Een tijdloze maatschappijsatire, dat is de Driestuiversopera (Die Dreigroschenoper). Voor wie het niet kent: het gaat om een muziektheaterstuk uit 1928 van schrijver Bertolt Brecht en componist Kurt Weill. Hoewel de titel wellicht anders doet vermoeden, is het geen klassieke opera. Maar eerder een ‘toneelstuk op muziek.’ Een speelstuk met zang. Waarom we je op Overheid van Nu met deze opera lastigvallen? Omdat de thematiek van de opera onverminderd actueel is: hoe is macht verdeeld? En vooral: hoe zorgen we voor bestaanszekerheid, zodat mensen aan de maatschappij kunnen blijven deelnemen zonder zichzelf (en anderen) geweld aan te doen?
Beeld: © Joost Milde
Zonder dat je het wellicht weet, is de kans groot dat je een van de 22 liederen, waaruit de opera bestaat, gewoon kent. De opera heeft namelijk een aantal liedjes opgeleverd, die in ons collectieve geheugen zitten. Daarnaast wilden Brecht en Weill het theater bevrijden van romantische illusies. Maar vooral ook het theaterpubliek confronteren met de maatschappelijke hypocrisie van hun eigen wereld. Daarbij baseerden de twee zich op een klassieke opera (The Beggar’s Opera uit 1728) van John Gay. Maar Brecht zou Brecht niet zijn als hij aan het verhaal geen radicale en eigentijdse draai zou geven.
Waarbij het goed is om te weten, dat de Londense onderwereld (waar de opera zich afspeelt) een metafoor is voor het ongebreidelde, diep 19de eeuwse liberale kapitalisme met al zijn sociale misstanden.
"Brecht toont dat morele principes buigzaam worden zodra iemands bestaanszekerheid op het spel staat."
Het zal je dan ook niet verbazen dat Brecht met dit verhaal een felle sociale kritiek leverde. In zijn ogen was de opbrengst van de 19de eeuw eigenlijk een samenleving waarin ongelijkheid en de kloof tussen arm en rijk enorm was. Waarin het vertrouwen in de overheid verdwenen was, waar machtsmisbruik, populisme én ons-kent-ons normaal was. Daarmee is de thematiek van De Driestuiversopera nog steeds (of misschien wel: ‘weer’) ontnuchterend actueel. Een verrotte wereld waarin het eigenbelang vrijwel altijd zegeviert en rechtvaardigheid een kwijnend bestaan leidt: die thema’s zijn wellicht actueler dan ooit. Brecht formuleerde het destijds treffend met de beroemde zin: ‘Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral.’
Oftewel: eerst komt het vreten, dan komt de moraal. Zolang mensen hongerlijden en moeten knokken om rond te komen, is moraal, zo stelt Brecht, een luxeproduct. In modern beleidsjargon hebben we het dan over bestaanszekerheid. Pas als dat gegarandeerd is, dan volgt veel.
Bestaanszekerheid als maatschappelijk thema
Hoe belangrijk het thema bestaanszekerheid inmiddels is, blijkt wel uit de rapportage en het onderzoek van het SCP. Waarbij het SCP bestaanszekerheid vooral onder de noemer Brede Welvaart rangschikt. En analyseert dat een smalle invulling van een tekort aan financiële middelen in het ‘hier en nu’, eigenlijk tekortschiet. Vanuit het brede welvaartsperspectief is er -behalve een laag inkomen ook een scherpe connotatie met gezondheid en een (tekort aan) sociale relaties.
Precies dat laat nu ook de opera zien. Armoede leidt tot vele soorten van gedragingen. Waarbij de Londense penoze die Brecht portretteert, deels bestaat uit misdadigers (Mackie) die deals sluiten met gezagsdragers (zoals politiechef Tiger Brown). En deels bestaat uit representanten uit de onderklasse: bedelaars, hoeren en arme sloebers. Die tobben met hun gezondheid. Met honger. En eigenlijk alleen in hun directe omgeving relaties kunnen onderhouden: de analyse van brede welvaart had net zo gemakkelijk in de 20’er jaren van de vorige eeuw gemaakt kunnen worden.
Dankzij Weills jazzy muziek groeide Die Dreigroschenoper na de première uit tot een fenomeen met duizenden opvoeringen in heel Europa. Bijna een eeuw later is het werk nog altijd springlevend en wordt het opnieuw op de planken gezet, onder meer in Nederland.
"Dit koninklijk happy end drijft de spot met de idee van gerechtigheid."
