Circulair viaduct leidt tot nieuwe vorm van samenwerking Rijkswaterstaat en marktpartijen

Het eerste circulaire viaduct in Nederland werd gebouwd om te leren over circulair bouwen. Voor Rijkswaterstaat, aannemer Van Hattum en Blankevoort en de leverancier van prefab beton Consolis Spanbeton betekende het project een nieuwe vorm van samenwerken, als gelijkwaardige partners en minder als ‘opdrachtgever’ en ‘opdrachtnemer’. Projectleider Denis Lintzen van Rijkswaterstaat en Kees Quartel van Consolis Spanbeton, vertellen.

Onder grote media-aandacht werd in januari 2019 bij Kampen een viaduct geopend, door staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. Wat maakte het bouwwerk meer bijzonder dan de bijna drieduizend andere viaducten in Nederland?  Het is het eerste viaduct waarbij vanaf het begin is nagedacht over hergebruik van alle materialen. Het maakt dit viaduct tot het eerste circulaire in ons land.

Constructie viaduct

Sprong in het diepe

Het project was voor de samenwerkende partijen een spong in het diepe, vertellen Denis Lintzen van Rijkswaterstaat en Kees Quartel van Consolis Spanbeton. Rijkswaterstaat wil circulair werken in 2030 en voldoen aan de duurzame ambities van Nederland – 49% minder CO2-uitstoot in 2030. “Maar waar begin je, als er zo’n enorme opgave voor je ligt?’’, zegt Lintzen.

Het antwoord kwam van Esther van Eijk van aannemer Van Hattum en Blankevoort: zij kwam met het idee voor een circulair viaduct. De betonnen elementen, waar het viaduct uit bestaat, zijn op een andere locatie volledig en ongeschonden opnieuw bruikbaar. Er is geen afval, er zijn geen nieuwe grondstoffen nodig en gebruikte grondstoffen worden opnieuw gebruikt. Quartel van Consolis Spanbeton: “Wij wilden ook al jaren investeren in duurzaam bouwen. Dit idee was een prachtig vertrekpunt, om al doende te leren over duurzaam, circulair bouwen.”
 

Nieuwe manier van samenwerken

Belangrijker nog dan de technisch innovatieve kant was de voor Rijkswaterstaat nieuwe vorm van samenwerken. “Als Rijkswaterstaat wilden we nauwer betrokken zijn dan gebruikelijk”, zegt Lintzen. “Maar we wilden ook echt samen met de andere partijen werken op een gelijkwaardige manier. Samenwerking binnen de hele keten is noodzakelijk om volledig circulair bouwen mogelijk te maken.”

Rijkswaterstaat droeg 1,5 miljoen bij, drie ton kwam van de aannemer en leverancier “Er werd steeds gekeken: is dit genoeg?”, zegt Lintzen. “Niet op de gebruikelijke manier, dat de opdrachtgever met meer middelen moet komen. Ook het budget was een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
 

Nuchtere overeenkomst

Er was dan ook geen standaard contract, maar een samenwerkingsovereenkomst, getekend in september 2018.  Denis Lintzen: “Het was een heel beperkte, nuchtere overeenkomst. Geen dikke contracten met allerlei bepalingen.” Als het op de gebruikelijke manier was gegaan, waren de contracten nu nog niet rond geweest, lacht Lintzen. “Dan hadden de juristen er nu nog naar zitten kijken.” De aanbestedingsregels waren niet van toepassing bij het project, omdat tot 1,5 miljoen die niet gelden.

‘Gewoon beginnen’, geen dikke contracten, met een enthousiast team dat zin heeft in innovatie en in de samenwerking: het klinkt ideaal, maar de werkelijkheid was weerbarstiger. Zowel Quartel als Lintzen hadden aan hun collega’s het nodige uit te leggen. “Voor ons was het een avontuur”, zegt Quartel. “Achteraf had ik binnen mijn bedrijf meer moeten uitleggen waarom we het belangrijk vonden om hierin te investeren. En laten we wel wezen: we zijn een commerciële partij. Veel collega’s hadden vragen over wat nu precies het belang was voor Consolis Spanbeton, want we hebben er geen cent aan verdiend en dat was voor de aannemers niet anders.”

Lintzen had vanwege de steun van een leidinggevende minder uit te leggen, maar ook hij kreeg intern kritische vragen. “Ik heb alles uitgelegd en verdedigd. Ik sta er ook echt achter: dit is wat mij betreft de samenwerkingsvorm van de toekomst. Rijkswaterstaat moet leren om te innoveren met marktpartijen, niet in de traditionele rol van opdrachtgever.”
 

Constructie viaduct
Denis Lintzen (links) en Kees Quartel (rechts)

Doorslaggevend

Wat was doorslaggevend in deze nieuwe samenwerking? Veel samen zijn als partijen, zeggen Lintzen en Quartel. “Als team kwamen we elke dinsdag bij elkaar. Circulaire dinsdag noemden we dat. We leerden elkaar goed kennen, er ontstond vertrouwen en een goede dynamiek. Er was openheid om twijfels en knelpunten te delen en elkaar ook ‘wat te gunnen’.” Lintzen: “Ik denk dat de samenwerkingsvorm waarvoor is gekozen hier heel belangrijk is geweest.”

Quartel benoemt dat ook bij dit project niet alles in één keer goed ging, maar dat dit wel telkens transparant werd gedeeld met alle drie de partijen. “Dat kan in de traditionele praktijk nog weleens lastig zijn.”

Iedereen nam zijn verantwoordelijkheid en als team werd gezamenlijk naar de voortgang en problemen gekeken. Quartel: “Het gedeelde belang werd enorm gevoeld. Iemand benoemde het in een vroeg stadium: ‘Dit wordt een icoon voor de circulaire economie’. Dat voelde iedereen.”
 

Open leeromgeving

Het circulaire viaduct moest naast een nieuwe samenwerkingsvorm en een startpunt in circulair bouwen ook een aanzet tot een open leeromgeving vormen. De opgedane kennis wordt gedeeld in een open leeromgeving met iedereen die een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van circulair bouwen.

En het viaduct? Dat is af en onthuld, maar moet technisch verder worden ontwikkeld om het over  een snelweg te gebruiken. Nu rijdt er alleen bouwverkeer overheen. Quartel: “De verschillende onderdelen liggen in de opslag. Na verbeteringen wordt hij gewoon gebruikt.”

Lees meer over het viaduct en bekijk de video waarin u ziet hoe het prototype is gebouwd en gedemonteerd.