Alrita Borst: ‘Horizontaal samenwerken en voeding vanuit de praktijk brengen je op goede ideeën’

Met Overheid van Nu volgen we verschillende professionals die veel interbestuurlijk samenwerken. Om te zien wat ze bereiken, maar ook waar ze in de praktijk tegenaan lopen. Dat doen we aan de hand van een specifieke uitdaging die ze dit jaar zien.

Alrita

In 1 minuut:

‘De flexibilisering van de asielketen is een behoorlijke en complexe klus. Kort gezegd komt het er op neer dat het programma moet zorgen dat we beter en robuuster voorbereid zijn op fluctuaties in de instroom, doorstroom en uitstroom van asielzoekers. De asielketen moet flexibeler en effectiever worden, zodat we pieken en dalen beter kunnen opvangen, zonder ad hoc maatregelen die de omgeving belasten en ook de asielzoeker niet vooruit helpen.

Alrita Borst is sinds anderhalf jaar plaatsvervangend programmadirecteur Flexibilisering Asielketen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ze is een doorgewinterde leidinggevende manager op justitieel en veiligheidsgebied. Na ruim 20 jaar in het management bij de politie Haaglanden stond ze vijf jaar aan de leiding bij het Nationaal Crisiscentrum. Daarna was ze ruim drie jaar programmanager aardbevingen bij de Veiligheidsregio Groningen. Vandaag stellen we haar en haar uitdaging alvast voor.

Bij welke ‘interbestuurlijke uitdaging’ gaan we u volgen?

‘De flexibilisering van de asielketen. Dat is een behoorlijke en complexe klus, waar bovendien tijdsdruk op zit. Het programma moet nog worden afgerond gedurende deze kabinetsperiode, en die duurt niet zo lang meer. Het is bovendien een opdracht van groot belang. Er is draagvlak in de samenleving voor de opvang van vluchtelingen, maar de wijze waarop we tot nu toe zijn om gegaan met grote fluctuaties in de omvang en het type instroom heeft ongewenste neveneffecten in de samenleving. Dat maakt het moeilijk om het maatschappelijke draagvlak in stand te houden, terwijl dat essentieel is voor het asielstelsel.’

'Samenleven betekent ook samenleven met de mensen die je opvangt.'

‘Kort gezegd komt het er op neer dat het programma moet zorgen dat we beter en robuuster voorbereid zijn op fluctuaties in de instroom, doorstroom en uitstroom van asielzoekers. De asielketen moet flexibeler en effectiever worden, zodat we pieken en dalen beter kunnen opvangen, zonder ad hoc maatregelen die de omgeving belasten en ook de asielzoeker niet vooruit helpen. Samenleven betekent ook samenleven met de mensen die je opvangt. Daarbij is maatschappelijke acceptatie van het grootste belang.’

Hoe gaat u dat doen?

‘Voor een asielzoeker die door zijn asielaanvraag in de procedure en het proces van opvang   belandt, zijn er twee mogelijke uitkomsten: integratie of vertrek. Voor een effectief en flexibel asielstelsel is het van belang om zo vroeg mogelijk in dat proces met betrokken diensten te kunnen inschatten op welke van die twee uitkomsten de asielzoeker de grootste kans maakt. We kunnen dan integraal informatie met elkaar delen en voorbereidingen treffen zodat de asielzoeker zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt, zonder natuurlijk afbreuk te doen aan de zorgvuldigheid.  Daarbij is het volgen van standaardprocedures niet altijd effectief. Het blijven activeren van de asielzoeker en het vroegtijdig duidelijkheid geven via een doelgroepenbenadering vraagt om aanpassingen van het huidige asielproces.

‘Twee van de grote problemen zijn huisvesting en snelle integratie als asielzoekers een vergunning tot verblijf krijgen. De huidige situatie is dat de meeste asielzoekers lang in een AZC zitten, soms ver weg van de gemeente waar ze moeten worden gehuisvest. Daardoor kunnen ze niet alvast beginnen met integratie op de plek waar ze later gaan wonen. We moeten toe naar een situatie waarin de mensen die grote kans maken om te mogen blijven snel onderdak krijgen op een plek waar ze gaan integreren en werk kunnen vinden, zodat ze in staat zijn hun leven hier verder op te bouwen. Als je eerder in het proces weet wie in Nederland mag blijven, kun je die mensen koppelen aan een gemeente van huisvesting en integratie en ze daar al zo vroeg mogelijk gaan onderbrengen.’

Hoe komt interbestuurlijk samenwerken daarbij kijken?

‘We moeten zorgen dat alle betrokken overheden en maatschappelijke organisaties nauw met elkaar samenwerken. En samenwerken betekent voor mij ook samen ontwikkelen, dus samen bedenken op welke manier we het asielsysteem effectiever en flexibeler kunnen maken. Op welke manier we er voor kunnen zorgen dat de asielzoeker actief blijft op integratie of terugkeer, en hoe we dat als overheden zo goed mogelijk kunnen faciliteren.

‘We werken al interbestuurlijk samen op dit gebied, want we kunnen het kortweg gezegd niet alleen. Zowel voor opvanglocaties als voor huisvesting is een samenwerking met gemeenten en provincies een voorwaarde. Voor de flexibilisering is intensivering van die samenwerking erg belangrijk. Hoe kunnen we opvanglocaties zo effectief mogelijk benutten bij fluctuerende instroom en doorstroom. En hoe kunnen we het huisvestingsprobleem tegemoetkomen door andere concepten van huisvesting en opvang met elkaar te bedenken, meer multifunctioneel. Daarbij moeten we niet denken vanuit bureaucratische belemmeringen en het eigen organisatiebelang, maar vanuit de opgave en het einddoel. Wat helpt om een asielzoeker op de goede manier snel duidelijkheid te geven?’

'Wat helpt om een asielzoeker op de goede manier snel duidelijkheid te geven?’

‘We hebben een kerngroep ‘Van opvang naar huisvesting’, waarin partners uit de asielketen aan tafel zitten met andere overheden en organisaties. Die groep is pas een aantal maanden bezig, maar het is nu al een heel goede samenwerking waar veel energie in zit, met respect voor ieders taken en verantwoordelijkheden. Horizontaal en niet verticaal, want je krijgt het niet alleen voor elkaar door het opleggen van maatregelen, wel door samenwerking en goede afspraken. Dus niet als Rijksoverheid iets opschrijven en de anderen vragen of zij het ook een goed plan vinden, maar juist samen ontwikkelen. Voeding vanuit de uitvoeringspraktijk brengt je op goede ideeën en oplossingen. Je kunt elkaar daarin helpen en versterken.’