Vijf jaar op rij werd de Rijksoverheid verkozen tot favoriete werkgever van Nederland. Toch schetsen recente rapporten uitgevoerd door ICTU, zoals de Staat van de Uitvoering, het Werkonderzoek en de Top Kijkt Om, een minder positief beeld. Felix van der Velde (27) werkte aan al deze onderzoeken mee, en kreeg zo een interessant inkijkje in het werkleven van de beleidsambtenaar. Zou hij jonge professionals aanraden om bij de overheid aan de slag te gaan?
Beeld: © EMMA / Nicky van Oort
Felix van der Velde: ‘Als de juiste mensen vertrekken, verliest de overheid haar slagkracht.’
ICTU: meer dan ICT
ICTU, die houden zich toch bezig met ICT? Klopt; ICTU staat voor ICT-Uitvoeringsorganisatie en heeft als missie ‘samen werken aan een betere digitale overheid’. Al 24 jaar werkt ICTU aan digitaliseringsvraagstukken binnen de overheid en stonden ze aan de wieg van DigiD en het Burgerservicenummer.
Maar, sinds een paar jaar heeft de organisatie ook een apart programma in opdracht van het ministerie van BZK, dat inzicht geeft in hoe de overheid functioneert en presteert: Kennis van de Overheid. Felix werkt als adviseur bij dit programma, en was nauw betrokken bij de onderzoeken die zij uitvoeren. Hoewel Felix formeel geen ambtenaar is - ICTU is een zelfstandig orgaan, een stichting die werkt in opdracht van de overheid - weet hij als geen ander tegen welke knelpunten ambtenaren aanlopen als het gaat om werkgeluk nu en in de toekomst.
Somber beeld
Wat zeggen deze drie rapporten samen over de toekomst van het ambtelijk vak?
De conclusie is helder: zonder fundamentele veranderingen is het huidige stelsel niet toekomstbestendig. ‘De publieke dienstverlening is te complex geworden’, vertelt Felix. ‘Ambtenaren krijgen te maken met een oerwoud aan regels en wetten, en dat oerwoud groeit elk jaar verder. Daardoor wordt het steeds moeilijker om je werk goed te doen. Neem bijvoorbeeld de professionals die de werkloosheidwet moeten uitvoeren. Die zijn een jaar bezig om de wet te doorgronden, voor ze deze kunnen uitvoeren. Dit werkt erg demotiverend.’
"Ondermaats presteren wordt geaccepteerd; bovenmaats presteren wordt niet beloond"
Vakmanschap wordt niet altijd benut
Niet alleen de complexiteit vormt een obstakel. De rapporten schetsen ook een werkcultuur die sterk top-down is georganiseerd. ‘De politiek wil iets, de minister geeft richting, en de ambtenaar mag het uitvoeren’, zegt Felix. ‘Wij horen vaak dat dat ten koste gaat van creativiteit en vakmanschap. Zeker onder politieke of tijdsdruk blijft er weinig ruimte om zelf echt na te denken. Voor jonge professionals die graag verantwoordelijkheid willen nemen, kan dat frustrerend zijn.’
Talent stoomt weg door slecht HR-beleid
Dat sluit aan bij bevindingen uit het Werkonderzoek, waarvoor tienduizendenambtenaren uit alle overheidslagen werden bevraagd. Een belangrijke conclusie: ambitieus talent blijft niet altijd hangen. “Ondermaats presteren wordt in onze organisatie geaccepteerd”, geeft 50 procent van de ondervraagde rijksambtenaren aan in 2024. Op de vraag of het loont om bovenmaats te presteren, denkt maar 32 procent van wel. En slechts een kwart vindt dat er genoeg wordt gedaan om talent te behouden. ‘Dat werkt ongelooflijk demotiverend voor jonge mensen die vooruit willen’, vertelt Felix. Het gebrek aan talentmanagement is volgens hem dan ook een serieus risico. ‘Als de juiste mensen vertrekken, verliest de overheid haar slagkracht.’
"Het gebrek aan talentmanagement is een serieus risico"
Toch blijven ministeries ‘the place to be’
Met zijn 27 jaar en een indrukwekkende onderzoeksportefeuille is Felix zelf een typische jonge professional. Zou hij een overstap naar de overheid aanbevelen? ‘Ik ben een openbaar-bestuur-nerd, dus ik zou dat wel doen’, zegt hij lachend. ‘Veel jonge mensen gaan naar de overheid omdat ze maatschappelijke problemen willen aanpakken. Als je aan beleid voor die problemen wilt werken, zijn de ministeries toch echt the place to be.’
Maar, door zijn werk bij ICTU is zijn blik wel realistischer geworden. ‘Tijdens mijn studie leerde ik de beleidscyclus als een logisch proces. Maar in de onderzoeken zie ik dat het in de praktijk vaak helemaal niet zo soepel loopt. Evalueren krijgt weinig aandacht, en uitvoeringstoetsen komen vaak pas op het einde, waardoor het meer een afvinkoefening wordt.’
Ruimte voor vakmanschap
Toch blijft Felix optimistisch. Ondanks alle knelpunten, beoordelen ambtenaren hun werk over het algemeen met een hoog cijfer, bleek uit het Werkonderzoek. Afwisseling in het werk, ruimte om door te groeien en de goede arbeidsvoorwaarden spelen hier een grote rol in. Nu moet er nog meer ruimte gecreëerd worden voor ambtelijk vakmanschap, vindt Felix. ‘Voor mij betekent dat: rechtsstatelijk werken, oog hebben voor de uitvoering en goed luisteren naar alle betrokkenen, zeker ook naar burgers.’
Na zijn afstuderen solliciteerde Felix zelf op een traineeship bij de overheid. ‘Maar ik werd afgewezen’, lacht hij. Niet gek, aangezien jaarlijks zo’n 1500 studenten zich melden voor het algemene rijkstraineeprogramma. Voor 150 van hen is er plek. Na acht jaar aan ICTU-rapporten is het aantal geïnteresseerden nog altijd onverminderd.
Door Jaike Reitsema