Jan-Willem Lobeek: Aan goede bedoelingen gaat de wereld ten onder

Zekerheid 7: Er gaan altijd dingen mis, blijf leren!

‘Ik weet niet meer wie precies, maar iemand zei ooit: “Aan goede bedoelingen gaat de wereld ten onder.” En dat is ook zo. We moeten ons veel meer gaan binden aan de resultaten die we samen willen behalen. Daarbij is het heel belangrijk om niet bang te zijn fouten te maken, want van fouten leer je. En fouten zijn onontkoombaar als je nieuwe dingen probeert. Het gaat nu eenmaal niet allemaal in één keer goed.’

Jan-WIllem
Beeld: ©NMF Groningen
Elke maand vragen we iemand die interbestuurlijk samenwerkt welke van de 7 zekerheden van het Interbestuurlijk Programma (IBP) het meest voor hem of haar betekent in het kader van een actuele of urgente opgave. Deze keer is dat Jan-Willem Lobeek, directeur-bestuurder bij de Natuur en Milieufederatie Groningen. Voor hem is zekerheid 7 Er gaan altijd dingen mis, blijf leren! het allerbelangrijkste, als we samen vooruit willen.

Het moet én kan anders

Als directeur van de Natuur en Milieufederatie Groningen, heeft Jan-Willem Lobeek zich ten doel gesteld om concreet aan drie maatschappelijke opgaven te werken: het terugdringen van klimaatverandering – onder meer door de energietransitie te bevorderen – de bescherming van de biodiversiteit en een duurzame omgang met schaarse grondstoffen. Hij werkt daarvoor samen met verschillende overheden en ziet voor zijn belangenorganisatie daarin een belangrijke taak.

‘Als je werkt aan zulke opgaven is het aan de ene kant belangrijk om bij te dragen aan de juiste kaders, wetten en regelgeving. Maar daarmee ben je er niet. Je moet er aan de andere kant voor zorgen dat burgers en bedrijven ook hun verantwoordelijkheid nemen. Ik wil het publiek er niet alleen bewust van maken dat het anders moet, maar óók dat het anders kan. Burgers en bedrijven handelingsperspectief bieden is heel belangrijk, zodat ze weten hoe ze op de korte termijn actie kunnen ondernemen.’

‘Het is een beetje alsof je midden op de vogelsnelweg een grote gehaktmolen neerzet.’

Maar juist van dat handelingsperspectief is nog niet altijd duidelijk wat het best werkt. ‘Dat is echt pionieren’, erkent Lobeek. ‘Je moet je realiseren dat dat een ontdekkingsreis is, en dat je alleen leert als je ook het risico durft te lopen dat je niet in een keer de juiste oplossing vindt.’

Hij vertelt over een project met windturbines op een dijk aan de Groninger kust, bij de Eemshaven. ‘Wij waren als NMF Groningen geen voorstander. Wél van windmolens, maar niet op die plek, want precies daar is een belangrijke vogeltrekroute. Het is een beetje alsof je midden op de vogelsnelweg een grote gehaktmolen neerzet.’

Dat heb je, met pionieren

‘Toen kwamen we met een heel experimenteel idee: als we daar nou een radar neerzetten zodat we precies weten wanneer de vogels komen. Die komen namelijk niet het hele jaar door, maar een paar keer in grote aantallen. En als we dan zien dat de vogels er bijna zijn, leggen we de windmolens tijdelijk stil, met een maximum van 100 uur per jaar. Dat was voor ons en onze achterban iets waarmee we akkoord gingen.

‘Politiek heeft vaak de neiging om bij een mislukking heel hard te roepen: Dat nooit meer. En weg te rennen. Terwijl we dan juist kunnen leren.’

Later kwamen we erachter dat je zo’n windturbine helemaal niet zo makkelijk even kunt uitzetten. Beheerder Tennet moet dat ongeveer 36 uur van tevoren weten, want anders zitten zij met eventuele problemen met leveringsgaranties en contracten. Ja, dat was iets wat we van tevoren niet hadden zien aankomen, want dat heb je met pionieren.’

Oplossing ligt vaak dichtbij mislukking

‘Toen had ik twee dingen kunnen doen. Ik had kunnen zeggen: het project is mislukt, dit is niet hoe wij het hebben afgesproken, dus wij doen niet meer mee. Maar in plaats daarvan vond ik dat wij hierin onze verantwoordelijkheid moesten nemen, en samen naar een oplossing moesten zoeken.

De politiek keert een project bij een mislukking vaak gewoon de rug toe en rent hard weg. En dat is jammer, want misschien ligt een oplossing wel heel dichtbij. Ik vind dus dat je dan eigenlijk moet zeggen: we zetten een paar stappen terug, kijken wat we ervan kunnen leren, en proberen het op een andere manier.

Een spannend alternatief

Voor wat betreft de windmolens kan de Natuur en Milieufederatie zich nu vinden in een andere oplossing. ‘We gaan nu werken met een voorspellingsmodel. Wetenschappers kunnen de trekroutes ongeveer 36 uur van tevoren aardig goed voorspellen. Op basis daarvan gaan we besluiten wanneer de windmolens stil komen te liggen.’ Het is een spannende oplossing voor de NMF Groningen. ‘De uitkomst is ongewis, we weten niet zeker of we de vogels hiermee net zo goed kunnen beschermen als we met de radar zouden kunnen.’

Gedeputeerde Nienke Homan, die we een maand geleden spraken over haar visie op de 7 zekerheden van het IPB, gaf het stokje door aan Jan-Willem Lobeek. Binnenkort maken we bekend wie hij heeft voorgedragen.