Katrien Termeer onderzoekt hoe je vooruit blijft gaan in complexe transities

Transitieopgaven zijn complex. Met veel belanghebbenden en nog meer conflicterende deelbelangen. De vraag is dan ook: hoe kom je verder binnen die complexe vraagstukken? Bestuurskundige en SER-kroonlid Katrien Termeer pleit voor een Small Wins aanpak. ‘Bestuurders willen graag dat veranderingen diepgaand, systeembreed én snel zijn. Dat is vragen om het onmogelijke.’ In de ogen van Termeer gaat het om kleine, betekenisvolle stappen met tastbare resultaten. Omdat die juist grotere veranderingen teweeg kunnen brengen.

Katrien Termeer
Katrien Termeer

In de serie Samenwerken volgens wetenschappers, vragen we wetenschappers vanuit verschillende disciplines naar hun belangrijkste les over samenwerken. Bestuurskundige Katrien Termeer benadrukt het belang van Small Wins: kleine, betekenisvolle stappen met tastbare resultaten.

Wat is de Small Wins aanpak?

‘Het is een praktische theorie. Een manier om te stoppen met alleen praten, en dingen te gaan doen. Het gaat om overzichtelijke, en uitvoerbare ideeën, die wel diepgaand zijn. Daarmee kan sneller begonnen worden, want de risico’s zijn kleiner.’

‘De eerste energiecoöperatie is een voorbeeld. Dat was een relatief kleine, maar wel radicale stap, die uiteindelijk tot veel meer leidt. Dat is iets anders dan laaghangend fruit. De aantallen worden steeds groter en daarnaast verdiepen coöperaties zelf ook. In het begin werden er alleen zonnepanelen gedeeld, nu komen er ook elektrische deelauto’s en denken mensen met elkaar mee over isolatie.’

Termeer doet onderzoek naar transities richting duurzaamheid en ontwikkelt concrete handelingsperspectieven voor betrokken partijen. Ze richt zich met name op de circulaire economie, voedselsystemen en klimaatadaptatie. Hierin heeft ze vele Small Wins geïdentificeerd, variërend van een verbod op gratis plastic tasjes of een nieuw circulair verdienmodel tot diverse startups en burgerinitiatieven. Ze kijkt vooral naar interventies die helpen om deze Small Wins te verspreiden, verbreden en verdiepen.

‘De Small Wins benadering is gebaseerd op drie theorieën. Organisatiepsycholoog Karl Weick laat in zijn onderzoek zien het scherper wordt wat je wilt, als je dingen doet. Als je probeert in een keer het wereldvoedselvraagstuk op te lossen, raak je overweldigd. Dan kunnen mensen niet meer logisch nadenken en gaan ze abstracte woorden gebruiken.’

‘De tweede theorie is appreciative inquiry. Door te veel focus op het probleem creëer je vooral extra problemen. Als je daarentegen focust op ambities en kansen, groeien daar juist de mogelijkheden. En tot slot de muddling through theorie van Lindblom. In politiek sensitieve omgevingen, ga je op de lange termijn sneller als je met kleine stapjes vooruitgaat.’

Heb je een concreet voorbeeld van een Small Win binnen een van de IBP-opgaven?

‘Die zijn er genoeg. Binnen vitaal platteland bijvoorbeeld. Nu gaat alle energie en aandacht naar boeren die niet kunnen of willen veranderen, terwijl er veel mooie voorbeelden zijn, die groter gemaakt kunnen worden.’

Zijn de stappen te groot, dan worden ook de barrières te groot

‘Het concept van de Herenboeren bijvoorbeeld. Dat zijn burgers uit de stad, die met een boer uit de omgeving voedsel produceren via een mini-coöperatie. De burgers kopen of huren een stuk land, en sluiten een overeenkomst met een boer om dit te bewerken. De eerste was in Boxtel, waarbij een groep van 150 burgers nu op deze manier lokaal van voedsel worden voorzien. Dit blijkt levensvatbaar te zijn (voor meer over de Herenboeren deze documentaire, waarin Termeer initiatiefneem Geert van der Veer interviewt). En omdat het kleinschaliger en meer biologisch is, heb je minder stikstofoverschot of mestproblemen, alles is veel meer in evenwicht.’

Bereik je dan wel de schaal die uiteindelijk nodig is voor een transitie?

‘Ja, want het zijn stappen, die uiteindelijk weer andere stappen in gang zetten. De transitie is de stip op de horizon, maar je hebt kleine stappen nodig om daar te komen. Zijn de stappen te groot, dan worden ook de barrières te groot.’

Termeer identificeert in haar onderzoek zes aanjaagmechanismen, die ze in ons gesprek illustreert aan de hand van het voorbeeld van de herenboeren.

  • Energizing. ’Doordat het in Boxtel is gelukt, ontstaat er vertrouwen bij de Stichting Herenboeren dat het mogelijk is, wat veel energie oplevert om door te gaan en nieuwe barrières te overwinnen.’
  • Experimenteren. ’De Herenboeren starten niet alleen nieuwe initiatieven, maar gaan ook binnen het bestaande initiatief op zoek naar verdieping. Hoe ze tot een ander model van grondeigendom kunnen komen bijvoorbeeld.’
  • Olievlekwerking. ‘Door het tonen van concrete voorbeelden groeien initiatieven verder.  Mensen zien dat het kan en worden weer geïnspireerd om iets soortgelijks te starten.’
  • Logic of attraction. ’Door zichtbaar succes gaan er middelen toestromen. In Boxtel kwamen de minister en koning langs, waardoor meer mensen het initiatief kennen.  Als deze mensen het belangrijk vinden, komt bijvoorbeeld ook de provincie of de bank sneller met ondersteuning.’
  • Verbinden. ’De Herenboeren begonnen vanuit de gedachte om stad en land beter te verbinden. Maar op een gegeven moment ontstaan er vaak verbindingen met andere opgaven zoals natuur inclusieve landbouw, kringloop landbouw of korte ketens.’
  • Robuustheid. Na verloop van tijd worden de aantallen dusdanig groot, dat het onomkeerbaar wordt.

‘Het gaat niet alleen om meer, maar ook om verbreden en verdiepen. Bij de Repair Cafés zie je dat bijvoorbeeld goed. Dat is bij één iemand begonnen, en nu zijn er 1650 in 35 landen. Maar naast deze groei ontstaan er ook samenwerkingen met kringloopwinkels en projecten om sociale cohesie in wijken te bevorderen. En ze zijn nu ook in staat om met bedrijven te onderhandelen over aanpassingen in design die reparaties beter mogelijk maken.’

Je kan als overheid veel doen om Small Wins te versterken

‘Uiteindelijk ontstaan er dus ook paradigmaveranderingen. Light as a Service (waarbij organisaties licht afnemen in plaats van lampen kopen, red.) zorgt er bijvoorbeeld voor dat aanbestedingsprocedures niet meer werken. Als iets fundamenteels als licht opeens geen eigendom meer is, dan heeft dat ontzettende consequenties.’

Hoe kan de overheid deze inzichten benutten?

‘Voor de lezers die dat willen weten is het denk ik leuk om het expertpaper  te bekijken dat ik op verzoek van de Tweede Kamer Commissie LNV heb gemaakt. Daar heb ik per aanjaagmechanisme do’s en dont’s op een rij gezet (op pagina 9, red.). Niet pamperen bijvoorbeeld en ook geen eeuwige pilots. Maar je kan als overheid veel doen om Small Wins te versterken, door wetgeving kritisch tegen het licht te houden, toegang tot nieuwe netwerken te faciliteren of stabiliteit in beleid te bieden.’