Marc Evers en Roel Boomstra: ‘De klik maakt het verschil’

‘De wekker gaat iedere dag om tien voor vijf’, grijnst paralympisch zwemkampioen Marc Evers. Zoveel heeft hij ervoor over om samen te werken met zijn favoriete trainer Wim ten Wolde. Wereldkampioen dammen Roel Boomstra werkt als individueel sporter juist het liefst met zoveel mogelijk trainers samen. Wat kunnen we van individuele topsporters leren over samenwerken? 

Marc Evers tijdens zwemwedstrijd
Beeld: ©ANP / Joel Marklund

Tijdens de Winterspelen in Beijing (4 tot 20 februari 2022) publiceert Overheid van Nu elke week een artikel met de geleerde lessen van (oud-)topsporters en hun coaches over samenwerken in de reeks “Samenwerken is topsport”.  

In 1 minuut:
  • Samenwerken volgens Roel Boomstra: zoek meerdere sparringpartners op die je kunt vragen om advies en hulp. Het is belangrijk om samen te werken met iemand die jou veel vertrouwen geeft. De volgende dingen werken: een onderlinge competitie met een constructief karakter creëren, voldoende evalueren en een ontspannen sfeer. Die creëer je door serieus en taakgericht bezig te zijn, maar ook door een focus op niet-werken en ruimte voor ontspanning.
  • De geleerde lessen van Marc Evers: een klik is heel belangrijk. Als je een favoriete samenwerkingspartner vindt waarmee je het goed kan vinden, zorg dat je diegene behoudt. Vind een samenwerkingsvorm die jou ondersteunt en die bij jou past, ook al is die misschien ongebruikelijk. Praten en luisteren is net zo belangrijk als hard werken. 

Zwemmer Marc Evers won tweemaal goud op de Paralympische Spelen. In 2012 in Londen en in 2016 in Rio de Janeiro. In Londen won hij ook een bronzen medaille op de 100 meter schoolslag. In Rio de Janeiro wist hij een zilveren medaille (100 meter rugslag) en bronzen medaille (100 meter schoolslag) binnen te halen.  

Roel Boomstra (1993) won in 2008, 2010 en 2011 de Europese kampioenschappen voor de jeugd. In 2010 werd hij jeugdwereldkampioen. In 2016, 2019 en dit jaar won hij het wereldkampioenschap. In 2012 en 2019 werd hij wereldkampioen rapiddammen.

Een team van trainers 

Roel Boomstra is ooit begonnen met dammen en nooit meer gestopt. De schaakclub liep hij eerder binnen, maar daar vond hij niks aan. ‘Ik moest een cursus volgen over de regels, terwijl ik die al kende.’ 

Niks voor Boomstra dus, wiens ontwikkeling als professioneel dammer wordt gekenmerkt door het trekken van zijn eigen plan. Op eigen houtje vroeg hij verschillende dammers om zijn trainer te worden. Denk aan Alexander Baljakin, Wouter Sipma, Aleksandr Schwarzman,- grote namen in de damwereld. 

Elke samenwerking met een trainer verschilde. Van de een kreeg Boomstra les, bij de andere trainer bereidde hij zelf de vragen voor. Boomstra paste telkens de vorm aan die paste bij zijn trainer. 

Proefkonijn 

Met Alexander Baljakin, Boomstra’s huidige trainer, werkt hij al tien jaar samen. Samen oefenen ze vaak openingen. ‘Alexander heeft altijd net een andere kijk’, vertelt Boomstra. ‘Ik heb enorm veel van hem geleerd.’ 

Baljakin gaf Boomstra les, in ruil daarvoor was hij het proefkonijn in de eerste jaren van hun samenwerking. Boomstra: ‘Dan probeerde ik de openingen die hij had bedacht uit in mijn wedstrijden. Zo konden we kijken of hij ze ook kon inzetten in zijn wedstrijden, die hij toen speelde op veel hoger niveau.’ 

Hun contact leverde zo een interessante wisselwerking op. ‘Het was voor ons allebei echt leuk om te doen en we werden er ook allebei beter van’, vertelt Boomstra.

‘Bij dammen is er niet één duidelijk plan’, legt hij uit. ‘Elk plan heeft andere voordelen. Daarom is het belangrijk om met verschillende trainers te werken, die ieder hun eigen voorkeuren en specialiteiten hebben.’ 

Tip 

Zoek meerdere sparringpartners uit die je vraagt om hulp. Kies steeds een vorm die jullie beiden past om samen te werken. Kijk of je een wisselwerking kunt creëren, die voor jullie allebei interessant is.   

