Staat van de Uitvoering 2025: moedig voorwaarts (dan maar)!

Terwijl de Haagse politiek in een grote impasse verkeert en er over de grote onderwerpen geen knopen worden doorgehakt, blijft de Staat van de Uitvoering aan de poort rammelen met telkens een andere vertelvorm voor dezelfde boodschap: de publieke dienstverlening moet snel beter en vooral eenvoudiger. Anders lopen we in de nabije toekomst gierend vast. Dit jaar werd gekozen voor de vlucht naar voren met de special ‘Inspiratie uit de toekomst’.  ‘Visie en lef is wat Nederland nodig heeft.’

Stuurgroepvoorzitter Abdeluheb Choho
Beeld: ©Butino
Op 8 september 2025 overhandigde stuurgroepvoorzitter Abdeluheb Choho de nieuwe Staat van de Uitvoering aan Tom van der Lee, vicevoorzitter van de Tweede Kamer.

Om maar met een bekentenis te beginnen: je moet je er echt even toe zetten om De Staat van de Uitvoering 2025 te gaan lezen. En om die bekentenis dan maar meteen van context te voorzien: dat ligt niet aan het rapport zelf – dit keer in de vorm van een special, getiteld ‘Inspiratie uit de toekomst’. Net zoals de voorgaande versies is de Staat aantrekkelijk opgemaakt, lekker geschreven. En het snijdt - veel belangrijker nog - treffend aan waar het in Nederland aan schort. Met als kern: de overheid wil oprecht het goede, maar als we in de uitvoering niet een grote vereenvoudiging van bestaande wet- en regelgeving toepassen, lopen we binnenkort hopeloos vast. Waarom dan toch die tegenzin om te gaan lezen?

Dat is omdat de rapporten feitelijk nogal inwisselbaar zijn. De analyse uit eerdere jaren is min of meer dezelfde als die van dit jaar. Valt dat de opstellers of de uitvoerders te verwijten? Nee. Maar het is echt oppassen om je daardoor niet te laten ontmoedigen.

‘Verlies je niet in fraaie vergezichten en beloftes, verschuil je niet achter een dichtgetimmerd regeerakkoord’

Pijnlijke keuzes stellen we liever uit

‘Ons land zal de komende jaren voor strategische en ook pijnlijke keuzes komen te staan.’ Dat is een van de kenmerkende zinnen in de inleiding van de Staat. De Troonrede op Prinsjesdag 2025, opgesteld door het demissionair-demissionaire kabinet-Schoof, geeft aan dat grote keuzes juist worden uitgesteld.

Als er iets is waaraan ‘De Staat van de Uitvoering’ de afgelopen jaren heeft bijdragen, dan is het wel dat de dialoog tussen beleid en uitvoering intensiever geworden is. En dat de Staat ook echt helpt om het wederzijds begrip te vergroten. Toch, zo constateert het rapport, ‘is de echte interactie met de politiek nog beperkt’.  

Het recept van de Staat is en blijft gelijk: vereenvoudiging is nodig. Vereenvoudiging, die juist over grenzen van organisaties en beleidsterreinen gaat. Maar laat dat nu juist het type oplossingen zijn, dat alleen tot stand komt door samenwerking tussen uitvoerders, beleid én politiek.

De kern van Inspiratie uit de toekomst

De vondst van de toekomstbeelden

Vermoedelijk hebben de schrijvers van de Staat van de Uitvoering ook wel gedacht: ‘hoe schrijven we deze jaargang iets, dat toch de moeite van het lezen waard is?’ In 2024 hadden ze immers een Staat gepubliceerd waarvan de boodschap luidde: dit is hetzelfde rapport als vorig jaar, maar dan met meer uitroeptekens. De creatieve oplossing: we kiezen voor toekomstvisies. ‘De vlucht naar voren’, zou je dat kunnen noemen.

Misschien ook wel een gouden vondst. Immers, als er iets is dat politiek en bestuurders in beweging zou moeten krijgen, dan is dat toch een wenkend toekomstperspectief? Daarvoor is ‘politiek’ per slot van rekening ‘uitgevonden’.

