

Hilde Niezen
Beeld: ©Sandra Zeilstra
Hilde Niezen

Kennis verzamelen en delen

Met het geld uit de regiodeal kan op een meer fundamentele manier naar oplossingen voor het vraagstuk gekeken worden. De partners in de regiodeal zien kansen voor nieuwe projecten. Daarin kunnen bijvoorbeeld innovatieve methoden worden ontwikkeld voor nieuwbouw of het aanleggen van wegen, voor onderwaterdrainage in de landbouwsector of voor het experimenteren met nieuwe teelten. Het opzetten van een kenniscentrum rondom bodemdaling zal in elk geval deel uitmaken vn de regiodeal. Niezen: ‘De kennis die we daarbij opdoen, verzamelen en delen we. Normaal is dit  bij ons, als lagere overheden, toch vaak een sluitpost. Met het geld uit de regiodeal kunnen we in dat opzicht echt het verschil maken. Kennisinstituten als Deltares en de TU Delft hebben ook veel belangstelling om te helpen. Bodemdaling is een probleem dat zich wereldwijd voordoet. De kennis die we hier in allerlei pilots gaan opdoen, kunnen we niet alleen elders in de Nederland toepassen, maar het biedt ook hele mooie export-kansen.’

‘Met het geld uit de regiodeal kunnen we echt het verschil maken’

Bevlogen en deskundig

Als inwoner en bestuurder van de stad Gouda, hoopt Niezen ook persoonlijk op mooie resultaten uit de regiodeal. ‘Gouda is een prachtige stad, die als gevolg van de hoge kosten van onderhoud door bodemdaling een historie heeft van armlastigheid.  Daar doen we nu wat aan en ik vind het geweldig om daar een bijdrage te mogen leveren. Intussen’ lacht ze ‘ben ik helemaal ondergedompeld in de wereld van het water. De mensen die daar in actief zijn, zijn ongelofelijk bevlogen en deskundig. Dat geeft veel vertrouwen in de toekomst.’

Concrete invulling

De provincie Zuid-Holland en Utrecht, gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda, Woerden en de hoogheemraadschappen van Rijnland, De Stichtse Rijnlanden en Schieland en de Krimpenerwaard werken nu samen met het Rijk aan de concrete invulling van de regiodeal. De ondertekening van de deal wordt verwacht in het voorjaar van 2019. In totaal zijn er in Nederland 88 voorstellen ingediend voor een regiodeal. Daarvan zijn er 12 geselecteerd voor het vervolg.