Wethouder Micha Mos: ‘Polarisatie uit zich in social media, maar komt er niet uit voort’

In de begintijd van de socials was de ‘twitterende wethouder’ iets waar iedereen vrolijk van werd; tegenwoordig treden bestuurders af onder druk van online-bedreigingen. Micha Mos, wethouder in Almere, heeft zelf nog weinig nare ervaringen gehad. In de podcast die Overheid van Nu met hem maakte op de Dag van het Bestuur 2025 vertelt hij over zijn omgang met sociale media: ‘Voor mij is het een middel om in contact te komen met mensen die ik anders niet bereik. Je moet het wel doen op een manier die bij jou past.’

Micha Vos
Beeld: ©Roderik Rotting
Micha Mos: ‘Het moet rondzingen dat wij als bestuur aanspreekbaar zijn.’

Micha, hoe gebruik jij sociale media?

Micha Mos: ‘Ik gebruik social media om te vertellen waar ik mee bezig ben en hoe ik tegen zaken aankijk. Het kan dan gaan over zaken als de nieuwe nachttrein of een nieuwe maatregel die armoede moet bestrijden. Maar het is voor mij vooral een instrument om drempels te verlagen zodat iedereen je kan bereiken. Zeker omdat er grote groepen zijn in de samenleving, en Almere in het bijzonder, die het moeilijk vinden om jou als bestuurder te vinden en aan te spreken.

En dat werkt twee kanten op. Als inwoner kun je mij ook gemakkelijk bereiken met twee muisklikken en een korte boodschap. Ik vind dat socials zich goed lenen voor kort, snel contact. Maar wil je echt een diepgaand gesprek, dan is fysiek contact het beste. Je kunt het gesprek dus online beginnen, en offline afmaken.’

Bestuurders lijken in toenemende mate te maken te krijgen met intimidatie via socials. Soms is dat (mede) een aanleiding om af te treden. Hou je daar rekening mee?

‘Ja en nee. Ik heb wel - maar in beperkte mate - te maken gehad met de vervelende kanten van online-interactie. Maar dat was niet echt bedreigend en strekte zich niet uit tot het strafrechtelijke domein. Ik heb dat redelijk gemakkelijk achter me gelaten.

Ik wil het niet bagatelliseren, maar frictie – via social media of op andere manieren – hoort bij het werk dat we doen. Het politieke klimaat kan ruw zijn en er zullen altijd mensen zijn die problemen hebben met wat jij doet. Hoe ze dat uiten, ja, daar zitten natuurlijk wel grenzen aan. Bedreigingen zijn verschrikkelijk en horen niet bij het werk.

Ik geloof overigens niet dat social media een oorzaak zijn. Het politieke klimaat is verhard en er zijn mensen die kwaad willen. Dat heeft met social media te maken omdat het daar tot uiting komt, maar het komt er niet uit voort.’

‘Frictie hoort erbij, maar bedreigingen zijn verschrikkelijk en horen niet bij het werk’

Je hebt Armoede in je portefeuille. Hoe bereik je mensen in armoede?

‘Met dit soort instrumenten en door die op verschillende manieren in te zetten. Ik zou bijvoorbeeld altijd spreekuur kunnen houden op het stadhuis, maar ik kies ervoor dat telkens op verschillende plekken in de stad te doen. Dat maak ik kenbaar via de socials – zo nodig ik Almeerders uit om langs te komen. Maar ik doe ook een digitaal spreekuur - dan heb je ook de hele voorafgaande week gelegenheid om vragen en opmerkingen in te sturen.

Juist mensen in armoede ervaren veel stress in hun dagelijkse leven. Je moet het ze daarom zo gemakkelijk mogelijk maken om contact met je te maken.’

Werkt dat?

‘Het aantal mensen dat ik spreek, telt uiteindelijk op tot ettelijke duizenden over een paar jaar. Dat is dus maar een paar procent van de inwoners. Dus het kan niet dekkend zijn en dat moet je ook niet pretenderen. Maar het helpt wel en werkt als een sneeuwbal. Het moet een beetje rondzingen dat het bestuur aanspreekbaar is en er een brug over die kloof heen kan.

Juist mensen in armoede ervaren veel stress in hun dagelijkse leven - je moet het ze daarom zo gemakkelijk mogelijk maken om contact met je te maken’

Wat adviseer je je collega’s?

‘Wat voor mij werkt, is boodschappen maken die bij mij passen. Ik ben een kletskous. Dus ik vind het leuk om spreekuur te houden en met mensen in gesprek te gaan. Het loopt ook altijd uit. Maar als je prettiger vindt om achter de tap te gaan staan in de voetbalkantine, of thee te drinken in de moskee, doe dat dan. Doe wat bij je past. Dat maakt je effectief.’