Leesclub: ‘Het complot tegen Amerika’ – van veel te ver gezocht tot eng actueel

Een roman over hoe de Verenigde Staten een president met nazi-sympathieën krijgen die het programma ‘America First’ uitrolt. Waarna het land geleidelijk aan verandert in een fascistoïde staat. Toen historicus Ton Baetens ‘Het complot tegen Amerika’ van romanschrijver Philip Roth in 2004 las, concludeerde hij: prachtig geschreven, maar veel te ver gezocht.
Hoe anders is dat nu, 21 jaar later, zegt Baetens in de eerste aflevering van onze nieuwe Overheid van Nu-Leesclub. ‘‘Het complot tegen Amerika’ laat indringend zien dat sociale veerkracht en democratische waarden moeizaam standhouden tegenover populisme en autoritarisme. En dat waakzaamheid en veerkracht in tijden van politieke onzekerheid er zo toe doen.’

Ton Baetens
Beeld: ©Eigen beheer
Ton Baetens: ‘Dat de 'oude beschaving' van Europa en de historische, transatlantische banden niet werden verkozen boven banden met een dictatoriaal regime - dat was wel heel erg vergezocht. Edoch: de roman was goed geschreven.’

Philip Roth, dus. Zijn Het complot tegen Amerika (oorspronkelijk uitgegeven als ‘The Plot Against America’, in 2020 verfilmd als miniserie op HBO) is een van zijn latere boeken. Voor wie hem niet kent: Roth is een van de meest invloedrijke Amerikaanse schrijvers van de 20ste eeuw. In zijn werk verkent hij brede thema's als identiteit, ideologie, en in het bijzonder the human condition. Hoe wij mensen zijn. Roth's romans, zoals American Pastoral en Zuckerman Unbound, maar zeker ook Het complot tegen Amerika, bieden diepgaande inzichten in de Amerikaanse samenleving en zijn geschiedenis. Zijn puntige observaties en meesterlijke, wat onderkoelde vertelstijl maken zijn boeken tot een geweldige leeservaring.

Einde reclame-jingle.

Misschien is het centrale thema van The Plot nu juist wel vrijheid. Een ogenschijnlijk gemakkelijk begrip. Want: vrij zijn, dat ben je. Maar de roman van Roth laat je – net als het werk van filosofen en politicologen als Sartre of Isaiah Berlin – scherp inzien dat die ogenschijnlijke eenvoud in de praktijk verduiveld moeilijk is. Tenminste: dat vrijheid iets is dat er is, zolang een ander het je gunt.

‘Vrijheid is er, zolang een ander je die gunt’

Maar... waar gaat het eigenlijk allemaal over?

Let op, beste lezer, nu volgen enkele spoilers uit de roman. Philip Roth's Het complot tegen Amerika is een zogenaamde alternatieve geschiedenis. Een what if-verhaal. Een verhaal waarin luchtvaartheld Charles A. Lindbergh het in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1940 opneemt tegen de zittende, populaire president Franklin D. Roosevelt. Lindbergh is een man met nauwelijks verhulde nazisympathieën. Van zijn hart maakt hij geen moordkuil. In eenvoudige taal beschuldigt hij de Joden ervan een oorlog tussen Amerika en nazi-Duitsland te willen uitlokken.

Zijn verkiezingstournee pakt hij eenvoudig aan. Als vliegenier maakt hij gebruik van zijn eigen vliegtuig. En zo vliegt hij naar iedere staat. Waar hij iedere keer eenzelfde korte, simpele verkiezingstoespraak houdt. Kort samengevat: ‘het gaat niet over de vraag of je Roosevelt of mij zou moeten kiezen. De vraag is: wil je oorlog? Of wil je Lindbergh?’ Politiek wordt zo teruggebracht tot één enkele, eendimensionale vraag.

Klinkt dat bekend? Zou best kunnen!

‘Amerikaan zijn, wat betekent dat? Wanneer ben je eigenlijk een goede Amerikaan?

Kijken door de ogen van de jonge Philip

In het boek kijken we door de ogen van de 7-jarige Philip – niet toevallig ook de voornaam van de schrijver – naar Amerika. Naar een Amerika waarin – spoiler alert – Lindbergh die verkiezingen in 1940 daadwerkelijk wint. Daardoor verandert Amerika alras van karakter. Philip vertelt vanuit zijn perspectief hoe het gezin en de Joodse gemeenschap steeds meer onder druk komen te staan. Daar waar je vrij voelen zo doodgewoon was, verandert dat. Amerikaan zijn, wat betekent dat? Hoe ben je, of liever, wanneer ben je eigenlijk een goede Amerikaan?

