‘Bewoners moeten niet de gemeente om hulp vragen, maar de gemeenschap’

De overheid moet niet de problemen van de gemeenschap willen oplossen, maar moet de bewoners de ruimte laten om dat zelf te doen. Als dat nodig is, vult de overheid daar dan zorgvuldig op aan. Die filosofie van zelfsturing wordt al twintig jaar met succes in praktijk gebracht in de gemeente Peel en Maas. Strateeg Geert Schmitz vertelt erover in de podcast Stuurloos. ‘Zelfsturing is een kwestie van zelfrespect en moraal.’ 

Koning Willem-Alexander bezoekt Peel en Maas om te leren over zelfsturing en burgerinitiatieven
Beeld: ©Marcel van Hoorn
Koning Willem-Alexander bezoekt Peel en Maas om te leren over zelfsturing en burgerinitiatieven (2020).

Geert Schmitz begon in 1977 aan zijn loopbaan als ambtenaar. Eind jaren tachtig begon hij steeds bewuster na te denken over de relatie tussen overheid en burger. Het was ook de tijd waarin het managementdenken opkwam. De overheid moest meer productgericht gaan werken, bedrijfseconomische principes hanteren. 

Het was, vertelt Schmitz, een zegen. ‘Want voorheen wisten we helemaal niet wat we deden. We gaven geld uit per afdeling en hadden geen flauw idee of en wat voor effect dat had. Dus dat bedrijfseconomisch handelen was hartstikke goed en is nog steeds noodzakelijk, míts het ondersteunend is aan het inhoudelijke handelen. En niet bepalend.’

‘We gaven geld uit per afdeling en hadden geen flauw idee of en wat voor effect dat had’

Contractsamenleving

Dat inhoudelijke is wat Schmitz betreft onder druk komen te staan. Reflecterend: in de tijd van de verzuiling speelde moraliteit nog een bepalende rol, in het tijdperk van de ontzuiling en daarmee gepaard gaand de opkomst van neoliberalisme en meritocratie, werd dat minder. Er kwam een ‘contractsamenleving’ voor in de plaats, waarin de beheersende overheid en de calculerende burger tegenover elkaar staan en zakelijke afspraken met elkaar maken. Een samenleving waarin het in hoge mate ieder voor zich is en waarin ‘samenloosheid’ de norm is. 

De pijn zit ‘m wat Schmitz betreft in de relatie tussen overheid en burger. Natuurlijk worden er met overheidsgeld echt goede dingen gedaan, worden er echt problemen aangepakt. Er worden wegen aangelegd, speeltuinen mogelijk gemaakt, etc. Maar wat, vraagt Schmitz, levert dit werkelijk op voor de gemeenschap? 

Zijn antwoord: vooral dat de gemeenschap heeft geleerd om naar de overheid te hollen als er problemen zijn, in plaats van ze zelf op te lossen. Zoals ook de overheid denkt alles te moeten oplossen, terwijl ze zou moeten focussen op luisteren naar gemeenschappen en die gemeenschappen in hun kracht zetten om problemen zelf op te kunnen lossen. 

Ofwel: ‘De overheid moet zich afvragen: hoe heelt de gemeenschap zichzelf? En wat kunnen wij dan – als de gemeenschap dat nodig vindt – doen om dat te ondersteunen?’

‘De overheid moet zich afvragen: hoe heelt de gemeenschap zichzelf?’

Zelfsturing in Peel en Maas

De gemeente Peel en Maas bestaat uit elf kerkdorpen in Noord-Limburg. Hier zijn ze wat introverter en doelgerichter dan in het zuidelijke deel van de provincie, zegt Schmitz. Dat maakt, suggereert hij, misschien wel dat zelfsturing hier betrekkelijk normaal is. Een school die met sluiting wordt bedreigd openhouden. Dagopvang voor ouderen, het runnen van een gemeenschapshuis, energievoorziening, de opvang van Oekraïense vluchtelingen – inwoners komen bij elkaar, nemen eigenaarschap en lossen het op – moeilijker is het niet.

Essentieel daarbij is dat de gemeenteraad, al sinds 2000, zelfsturing als heersende visie hanteert – in dit document lees je daar meer over. De raad heeft die visie zelf vastgesteld, daarna komt het beleid en daarna de uitvoering. Zo’n visie is een heel krachtig middel waaruit een heel krachtige beweging op gang komt. Vanuit een visie handelen – daar ontbreekt het vaak aan bij overheid, zegt Schmitz.

In deze gemeente lukt die zelfsturing dus wel – de verhouding tussen gemeenschappen en gemeenteraad is prima, die met het college en de ambtelijke organisatie ook. En toch, zegt Schmitz, is het elke dag een gevecht. Zelfsturing vereist moraliteit, zelfrespect en discipline. Dagelijks onderhoud.