Roel Boomstra damt tijdens WK Match 2022
Beeld: ©ANP / Rob Engelaar

Eén favoriete trainer

Elke dag staat Marc Evers om tien voor vijf op, zodat hij om zes uur in het zwembad ligt. Hij zwemt elke dag onder leiding van zijn trainer en coach Wim ten Wolde. 

Van 2016 tot 2021 trainde Evers met bondscoach Sander Nijhuis op het Nationale Paralympische Trainingscentrum. Maar dat ging niet altijd vlekkeloos. Ze begrepen elkaar niet goed en hadden een andere visie op de sport. Evers’ resultaten op de Paralympische Spelen vorig jaar vielen tegen. 

Er was maar één oplossing voor Evers: terug naar Ten Wolde. Ten Wolde en Evers hebben een speciale band en kennen elkaar al lang. 

Toen Evers al op jonge leeftijd talentvol bleek in het zwemmen, wilde hij zich verder ontwikkelen bij een zwemvereniging. Een aantal zwemclubs wees hem aanvankelijk af vanwege zijn verstandelijke beperking. Ten Wolde wilde Evers wel trainen. Laten we het gewoon proberen, zei hij. Met succes: Ten Wolde bracht Evers naar de Paralympische Spelen van Londen, in 2012.

Samenwerken met zijn eigen, favoriete staf heeft wel een prijskaartje; de sponsoren moesten dieper in de buidel tasten en Evers moet trainen op tijden dat het zwembad afhuren het goedkoopst is. Heel vroeg in de ochtend dus. Maar Evers grijnst er breed bij als hij erover vertelt. 

Tip 

Je kunt niet altijd kiezen met wie je samenwerkt, maar het kan erg de moeite waard zijn om een succesvolle samenwerkingspartner te behouden, ook al is het ongewoon en kost het meer moeite.  


Klik 

Evers en Ten Wolde kunnen veel van elkaar hebben. Ze hebben een goede klik en dat is heel belangrijk volgens Evers. 

Waar zit die klik ‘m in? Evers: ‘Wim kent mij door en door en hij begrijpt wat ik meemaak als zwemmer.’
‘Er zijn best weleens spanningen,’ vertelt Evers. ‘Een trainer eist steeds meer van je. Dat moet ook, want anders bereik je de top niet. Maar dat leidt soms wel tot behoorlijke irritaties.’

Hij vertelt over een zondagochtend om 6 uur ’s ochtends. ‘Het lukte gewoon niet.’ Toch wilde zijn trainer natuurlijk dat hij door zou gaan. 

‘Als jij het beter weet, dan doe je het toch zelf!’ beet Evers hem toe. 

Evers: ‘Als je het goed met iemand kunt vinden, vergeet je zo’n ruzietje snel. Maar met een andere trainer had het heel anders kunnen aflopen.’

‘Wim pakt het laconiek op, met humor. Hij is zelf topsporter geweest en weet hoe het voelt als je tot het gaatje gaat. Hij weet op zo’n moment hoeveel pijn en verzuring ik voel.’ 

Tip 

Een klik is heel belangrijk. Een klik bestaat uit elkaar goed kennen en elkaar begrijpen.  


Zoek de ontspanning op 

Dat een coach heel belangrijk kan zijn, herkent Roel Boomstra. Hij heeft een heel goede band met zijn oud bondscoach Rob Clerc, die als coach actief was van 2008 tot 2020. 

In 2008 maakte Boomstra als vijftienjarige de overstap van talentontwikkeling naar topsport, daarom heeft hij vanaf het begin af aan met Clerc samengewerkt. 

Na Clercs pensioen in 2020 vroeg Boomstra hem om Boomstra bij de WK Match 2022 toch weer te coachen, met groot succes. ‘Rob is recht voor z’n raap en heeft een grenzeloos vertrouwen in mij, dat voel ik altijd. Ik voel een hele sterke klik met hem, het is moeilijk om precies uit te leggen waar dat in zit. Het voelt altijd alsof het goed gaat komen als hij erbij is.’

Boomstra vertelt dat zijn coach altijd een fijne sfeer weet te creëren, doordat hij enerzijds heel taakgericht is en anderzijds de ontspanning opzoekt. 

‘Ik voel me altijd op m’n gemak gesteld door hem. Rob weet wanneer hij serieus moet zijn en wanneer hij moet beginnen over zijn kleinkind of de laatste voetbalwedstrijden. Dat evenwicht heeft hij altijd goed te pakken.’

Maar, net zo belangrijk is hun gezamenlijke doel. Boomstra: ‘We deelden een doel – de WK Match van 2022 winnen – en we wilden er allebei alles aan doen om dat te bereiken. Door zo’n zelfde werkhouding krijg je ook een heel erge klik.’

