Ramiro Gomes Monteiro over de sit-ins: ‘Juist wij ambtenaren moeten benadrukken dat we ons aan de rechtsorde moeten houden’

Ramiro Gomes Monteiro werkt bij de RVO als senior programma-adviseur. Hij was al vroeg betrokken bij de sit-ins die elke donderdag tussen 12 en 12.30 uur plaatsvinden voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar wordt opgeroepen tot een staakt het vuren in Gaza. ‘Als ambtenaren roepen we de Nederlandse regering op te doen wat Art. 90 van de Grondwet zegt: ‘de regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde’.

Ramiro Gomes Monteiro
Beeld: ©Eigen beheer
Ramiro Gomes Monteiro: ‘De internationale rechtsorde is een van de mooiste bouwwerken die we als mensheid tot stand hebben gebracht en je ziet nu hoe fragiel het is.’

Wat motiveert je om aan de sit-ins mee te doen?

Ramiro: ‘Mijn persoonlijke motivatie is dat ik van huis uit heb meegekregen dat je je altijd moet uitspreken tegen onrecht. Daarnaast: als ambtenaren hebben we de belofte gedaan om de Grondwet te respecteren en hoog te houden. In Art. 90 staat heel duidelijk dat we de internationale rechtsorde moeten bevorderen. Dat gebeurt nu niet doordat de Nederlandse regering zich afzijdig houdt van wat er in Gaza gebeurt.

Elk kabinet is tijdelijk. Ik geloof dat het in deze situatie juist aan ons als ambtenaren is om te benadrukken dat we ons aan de Grondwet, die tijdelijke regeringen en bewindvoerders overstijgt, moeten houden.’

Wat is de relatie met je dagelijkse werk?

‘Wij werken met veel internationale partners, vaak zijn dat relaties die al tientallen jaren bestaan. We horen veel teleurstelling over hoe de Nederlandse overheid zich opstelt. Dan hoor je: “Jullie zijn toch de plek van het Internationaal Gerechtshof en het Vredespaleis, de stad van vrede en recht, de hoeder van de mensenrechten? Hoe kunnen jullie dan wegkijken?”

Het richt reputatieschade aan en schaadt de vertrouwensband die we in ons werk hebben opgebouwd. En er is de financiële schade: er is volgens Investico in Palestina sinds 2017 voor miljoenen aan minstens 59 door ons gesteunde projecten vernield. Zonder waarschuwing vooraf en zonder compensatie.’
 

‘De sit-in is de laatste weken enorm gegroeid’

Hoe leeft dit onderwerp onder je collega's?

‘Het leeft steeds meer. Ik ben blij dat we er bij ons een open gesprek over kunnen voeren, dat kan niet binnen alle rijksorganisaties. Er is veel onwetendheid over wat wel en niet mag als ambtenaar. Dit soort protest, dialoog en kritiek, mag en kan prima, zolang het niet direct je werk beïnvloedt. De nieuwe ambtseed biedt daarvoor veel ruimte.’

Sinds wanneer ben je betrokken en hoe ontwikkelen de sit-ins zich?

‘Ik doe al een kleine anderhalf jaar mee, dus bijna vanaf het begin. Ik hoorde erover via Ambtenaren en de Grondwet, het netwerk dat deze sit-ins organiseert. Ik heb demonstratieborden geschilderd, hierover het gesprek gestart met meerdere collega’s op het werk en nam deel aan een panel naar aanleiding van de Tegenlicht-aflevering ‘De kunst van het wegkijken’. Ik doe ook mee met De Rode Lijn, de demonstratieve optocht vanaf het Malieveld naar het Vredespaleis op 18 mei in Den Haag. 

De sit-in is de laatste weken enorm gegroeid. In de winter zaten we er soms met zestig tot honderd ambtenaren. Dat is nu minstens verdriedubbeld. Steeds meer mensen zien het als hun morele plicht om íets te doen. Ik ben blij met hoe we het doen. Niet in werktijd, maar in lunchtijd. Op een zichtbare plek. En met een heel diverse groep – er doen ook artsen, rechters, oud-ambassadeurs, -ambtenaren en politici mee. En organisaties zoals Artsen zonder Grenzen, Save the Children, The Rights Forum, Pax en Oxfam Novib.

Er is altijd een spreker en dat geeft een persoonlijke touch aan de sit-in. Daarna is het muisstil – dat is een indrukwekkende, geladen stilte. Ik vind het elke keer mooi en ook emotioneel. Je bent niet alleen, je hoeft niet bang te zijn om mee te doen. Als je samen met iemand gaat is de drempel voor velen al veel lager. Met zo’n half uurtje per week kun je al iets doen.’

‘Je bent niet alleen, je hoeft niet bang te zijn om mee te doen’

Wat hoop of verwacht je?

‘Ik verwacht dat het kabinet luistert naar wat de meerderheid van de Nederlanders wil. En dat het zich houdt aan het internationale rechtssysteem zoals we dat de afgelopen generaties met elkaar in de wereld hebben opgebouwd. Het is een van de mooiste bouwwerken die we als mensheid tot stand hebben gebracht en je ziet nu hoe fragiel het is. Als dit instort, komen we in een dystopische wereld terecht waarin we ons geloof in mensenrechten zullen verliezen. Dus: het kabinet moet luisteren naar het recht, het volk én de ambtenaren.’