Die vraag had de vader van Philip (en Philip zelf) zich nooit eerder gesteld. Al snel blijkt dat de Joodse identiteit (die in de wijken van New York zo doodgewoon was) een contested identiteit is. Eentje, waarvan je je kan afvragen of – als je Joods bent – je dan nog wel een goede Amerikaan bent.

Klinkt dat bekend? Zou best kunnen!

‘En de vader die in Washington al die antisemieten in de dop in dat zelfbedieningsrestaurant uitdagend had toegezongen, huilde hardop met open mond’

Impact van politieke veranderingen op persoonlijke levens

Welke impact deze politieke veranderingen op het persoonlijke leven van de jonge Philip hebben, laat het volgende citaat zien: ‘Voor mij begon een nieuw leven. Ik had mijn vader zien instorten, en ik zou nooit meer hetzelfde kind zijn. De moeder thuis was nu de hele dag weg om te werken bij Hahne. De altijd beschikbare broer was nu na schooltijd weg om voor Lindbergh te werken. En de vader die in Washington al die antisemieten in de dop in dat zelfbedieningsrestaurant uitdagend had toegezongen, huilde hardop met open mond. Huilde als een verlaten baby en als een man die gefolterd wordt omdat hij niet bij machte was om het onvoorziene een halt toe te roepen. En zoals de verkiezing van Lindbergh mij ondubbelzinnig aan het verstand had gebracht, was de ontvouwing van het onvoorziene alles.’

Wat in dit citaat zo mooi naar boven komt, is de manier waarop intolerantie begint en kan eindigen in onderdrukking en despotisme. Het begint met ogenschijnlijke eenvoudige vragen: of je je nu eerst Joods voelt, en pas daarna Amerikaan? Of je wel voldoende loyaal bent aan Amerika? Of je je niet een beetje kan aanpassen?

Als president Lindbergh dan het programma America First lanceert, dan is de vraag naar loyaliteit en identiteit nog indringender. In de roman lijkt America First in eerste instantie een onschuldige oproep tot patriottisme en zelfbescherming. Als onderstreping van het isolationistische beleid dat Lindbergh voorstaat: Amerika moet zich afzijdig houden van de ‘Europese’ oorlog. Maar al snel: ‘Onder het mom van America First groeide het wantrouwen tegen alles wat buitenlands was, en vooral tegen alles wat Joods was.

Klinkt dat bekend? Zou best kunnen!

Kortom: politiek extremisme dwingt tot – geleidelijke – aanpassing. Tot ‘normalisatie’. Tot – in de roman – uiteindelijk pogroms en virulente Jodenhaat. Het complot tegen Amerika biedt zo een verontrustende kijk op hoe de Amerikaanse samenleving had kunnen veranderen onder een isolationistische, populistische en antisemitische regering.

Ton Baetens
Beeld: ©Eigen beheer

‘Het laat in een verontrustend fictief scenario zien wat er in de samenleving voor nodig is, om een van de meest toonaangevende democratieën ter wereld aan het wankelen te brengen’

Waarom je de roman helemaal moeten lezen

Roth's roman Het complot tegen Amerika laat in een verontrustend fictief scenario zien hoe antisemitisme en isolationisme onder leiding van Charles Lindbergh de overhand krijgen. En wat er in de samenleving voor nodig is, om een van de meest toonaangevende democratieën ter wereld aan het wankelen te brengen.

Een intrigerend vertrekpunt, vond ik anno 2004, toen ik het boek voor het eerst las. Maar ook nogal vergezocht. Immers: hoe zouden Amerikanen, als hoeders van de democratie, als bakermat van geloven in vrijheid, ooit kunnen kiezen voor een platte populist? Voor een praatjesmaker, die er een nauwelijks verhulde bewondering voor autoritaire leiders erop nahield? Voor een vliegenier, die niet veel meer in zijn mars had, dan in enkele eenvoudige zinnen de 'grootsheid van Amerika' te bezingen? Zonder daar dan van duidelijk te maken wat die grootsheid dan eigenlijk was.

Die de 'oude beschaving' van Europa en de historische, transatlantische banden niet verkoos boven banden met een dictatoriaal regime. Dat was wel heel erg vergezocht. Edoch: de roman was goed geschreven. En maakte ook wel inzichtelijk hoe aanpassing en zelfcensuur nu eenmaal in zijn werk gaat. Maar: wat wist ik?

Roth laat in deze roman indringend zien dat sociale veerkracht en democratische waarden moeizaam standhouden tegenover populisme en autoritarisme. Een boek dat helder schetst waarom waakzaamheid en veerkracht in tijden van politieke onzekerheid er zo toe doen.

Ton Baetens