Tip 

Een samenwerking heeft twee kanten: een serieuze focus op het werk, maar daarnaast ook aandacht voor het leven daarnaast, voor het onserieuze, ter ontspanning, zodat je samen een band opbouwt.  

Constructieve competitie

Iemand naast je hebben, is productief, maar iemand tegenover je hebben, evenzeer, blijkt uit het verhaal van Boomstra. Zijn carrière als topsporter begon ooit bij de lessen van zijn conciërge. Hij sloot zich aan bij het groepje leerlingen dat deze onder zijn hoede had. In het weekend deden ze mee aan toernooien. 

‘Ik was de jongste in het groepje, dus ik moest steeds aanpoten’, vertelt hij. Dankzij toeval of de goede aansturing van de conciërge bleek het groepje heel succesvol. Zo zat ook Nederlands kampioen dammen bij de vrouwen, Heike Verheul, bij het groepje. Boomstra wilde natuurlijk niet onder doen voor hen. Is hij daarom zo goed geworden? 

Onderlinge competitie is wel bevorderlijk, denkt Boomstra. ‘Je ziet het vaker dat er een trainingskoppel ontstaat, twee mensen van dezelfde leeftijd die samen trainen, elkaar op alle toernooien tegenkomen. Dan ontstaat er, heel natuurlijk, een heel leuke wisselwerking. Ik had dat met Pim Meurs. Dan denk je: als hij dat kan, dan kan ik het ook. Zo kom je allebei tot grote hoogten.’

Tip 

Een onderlinge competitie met een constructief karakter werkt. Boomstra’s woorden komen overeen met wat Harrie Lavreysen vertelt over de samenwerking met zijn sprintploeg. Creëer een constructieve competitie onderling, zodat je samen betere resultaten behaalt. 

Sterker door elkaar?

Dat je je als collegasporters aan elkaar optrekt, ziet Evers ook. Toch is hij er niet zo’n fan van. 
Toen hij eerder trainde met het nationale zwemteam inspireerde hij andere zwemmers door zijn onuitputtelijke motivatie en doorzettingsvermogen. ‘Soms train ik zo hard dat ik moet overgeven van het maagzuur.’

‘Ik werd gekoppeld aan een andere zwemmer met veel talent, om hem te helpen harder te trainen. Ik wil best iemand helpen, maar nu is het twee keer ten koste gegaan van mijn eigen paralympische prestaties, in 2016 en 2021. Daar baalde ik heel erg van.’

‘Als ik in een team had willen sporten, was ik wel op voetbal gegaan. Daarom ben ik na 2021 gestopt met trainen met het nationale team en werk ik nu samen met mensen die er zijn om mij te helpen. Dat vind ik fijn, want uiteindelijk zwem ik voor mezelf.’  

Boomstra werkt daarentegen juist het liefst intensief samen met andere dammers en ouddammers. Zodanig, dat je je afvraagt of dammen wel een individuele sport is.

Boomstra: ‘Pas op een toernooi worden we concurrenten. Daarvoor staat iedereen heel erg open om van elkaar te leren. We zijn niet bang om elkaar onze geheimen door te vertellen. Daarin zit veel vertrouwen. Iedereen weet dat je sterker wordt van elkaar.’

Tip 

Welke manier van samenwerken past bij jouw werk/taak? Denk na over de manier waarop anderen invloed hebben op jouw prestaties. 


Presteren is communiceren

Op een ander punt zijn de zwemmer en dammer het roerend met elkaar eens: praten is een belangrijk onderdeel van sport. 

Evers: ‘De balans is voor mij belangrijk: hard trainen, maar ook praten over wat je ervaart op een bepaald moment. En praten over: hoe praten we erover als iets niet of juist wel lekker loopt?’

‘Als anderen je begrijpen, dan scheelt dat enorm.’

‘Communicatie is een van de belangrijkste dingen’, vertelt Boomstra. ‘Wij evalueren vaak, iedereen geeft dan aan hoe we kunnen verbeteren.’ 

‘Zo hadden we een jongen die altijd moe naar training kwam, daardoor was hij liever niet al te geconcentreerd met dammen bezig. Toen we daarnaar hebben gevraagd in zo’n evaluatie, besefte hij de impact voor zichzelf en op andere spelers. Nu zorgt hij dat hij altijd fit is.’

Belangrijk is natuurlijk dat iedereen zich veilig voelt in de groep, en dat zaken op een respectvolle manier worden aangekaart, benadrukt Boomstra. 

‘Communicatie is overal, het is zo belangrijk’, vervolgt Evers. Hij denkt even na, en dan: ‘Samenwerken is communiceren.’