Brecht toont dat morele principes buigzaam worden zodra iemands bestaanszekerheid op het spel staat. In deze harde realiteit is gerechtigheid ver te zoeken. Uiteindelijk wordt Mackie zelfs tot ophanging veroordeeld. Zonder een eerlijk proces. Omdat de boevenkoning Peachum dat zo wil. Als de dood onvermijdelijk lijkt, tovert Brecht een cynische deus ex machina op het toneel. Op het schavot verschijnt een koninklijke boodschapper die Mackie hem niet alleen vergeeft, maar hem in diezelfde beweging in de adelstand verheft, incluis jaarlijkse toelage. Dit koninklijk happy end drijft de spot met het idee van gerechtigheid. Het maakt pijnlijk duidelijk dat in de jaren ’20 van de vorige eeuw de machthebbers naar willekeur konden beslissen over leven en dood, terwijl gewone mensen nauwelijks grip hadden op hun lot.
Het stuk ontstond dan ook niet voor niets in het roerige Duitsland van de late jaren 1920, een tijd van extreme armoede, werkloosheid en onzekerheid. En uiteindelijk tot de opkomst van het fascisme. Onder die omstandigheden – sociale uitbuiting, onderdrukking en onrecht – zochten Brecht en Weill naar een nieuwe theatervorm om het publiek wakker te schudden.
Die urgentie klinkt door tot op de dag van vandaag. Onze huidige maatschappij kent opnieuw scherpe tegenstellingen tussen arm en rijk, onzekerheid over bestaanszekerheid en groeiende kritiek op ongelijke machtsverhoudingen. De Driestuiversopera houdt ons een spiegel voor: hoe verhoudt de wereld van Mackie Messer zich tot onze eigen realiteit? En om wie lachen we nu eigenlijk? Lachen we om de personages op het toneel of om onszelf?
En? Hoe is het stuk?
Schrijver dezes had het geluk om in het openingsweekend in de zaal te kunnen zitten. En zag dat Opera Zuid en Toneelgroep Maastricht een fraaie prestatie hebben geleverd. Onder leiding van Servé Hermans is het toneel met slechts enkele goedgekozen attributen (zoals een stalen trap met een deur en een poort met toneeldoek) nu eens een straat, waar bedelaars worden ingewerkt door bedelaarskoning Peachum. En dan weer het ouderlijk huis van Polly. Of de veestal waar Mackie Messer zijn huwelijk wil voltrekken.
De voorstelling zit vol (zwarte) humor. We zeiden dat al. Een opera à la Jurgen Klopp: Vollgasfussbal. Onderhoudend, wervelend, maar waarbij de Brechtiaanse vervreemding nooit ver weg is.
De toon wordt gelijk al gezet. Het doek is nog niet open, als de vierde wand al wordt doorbroken. Zodra de straatzangeres, die haar pruik rustig op haar hoofd heeft gezet als het zaallicht nog aan is, en de voorstelling nog niet ‘begonnen’ is (de Moritatensänger) daadwerkelijk opkomt om in het Duits het openingslied over Mackie Messer aan te heffen, steekt Mackie zelf zijn hoofd door het rode doek. Om haar te onderbreken en aan te geven dat ze het Duits beter achterwege kan laten. ‘We zijn hier immers in Nederland ...’.
Een prikkelende voorstelling als spiegel van nu
Ook de cast weet te overtuigen. Acteur Maarten Heijmans vertolkt een charmante, haast komische Mackie Messer. Operazangeres Maartje Rammeloo vertolkt Polly. Huub Claessens geeft gestalte aan de zelfingenomen Peachum, terwijl Lien Haegeman als Mrs. Peachum met haar cynische “Ballade van de seksuele onderhorigheid” de vrouwenhaat van Mackie verwoordt. Marcel van Dieren zingt als politiechef Tiger Brown overtuigend het beroemde duet met Mackie Messer: de Kanonen-Song. In vaudeville-stijl opgetuigd, oogt het als een en al gezelligheid, terwijl het lied de facto over de ellende van de oorlog bezingt. Waarbij de overlevenden, vanwege de totale onmenselijke omstandigheden die zijn ondergaan, zich voor de rest van hun leven zich met elkaar verbonden voelen.
Wat deze Driestuiversopera zo prikkelend maakt, is dat je als toeschouwer wordt vermaakt én aan het denken wordt gezet. Waarbij De Driestuiversopera niet voelt als een zwaarmoedige aanklacht. Maar eerder als een vrolijk-satirische erkenning van de menselijke natuur. Een menselijke natuur, die veel kan hebben. Veel kan verdragen. Brecht stelde niet voor niets de vraag: “Zal er nog gezongen worden in donkere tijden?” Ja, is daarop het enig mogelijke antwoord.
Maar toch: de Driestuiveropera laat zien hoe belangrijk dat beleidsthema bestaanszekerheid nu eigenlijk is. En stuurt ons tegelijkertijd met een sprankje hoop de nacht in.
De Dreigroschenoper tourt nog door Nederland tot en met 14 december 2025. Meer info is te vinden op de website van Toneelgroep Maastricht.