Wijze raad III: ‘Dit land heeft alle wijsheid in zich om zichzelf te helen’

Shervin Nekuee, dichter, socioloog, senior adviseur D&I bij het ministerie van SZW, had een vraag: ‘Stel dat Nederland een mens is, naarstig op zoek… Of dat Nederland een organisatie is die stil is komen te staan. Of, erger nog, achteruitgaat… Of dat Nederland een leider is, die weet dat het anders moet, maar niet weet hoe te beginnen… Wat zou jouw eerste advies zijn?’ Drie wijzen reageerden direct. Vandaag: Ien G.M. van der Pol, mastercoach, schrijver en spreker over trauma en leiderschap.

Schaapskudde in natuurgebied Meijendel
Beeld: ©Bert Spiertz
Schaapskudde in natuurgebied Meijendel (2024)

‘Vandaag had ik een BN’er in mijn praktijk, mevrouw Nederland. Bij iedereen bekend, maar door niemand gekend. Aarzelend kwam ze binnen. Ik schrok van haar: grauwe huid, voorovergebogen, doffe ogen, nog net niet hol. Deerniswekkend was het woord dat in me opkwam.‘Gaat u zitten, wat kan ik voor u betekenen?’

‘Zeg maar jij hoor,’ zei ze zachtjes. Maar dat kon ik niet. Dit was een Grand Old Lady, die onnoemelijk veel had meegemaakt, dat kon je zien. Ondanks haar deplorabele staat had ik zoveel respect voor haar dat ik het bij ‘u’ hield.
‘Wat is u overkomen?’ vroeg ik. Ze hapte naar adem, ik zag tranen.
‘Dat heeft nog nooit iemand aan mij gevraagd. Ik kan niet meer, ik ben doodop.’
Ik wachtte.’

‘De moed erin houden, daar was ze goed in geworden’

‘Ik voel me leeggezogen. Al jaren probeer ik aan de bel te trekken maar niemand hoort mij, ziet mij. O ja, ik krijg mijn natje en mijn droogje, net genoeg om niet te sterven. Maar ik krijg geen lucht meer, ik ben bang. Ik voel me machteloos, ik vertrouw niemand meer. Alsof ik niets meer voel en alleen nog maar kan overleven. Ik voel me volkomen murw.’

Machteloos, angstig, wantrouwen, overleving, murw. Ik herkende symptomen van traumatisering. Ik zag haar pijn, haar psychische wond, ontstaan door langdurige verwaarlozing, uitpersing en ontkenning. Ik begreep haar argwaan jegens machthebbers; hoe ze alleen nog haar situatie kon doorstaan door haar pijn af te splitsen, niet meer te voelen en door te gaan op pure wilskracht. De moed erin houden, daar was ze goed in geworden. En ze presenteerde zich als gaaf en positief, maar ze hield het niet meer vol. De vaas was gebroken; nu lag ze in scherven op de grond en wist ze niet meer hoe ze verder moest.’

‘Weet u’, zei ik, ‘helpen helpt niet en adviseren al helemaal niet’

‘Ze keek me aan. ‘Kun jij me helpen, heb je advies?’ vroeg ze bijna smekend.
‘Weet u,’ zei ik, ‘helpen helpt niet en adviseren al helemaal niet.’ Ze keek me niet-begrijpend aan.
‘Niemand kan de wond van een ander helen. We kunnen alleen onszelf helen. En het goede nieuws is: alles wat we daarvoor nodig hebben zit al in ons. U hebt alle wijsheid over uzelf in u om uw pijn te helen; en ik heb mijn kennis en kunde om dat proces te begeleiden.’

Er begon iets in haar wezen te gloren. Ze zat ineens wat meer rechtop, ze keek me aan alsof ze er weer in durfde te geloven.
‘Ah,’ zei mevrouw Nederland, ‘ik denk dat ik dat snap.’
‘Het begint met een doel. Wat wilt u?’‘Ik wil weer leven! Wanneer kunnen we beginnen?’