Tijdens en rond de feestdagen reflecteert Overheid van Nu op wat in het voorbije jaar de belangrijkste thema’s waren. Dit keer: ons onvermogen om over macht te praten. Waardoor we niet weten in welke relatie we tot elkaar staan. Het verhindert ons, aldus NSOB-decaan Martijn van der Steen, om goed samen te werken. En de grote opgaven van deze tijd daadwerkelijk op te lossen.

Beeld: © EMMA

Martijn van der Steen: ‘”We doen het samen” is een verhullende term.’

‘”We doen het samen”. We roepen het te pas en te onpas. Klinkt meteen goed, maar het is een verhullende term. Samenwerken kun je op heel veel manieren doen. Het kan heel verschillende dingen betekenen. En in de praktijk is het meestal zo dat je tegengestelde belangen hebt. De kunst is dan om een relatie met elkaar aan te gaan en die te benoemen. Zodat iedereen weet hoe je die belangen met elkaar gaat wegen.

Dat je bijvoorbeeld benoemt hoe je hier met elkaar ruzie over kunt hebben. Daarvoor moet je wél duidelijk hebben hoe je je tot elkaar verhoudt: wat samenwerking voor eenieder en jullie gezamenlijk betekent. De inhoud kan pas stromen, de grote opgaven die al jaren vastzitten kunnen pas worden opgelost, als je over de relatie gedeelde betekenis hebt. En die betekenis moet je daarom éérst en voortdurend samen geven.’

Aldus Martijn van der Steen, historicus, bestuurskundige, bijzonder hoogleraar aan Erasmus Universiteit Rotterdam en decaan en bestuurder van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, NSOB, in een tweedelig interview eerder dit jaar, ook te vinden in ons kerstmagazine.

"We zeggen niet dat iets “moet”, maar noemen dat liever “regisseren”"

Tussen moeten en loslaten

De relatie benoemen waarin je met elkaar wilt samenwerken – het is een even eenvoudig als machtig inzicht dat Van der Steen op tafel legt en dat elke manager van elke landelijke aanpak, interbestuurlijke samenwerking of nationaal programma in de oren moet knopen.

Want wat is het probleem? Van der Steen: ‘Cultureel gezien schrikken we van autoriteit en gezag en doen we graag alsof we allemaal gelijk zijn en evenveel te zeggen hebben. We vinden het een zwaktebod om iets op te leggen, vanuit een cultuur-historisch idee dat we geboren polderaars en consensus-liefhebbers zijn. We houden niet van het woordje “moet” - dat is autoritair.’

‘Máár, we houden ook niet van het loslaten. Want dan ontstaat er verschil. Dan krijgt de een iets meer, minder of anders dan de ander, en dan is ook niet de bedoeling. We willen ruimte voor onszelf, maar regels voor de ander. Daarom veinzen we ruimte en spreken we niet over macht; en dus blijft altijd in het midden wat onze relatie is.’

Toegespitst op de overheid: ‘We zeggen niet dat iets “moet”, maar noemen dat liever “regisseren”. En we geven de ander “ruimte”, maar die is ingekaderd in regels en kaders, zodat we vooraf weten wat eruit komt. En omdat het allemaal omfloerst gebeurt, is het van allebei net niks.’

Aan de bak dus, met die relatie. Elkaar echt in de ogen kijken, liefst liefdevol. En eerlijk zijn.

Van der Steen: ‘De oplossing ligt dus in een keuze voor de relatie. Voor de route voor de oplossing van dit probleem. Dat geldt voor stikstof, maar het is precies zo voor al die andere kwesties.’

Je leest het grote Martijn van der Steen-interview in twee delen in ons kerstmagazine! 

10 beste interviews van 2025