CityDeal Zorg voor Veiligheid in de Stad: wat kunnen we leren?

Het sociale domein verbinden met het veiligheidsdomein en daardoor criminaliteit en overlast voorkomen. Hoe richt je die samenwerking in? De CityDeal Zorg voor Veiligheid in de Stad bood tweeënhalf jaar lang ruimte aan gemeenten en Rijk om hiermee te experimenteren. In oktober 2019 werd de CityDeal afgerond en verscheen de overkoepelende eindrapportage met resultaten, bevindingen en lessen, die ook relevant kunnen zijn voor andere domeinen. Overheid van Nu licht er drie uit.

Rokende persoon in zijstraat

1. Samenwerkingsvorm verkleint afstand tussen Rijk en gemeenten

In de CityDeal werkten de gemeenten Almere, Breda, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Tilburg en Zoetermeer samen met het Rijk (ministeries van JenV, BZK, SZW en VWS) aan verschillende experimenten. De stedelijke projectleiders en afgevaardigden van departementen kwamen, onder leiding van de landelijke projectleiding, ongeveer om de 6 weken bijeen. In dit kerngroepoverleg bespraken zij onder meer de voortgang van de afzonderlijke experimenten, de successen en knelpunten en ondersteuningsvragen. Deze vorm van samenwerken in de kerngroep verkleinde de afstand die de steden doorgaans tussen hen en het Rijk voelden.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid fungeerde als vraagbaak en eerste aanspreekpunt namens de deelnemende departementen. De stedelijk projectleiders waardeerden deze kortere lijnen met het departement. De samenwerking tussen de deelnemende gemeenten en het Rijk concentreerde zich in deze CityDeal op inhoudelijke vraagstukken die het ministerie van Justitie en Veiligheid en – in weliswaar beperktere mate – het ministerie van VWS aangingen.

2. Gedeeld bestuurlijk eigenaarschap en betrokkenheid is nodig

Experimenteren vraagt om ruimte, lucht van het systeem en tijd om te zien of het succes heeft. Deze voorwaarden verhouden zich, volgens een aantal stedelijk projectleiders, moeizaam met de bestuurlijke werkelijkheid en de systeemwereld van een organisatie. Zo ervoer men regelmatig een beperkte bestuurlijke betrokkenheid. Als die er wel was, ervoer men druk om binnen afzienbare tijd aan te tonen dat de experimenten kosteneffectief waren.

Ook was gedeeld bestuurlijk eigenaarschap op het terrein van zorg en veiligheid bij de experimenten niet volledig aanwezig. Dit kwam door de verdeling over de portefeuilles en de soms nog prille samenwerkingen hierop tussen burgemeesters en wethouders.

3. Verkokering heeft effect op financiering

De experimenten van deze CityDeal raakten inhoudelijk meerdere beleidsdomeinen. Zo heeft de kwetsbare doelgroep van deze CityDeal vaak langdurige ondersteuning op meerdere vlakken nodig. Ondersteuning die niet goed past binnen bestaande ‘hokjes’ en de daaraan gekoppelde financieringsmodellen. Maatwerk betekent dan al snel ‘opgeslokt worden in bureaucratische processen’.

De overlap van de twee beleidsdomeinen bleek ook van invloed te zijn op de projectfinanciering: bij een aantal CityDeal-experimenten bleek dit niet eenvoudig. Zo lukte het de gemeente Maastricht niet om budget vrij te maken voor de gewenste pilotaanpak, ondanks een groot bestuurlijk geloof in het experiment. Andere experimenten liepen vertraging op door gebrek aan financiële borging bij de start van het project. Daarnaast ontbrak het vaak ook aan een gedeelde, domein overstijgende intentie dat de werkwijze van het experiment bij positief resultaat financieel geborgd wordt.

De volledige eindrapportage lezen?

Download direct de volledige eindrapportage. Of ga naar de website van Agenda Stad voor de deelrapportages van de verschillende experimenten.