‘We moeten nú aan de slag, opgaven zijn te urgent om te wachten tot verkiezingen’

‘Dat de aanbevelingen niet in een la verdwijnen en dat het door professionals uit alle overheidslagen samen wordt opgepakt.’ Die hoop sprak Bernard ter Haar, voorzitter van de Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen, uit tijdens het webinar ‘Als één overheid’, op 14 oktober.

Screenshot uit presentatie webinar
Beeld: ©Ministerie BZK

In het rapport, dat 10 september verscheen, doet de studiegroep een aantal concrete aanbevelingen. Voor de analyse keek het gezelschap onder leiding van topambtenaar Ter Haar naar drie beleidsterreinen: de woningbouw, de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de energietransitie.

De gezamenlijke overheden moeten veel gestructureerder te werk gaan en ze moeten beter samenwerken. Daarbij pleit het rapport voor maatwerk en meer flexibiliteit. Zo zou in de ene regio kunnen worden afgesproken dat een taak bij gemeenten komt te liggen en in de andere bij de provincie.

Niet wachten tot formatie

De studiegroep pleit ervoor om niet te wachten tot de volgende kabinetsformatie om de aanbevelingen uit te voeren. Dat herhaalt Ter Haar tijdens het webinar. ‘De opgaven, zoals de woningbouw, zijn te urgent. We hoeven niet te wachten tot de verkiezingen, maar we kunnen en moeten nu gewoon aan de slag.’

Als illustratie hoe het mis kan gaan tussen samenwerkende overheden kwam wethouder Gerard van As van Alphen aan den Rijn (Bouwen en Wonen) aan het woord in een filmpje. Van As wil vaart maken met woningbouw in zijn gemeente, aan de rand van het Groene Hart, maar krijgt niet de noodzakelijke toestemming hiervoor van de provincie.

‘Het is heel belangrijk om bij de start te duiden wat de opgave precies is, en dat te herhalen. Hebben we nog steeds hetzelfde opgave, praten we over hetzelfde?’

Leden van de studiegroep Co Verdaas en Jan Jacob van Dijk reflecteerden op de kwestie. Van Dijk: ‘Verschillende partijen hebben verschillende belangen. Neem de RES-sen, de Regionale Energie Strategieën. Gemeenten zijn hierin soms ambitieuzer dan de provincie. Het is heel belangrijk om bij de start te duiden wat de opgave precies is, en dat te herhalen. Hebben we nog steeds hetzelfde opgave, praten we over hetzelfde?’

Een van de belangrijke dingen tijdens samenwerken is om je in een ander te verplaatsen, zegt Van Dijk. ‘Wat heeft iemand nodig om een goede bijdrage te kunnen leveren aan een bepaalde opgave? Wat heeft in dit geval Van As nodig om zijn collega bij de provincie te overtuigen? Die vraag kan veel inzicht geven.’

‘Het rijk zou niet automatisch de regierol moeten hebben bij samenwerkingen.’

Regierol

De aandacht komt op de ‘regierol’ bij het samenwerken op bepaalde opgaven. Nu ligt die rol vaak bij het rijk. Zou dat niet beter anders kunnen zijn? Ja, vindt meer dan 90% van de deelnemers aan het webinar. Van Dijk is het daarmee eens: ‘Regie betekent ook dat je mensen in hun kracht zet. Regie betekent gezamenlijkheid. Nu is het een automatisme dat het rijk de regierol neemt en de vraag is of dat verstandig is.’ Bij de RES-sen is dat bijvoorbeeld niet gebeurd, zegt Van Dijk: ‘Iedere regio had de eigen keus. Dat vind ik een gezonde en volwassen manier van een gesprek voeren.’

Verdaas noemt twee dingen die hij heeft geleerd van het werk voor de studiegroep. ‘Dat we elkaar als overheden nodig hebben. Het is een cliché, maar erg waar. En ten tweede zegt iedereen dat ze opgavegericht willen werken. Maar iedereen doet mee aan een samenwerking namens een organisatie. Dan gaat de gedachte ‘wat zou de achterban hiervan vinden?’ een rol spelen. Zo’n vrije rol is nodig om de opgave centraal te stellen, maar dat gebeurt niet vanzelf.’

Eng

Het is best een beetje eng om als rijk de touwtjes uit handen te geven, zegt studiegroeplid Sandor Gaastra. ‘Tijdens het Energieakkoord ging dat niet goed. Toen verdeelde het rijk de opgavedoelen over de regio’s. Dat werkte niet. Bij de RES is het een combinatie van top-down en bottom-up. En dan zie je dat veel regio’s soms met een hoger ‘bod’ komen – de hoeveelheid energie die men wil besparen of opwekken, red. - dan zou hoeven.’

Ook een belangrijke kwestie: met wie werk je samen aan een opgave? Hoe het niet moet zag je in het verleden bij de zogeheten extramuralisering van de GGZ. Studiegroeplid Staf Depla :’Rijk en GGZ besloten toen dat het beter was als (oud)-cliënten meer onderdeel van de samenleving zouden zijn. Dus minder ‘’intramuraal’, binnen de muren van een instelling. Maar ze vergaten om het gesprek hierover aan te gaan met gemeenten en bewoners. Een schoolvoorbeeld dat je bij een opgave niet met de juiste mensen aan tafel zit. Je kan het heel snel eens zijn over wat een opgave precies is, maar je moet met alle partijen verantwoordelijkheid nemen. Wie kan bijdragen aan de oplossing en op welke manier?’

‘Overheden gedragen zich bij conflicten vaak bangig en schuiven verantwoordelijkheden af.’

Conflicten

En als het dan verkeerd gaat tussen overheden, hoe moet dat dan worden beslecht? ‘Door de rechter?’ oppert dagvoorzitter Esther van der Voort. Sandor Gaastra vindt van niet: ‘Dit zijn politieke afwegingen. Bezwaren moet je langs goede democratische weg weten op te lossen.’

Vantevoren kunnen partijen ook afspreken hoe ze conflicten beslechten, suggereert Staf Depla. ‘Overheden gedragen zich op dit punt vaak bangig en schuiven verantwoordelijkheden af.’

Het laatste woord van de middag is voor Bernard ter Haar, die de hoop uitspreekt dat de aanbevelingen uit het rapport worden opgepakt. ‘Ik hoor veel enthousiasme over het rapport. Ik zou de mensen van alle overheden die geïnspireerd zijn geraakt willen oproepen: zoek de andere partijen op, kijk over de grenzen van je eigen organisatie en sector, om samen de opgave beter aan te pakken.’

Meer weten over de toekomst van het openbaar bestuur? Meld je aan voor het gelijknamige webinar op 5 november.