Solidariteit houdt op zodra er pijn te verdelen is

Inzichten van de Dag van de Financiële Verhoudingen

In veel gemeenten van Nederland lag de afgelopen jaren de vraag op tafel hoe bovenlokale, regionale samenwerking er uit zou kunnen zien. En belangrijker wellicht: wat betekent die regionale samenwerking dan in financiële zin? Deel 1 van ‘Inzichten van de Dag van de Financiële Verhoudingen’.

Áfbeelding financiële verhoudingen

Marianne Besselink is burgemeester van Bronckhorst. Of, zoals ze zelf zegt: ‘Burgemeester van het kleinste stadje van Nederland, zó klein dat er geen gemeentehuis in past.’ Bronckhorst is een fusiegemeente met 44 kernen. Besselink is ‘een groot voorstander van regionale samenwerking’. Eerlijk is ze overigens ook: ‘Samenwerking is eigenlijk geen keuze: je zult wel moeten.’ Gemeentelijke autonomie is in haar ogen belangrijk, maar, als je inzet op regionale samenwerking, dan is het niet meer dan logisch dat je daarmee ook een deel van die autonomie moet willen opgeven: ‘We kennen in de Achterhoek een schaalgrootte, waardoor we elkaar nodig hebben, dus dan doen we dat!’

Met instemming wijst ze op de conclusies, zoals die te vinden zijn in het essay van Irene Niessen  ‘Onderlinge solidariteit bij regionale samenwerking’: ‘Heel veel financiële, maar ook bestuurlijke afwegingen in regionale samenwerkingen worden impliciet gemaakt. Daardoor ontstaat er vaak gerommel.’ In goede tijden is dat niet zo heel erg, betoogt Besselink. Dan is die onderlinge solidariteit nog te organiseren.

‘Veel financiële afwegingen worden impliciet gemaakt. Daardoor ontstaat vaak gerommel’

Maar als het even tegenzit, dan is samenwerken lastiger: ‘Solidariteit houdt op als er pijn te verdelen is’. En dan helpt het niet, dat de gemeenteraden bij dergelijke grotere samenwerkingen soms op afstand staan. Dan is de neiging groot om alleen voor ‘eigen’ inwoners te kiezen.
Om samen te blijven werken, ‘ook als het even tegenzit’, is in de regio, waar ook Bronckhorst deel van uit maakt, een samenwerking tussen gemeenteraden opgestart: de Achterhoekraad. Daarin zit alle partijen naar verhouding in: dat helpt om de afstand tot bestuurlijke samenwerkingen te verkleinen. En:  klein detail: zo’n Achterhoekraad is ingesteld, terwijl wet- en regelgeving daar eigenlijk niet in voorziet.

Samenwerking in Houten
Reactie van Kees van Daalen, wethouder van Houten

Ook in Houten staat gemeentelijke samenwerking hoog op de agenda, terwijl de ‘50.000ste inwoner er bijna is in Houten.’ Van Daalen wil maar zeggen: ook zonder samenwerking is Houten een fraaie gemeente. Zoals (ook) in het essay van Peter Wilms valt te lezen, is in Houten ingezet op samenwerking op het sociaal domein. En dus zou een logische vervolgstap zijn, om sociale diensten van verschillende gemeenten bij elkaar te voegen: ‘Een aardig idee’, aldus Van Daalen. Maar hij stelt tegelijkertijd vast dat ook in Houten zal gelden, dat - als het tegenzit (lees: financieel) - de onderlinge solidariteit snel te zoeken is. En dus vraagt hij zich af: wat betekent het ‘op afstand zetten van gemeentelijke taken’? Hoe zit het dan met de gemeentelijke controle? Hoe kan de raad dan nog sturen? Op gemeenschappelijke regelingen toezien, is voor een individueel raadslid (ook nu al) lastig. Is dat erg? Dat verschilt per regeling, zo stelt Van Daalen vast: ‘Wel als het over bijstand, of over zorg gaat.’ Het is minder erg als het over belastinginning gaat. Met instemming haalt hij Ter Borgt aan: ‘Beleidsdoelen zijn vaak weinig ‘hard’ geformuleerd’, waardoor de controlefunctie voor de raad nog lastiger uit te oefenen is. Van Daalen: ‘Vertrouwen is goed, maar ‘democratische controle is beter’.

Essays:

  • Sturing en controle van gemeentelijke uitbestedingen is vaak beperkt, Henk ter Bogt
  • Interne financiële verhoudingen, Peter Wilms