‘Denk na over uitvoerbaarheid, over mensen en middelen’

Hoe ziet Nederland er dan idealiter uit in 2035?

In 2035 gaat het een stuk beter met Nederland, zo voorziet de Staat van de Uitvoering. Gestoeld op drie sturende principes: allereerst is er een betere bestuursstructuur ontwikkeld - een governance die leidt tot vereenvoudiging en vernieuwing over ketens heen. Ten tweede is er één gezamenlijke visie ontwikkeld, die mensgerichte en proactieve dienstverlening centraal stelt. En tot slot is ook de financiering van dit alles netjes op orde.

Mede daardoor is er op vijf concrete terreinen stevige vooruitgang geboekt. Allereerst is in 2035 de uitvoering in staat om proactieve dienstverlening rond levensgebeurtenissen te verlenen. Waarmee bedoeld wordt dat dienstverlening anticipeert op dat wat nodig is bij belangrijke momenten in mensenlevens (zoals: geboorte, verhuizing, werk, uitkering etc.). En daarbij neemt de uitvoerder het voortouw, in plaats van te wachten tot mensen zelf hulp aanvragen.

‘Realiseer je dat belofte schuld maakt’

Ten tweede is de dienstverlening aan ondernemers rond verduurzaming sterk verbeterd. Herontwerpen met lef, noemt het rapport dat. En wel door middel van gerichte ondersteuning, door regeldruk te verminderen, en (misschien wel vooral) door betere afstemming en samenwerking met ondernemers bij transities.

Ten derde is ook de dienstverlening rond inkomensondersteuning sterk verbeterd. De grote versneller van dit proces is het zogenaamde Deltaplan inkomensondersteuning, dat in 2030 van start is gegaan. De Toeslagenaffaire werpt ook in 2030 zijn schaduwen nog steeds vooruit. Want het doel is om in 2035 voor elkaar te hebben dat systemen overzichtelijker zijn, zodat mensen begrijpen wat ze krijgen, wat er verandert als ze meer gaan werken. En daarbij steken de opstellers van het rapport niet onder stoelen of banken dat er daarvoor fundamentele keuzes moeten zijn gemaakt om de stelsels te kunnen vereenvoudigen.

Het vierde toekomstbeeld gaat in op de verbeterde beleidsvorming tussen staat en straat. Waarmee bedoeld wordt dat het beleid veel dichter aansluit op de praktijk, met terugkoppeling vanuit de uitvoering en ervaringen van mensen. En waarbij de uitvoeringspraktijk wordt betrokken in beleidsontwikkeling.

Tot slot wordt ook de politiek aangesproken: een betere balans tussen beleid en uitvoering, meer beslissingskracht en verantwoordelijkheid op uitvoeringsniveau: dat is alleen mogelijk als er duidelijke keuzes door de politiek worden gemaakt, die gepaard gaan met coherente visies, die gericht zijn op de lange termijn.

‘Het vraagt om visie en lef, maar dat is wat Nederland nodig heeft’

Terug bij af

En daarmee, beste lezer, zijn we misschien wel weer terug bij af. Dat realiseerde ook stuurgroepvoorzitter Abdeluheb Choho zich toen hij de Staat op 8 september 2025 aan Tom van der Lee, de vicevoorzitter van de Tweede Kamer, overhandigde. In zijn speech deed hij een ferme oproep aan de politiek. En in het bijzonder aan de politieke partijen die straks (na de verkiezingen) daadwerkelijk met elkaar aan de slag zullen gaan.

Choho stelde: ‘Verlies je niet in fraaie vergezichten en beloftes, verschuil je niet achter een dichtgetimmerd regeerakkoord, maar denk na over uitvoerbaarheid, over mensen en middelen. Realiseer je dat belofte schuld maakt. Dat vraagt om visie en lef, maar dat is wat Nederland nodig heeft.’

Precies dat. Visie en lef. Je niet verschuilen. Ambtenaren ruimte geven. En de wisselwerking tussen praktijk en beleidstafels nu écht eens vorm gaan geven. Zodat we in de komende jaren echt stappen gaan zetten om Nederland een nog betere overheid te gunnen. Die toekomst, die begint inderdaad vandaag.