Interbestuurlijk samenwerken volgens onze ervaringsdeskundigen

In de rubriek Meekijken met … volgen we ervaringsdeskundigen die veel interbestuurlijk samenwerken. Welke uitdagingen kwamen zij afgelopen jaar tegen? We zetten er vier op een rij.

Collage betrokken personen

#1 Met één gezicht naar buiten treden

Als één overheid naar buiten treden is makkelijker gezegd dan gedaan. Pieter de Kroon, voorzitter van coöperatie Wijnjewoude Energie Neutraal, kwam met een treffend voorbeeld over de aanleg van een zonneveld:

‘Na flink wat moeite kregen we een vergunning van de gemeente. Maar vervolgens ging de provincie hiertegen in beroep. Met als reden dat het zonneveld niet zou aansluiten op andere bebouwing. Op zo’n moment denk ik: "Laten we praten! Kijken wat wel mogelijk is".’

Inmiddels gaat dat een stuk beter, omdat er een periodiek overleg is ingesteld met de coöperatie, provincie, gemeente, gasunie en LTO. De Kroon: ‘Het periodiek overleg dat we nu met elkaar hebben, is een enorme verbetering. We komen nu drie keer per jaar bij elkaar, dat zorgt voor meer tempo en uitwisseling. Als zich nu eenzelfde situatie voor zou doen, dan is het gesprek veel sneller.’

#2 Schakelen tussen verschillende schaalniveaus

Een maatschappelijk vraagstuk als klimaatadaptatie, kun je als gemeente niet op eigen houtje oplossen. Het speelt op meerdere schaalniveaus. Als je op straatniveau werkt aan een waterbergingsrioool, is afstemming met het waterschap noodzakelijk.

Als het aan watergraaf Stefan Kuks ligt, dan is dit schakelen de meest lastige uitdaging in de samenwerking tussen bestuurslagen. ‘Hoe we dat effectief kunnen doen, dat weet bijna niemand’, stelt hij in deze reeks. Het benadrukken van de urgentie van het vraagstuk, is volgens hem deel van het antwoord. Maar wat het andere deel is, daar is Kuks nog niet over uit.

#3 Digitale transformatie die bijdraagt aan maatschappelijke opgaven

Overheden bezitten een schat aan gegevens. Worden deze gegevens slim gecombineerd, dan ontstaat er relevante informatie waarmee overheden hun dienstverlening kunnen verbeteren. Maar daarbij is de vraag wel hoe we zorgen dat de digitale transformatie die overheden doormaken, ook bijdraagt aan de maatschappelijke opgaven.

En dat is volgens Jan van Ginkel, loco-provinciesecretaris van de provincie Zuid-Holland, een enorme opgave. ‘Waar ik buikpijn van heb, is dat de disruptie die een transformatie van de sector teweegbrengt, eigenlijk altijd van buiten de sector komt. Maar dat vind ik voor de overheid geen optie. Wij zullen onszelf moeten transformeren. En dat is exponentieel moeilijk.’

#4 Het leren spreken van elkaars taal

Iedere overheidsinstantie heeft een eigen organisatiecultuur. Hoe een professional een opgave tegemoet treedt, wordt dan ook beïnvloed door normen, waarden, methoden en terminologie die onbewust zijn ingesleten door die cultuur. Dat kan leiden tot wederzijds onbegrip bij interbestuurlijke samenwerking.

Volgens Regina Bouius provinciesecretaris in Friesland, ligt hier een grote uitdaging voor interbestuurlijk samenwerken. ‘Ik zie dat alle overheden allemaal net een andere taal spreken en net een ander doel voor ogen hebben. Hoe zorg je er dan voor dat de ambtenaren van die verschillende overheden toch elkaars vraagstukken begrijpen?’.

Bouius licht al een tipje van de sluier op: ‘Je moet zorgen dat er op de inhoud ruimte wordt geboden aan die partijen die het onderwerp kennen en van belang vinden. Zo kunnen we de vraagstukken zichtbaar maken en verbinding leggen met die partijen die een rol kunnen spelen voor het vraagstuk. Wij noemen dat de Friese aanpak.’