‘Je bent en blijft toch in de eerste plaats een gemeenschap’

Dorpsoverleggen

Peel en Maas kent zo drie bestuurlijke smaken: - zelfsturing door een dorp zelf, - initiatieven vanuit de gemeenschap (bijvoorbeeld een gemeenschapshuis) waarbij de overheid wel nodig is, - eigenaarschap bij de gemeente (bijvoorbeeld de renovatie van een plein) met burgerparticipatie – hierbij doe je als inwoner mee in wat de overheid aan productie levert. 

Een belangrijke rol in zelfsturing spelen de dorpsoverleggen. Die onderhouden de communicatie tussen de inwoners – vaak zijn die inwoners weer georganiseerd in verenigingen. Eens in de zeven jaar is er een soort landdag en wordt besproken - zonder bestuurders erbij - wat de gemeenschap de komende zeven jaar wil bereiken. 

Dat is goed, zegt Schmitz, maar wat hem betreft mag het een stap verder gaan en giet het dorpsoverleg alle burgerinitiatieven – vaak zijn dat losse, resultaatgerichte projecten zoals bijvoorbeeld ‘zonnepanelen voor het dorp’ – in een zevenjarenplan, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een vierjarig beleidsplan van een nieuw college. Aan het eind van die periode wordt aan de gemeenschap teruggegeven wat ze hebben opgeleverd. 

Niet, zegt Schmitz, vanuit het perspectief van resultaatgerichte communicatie. Maar vanuit het perspectief van op overeenstemming gerichte communicatie. Je bent en blijft toch in de eerste plaats een gemeenschap. 

‘Er zijn ongelooflijk veel goede burgerinitiatieven in Nederland, maar ze blijven nog allemaal hangen op het laagste niveau'

Projectificatie

Dat dit na twintig jaar nog niet is gebeurd, wijt Schmitz aan een trend die hij ook landelijk ziet: de ‘projectificatie’ van burgerinitiatieven. Schmitz: ‘Er zijn ongelooflijk veel goede burgerinitiatieven in Nederland. En toch blijven die grosso modo allemaal hangen op het laagste niveau van pilots en proeftuinen. Dat moet echt veranderen.’ 

Toch, zegt Bessems in de podcast, ligt zo’n dorpsoverleg ook wel eens een tijdje op z’n gat. Moet de overheid dan niet ingrijpen? Nee, zegt Schmitz stelling. De grootste valkuil voor de overheid is ingrijpen als het niet goed gaat. Voorbeeld bij ons is kasteel Keverberg in het dorp Kessel. Dat wordt gerund door een stichting, maar die stichting redt het niet. Nu vragen ze de gemeente om hulp. Maar dat moeten ze niet doen. Ze moeten op het plein in Kessel gaan staan met de roeptoeter en de gemeenschap om hulp vragen. Want als de gemeente straks razendsnel op de stoep staat, bedenkt daarna niemand meer dat de gemeenschap het ook zelf op kan lossen.

Dat betekent dus ook dat Je als overheid op je handen moet kunnen blijven zitten.'

‘Ook in de K-Buurt in Amsterdam Zuidoost doet het buurtplatform van ‘gecollectiviseerde’ bewoners aan zelfsturing’

Burger centraal 

Het verhaal van Geert Schmitz uit Peel en Maas vertoont overeenkomsten met het verhaal van Mike Brantjes van buurtplatform Hart voor de K-Buurt in Amsterdam Zuidoost. Ook daar brengen de ‘gecollectiviseerde bewoners zelfstandig veel voor elkaar, zoals een veilige speeltuin, een transitiehub voor verduurzaming en een vestiging van de openbare bibliotheek. Momenteel praten ze met de gemeente en het stadsdeel over de mogelijkheden tot uitvoering van hun eigen integrale gebiedsontwikkelingsplan. 

Mike Brantjes vertelt hier meer over op 13 juni a.s. in de eerste editie van ‘Ambtenaar van Nu ‘ – het nieuwe leerprogramma voor bevlogen ambtenaren van Overheid van Nu. Thema: Burger centraal. Voor meer informatie en aanmelden kun je hier terecht.

Geert Schmitz vertelde dit alles en meer in de podcast Stuurloos van Kustav Bessems. Schmitz heeft zijn gedachtegoed vastgelegd in zijn boek ‘Krijg de geest’. Bessems heeft zijn podcast- en verhalenserie gebundeld in het boek Stuurloos, dat op 1 juni in De Balie in Amsterdam ten doop wordt gehouden.