‘Wie wordt er eigenlijk uitgenodigd?’

Tijdens en rond de feestdagen reflecteert Overheid van Nu op wat in het voorbije jaar de belangrijkste thema’s waren. Dit keer: ‘de burger’. Want aan de hand van ‘zelforganisatie’, ‘participatie’, ‘regie’, ‘samenleving aan zet’, ‘burgerberaad’ en ‘gelijkwaardigheid’ doet de overheid misschien wel meer dan ooit haar best om de burger centraal te stellen. Maar welke burger heeft diezelfde overheid daarbij eigenlijk voor ogen? ‘Het is goed om stil te staan bij de vraag: wie wordt hier eigenlijk uitgenodigd?’

burger centraal
Beeld: ©Erald van der Aa
Hij vertelt over de basisschool, waar hij negens haalt, maar toch vaak te horen krijgt dat hij niet over de mentaliteit beschikt om ver te komen in het leven.

Word je nooit een kwartje als je geboren bent als een dubbeltje? Dat spreekwoord wordt gelogenstraft door Milio van de Kamp en Tim ’S Jongers, die beiden opgroeiden in armoede, maar terechtkwamen in een ander – sommigen zouden nog zeggen: ‘hoger’ of ‘academisch’ – milieu. Paradoxaal genoeg stelde dat hen in de gelegenheid om boeken te schrijven die het spreekwoord juist lijken te onderschrijven: je mag statistisch dan bij de kwartjes horen, je blijft je een dubbeltje voelen. Wat brengt opgroeien in armoede met zich mee? 

Lager mikken

‘Klasse laat je nooit los, klasse vormt wie je bent’, zegt Milio van de Kamp in zijn veelzeggend getitelde boek ‘Misschien moet je iets lager mikken’ . Hij groeit op in een gezin met een gewelddadige, goeddeels afwezige, criminele vader. En met een liefhebbende moeder, die bezig is met overleven. Met regelmaat staat de politie aan de deur. Gas en licht worden afgesloten als de rekeningen weer niet kunnen worden betaald. 

Milio laat overtuigend zien hoe sociale klasse sterk bepaalt hoe je je voelt, wat je opmerkt. En hoe een gevoel van ‘mag ik hier wel zijn?’ je zelfs op de universiteit niet loslaat: ‘Het viel me meteen op dat nagenoeg iedereen accentloos Nederlands sprak, woorden gebruikte die ik niet kende en het over onderwerpen, boeken en concepten had waar ik nog nooit van had gehoord. Ik vond een lege stoel tussen twee blonde medestudenten in, die zich voorstelden als Anne-Fleur en Sterre.’ 

Inmiddels is de socioloog Milio van de Kamp, na ooit te zijn begonnen op het vmbo, werkzaam als universitair docent aan de UvA. En toch: als hij uitgenodigd wordt om op een symposium over inclusiviteit op de universiteit te spreken, arriveert hij in zijn (gebruikelijke) trainingsbroek met hoody en hoort hij: ‘Ah, wat leuk! Ik wist niet dat ook studenten kwamen spreken.’

Volledig losbreken van je achtergrond is – dus – een illusie, zo leert hij. ‘Klasse laat je nooit los. Het ligt verankerd in je lichaam, alsof het onderdeel is van je DNA is. Klasse vormt wie je bent.’

‘Klasse laat je nooit los, klasse vormt wie je bent’

10-0 achter

Tim ’S Jongers komt uit een gezin ‘waar je 10-0 achterstaat’. Onverbloemd vertelt hij in zijn boek ‘Armoede uitgelegd aan mensen met geld’ over zijn jeugd met een Sinterklaas, waar hij de tweedehands, bekraste Playmobil van zijn buurjongetje krijgt. Over de basisschool, waar hij negens haalt, maar toch vaak te horen krijgt dat hij niet over de mentaliteit beschikt om ver te komen in het leven. En over de periode waarin hij door de straten van Antwerpen zwerft en alcohol en drugs gebruikt.

Maar vooral ook in sociaal opzicht zijn er verschillen, die je moet leren overbruggen om daadwerkelijk mee te kunnen doen. ‘Zei ik vroeger “kut”, in de kringen waar ik me nu bevind verwachten mensen dat ik “hoogst onaangenaam” zeg. Droeg ik vroeger tweedehands kleding en boeide dat niemand, nu krijg ik een boze mail wanneer ik tijdens een televisieoptreden een simpel wit T-shirt draag. Mijn positie onwaardig, weet je wel.’ Armoede, ook die uit het verleden, geeft stress. Veel stress. 

‘Misschien is het dat de overheid zulke hoge verwachtingen heeft van participatie’

Uitgenodigd

Zouden Milio en Tim zich vroeger aangesproken hebben gevoeld bij het lezen van de uitnodiging van de overheid om mee te doen aan een burgerberaad of participatietraject? De vraag stellen is ‘m beantwoorden, kun je opmaken uit ‘Who is invited?’ (Wie is uitgenodigd?), de lezenswaardige dissertatie van Vivian Visser, universitair docent Sociologie en Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. 

Ze vraagt zich af: zorgt al die zelforganisatie, participatie en regie door burgers niet juist voor het verder vergroten en verdiepen van de kloof tussen overheid en inwoner? In die zin dat een grote groep burgers met een lage sociale status zich allerminst aangesproken voelt. Kortom, vergroot de doe-democratie niet juist – onbedoeld – de sociale ongelijkheid die ze wenst te bestrijden.

Dat die wens er is en oprecht is, daar is Vivian van overtuigd. Ambtenaren die dit soort trajecten opzetten en begeleiden, zijn zich bewust van hun eigen vooroordelen en blinde vlekken. En toch lukt het vooralsnog niet echt om ze te lijf te gaan.    

Misschien is het dat de overheid zulke hoge verwachtingen heeft van participatie, zo laat Vivian zien. Op basis van een aantal doorgespitte Omgevingsvisies blijkt dat de ‘samenleving aan zet’ is. Van inwoners wordt een ‘hands on’-houding verwacht. Alleen meedenken is niet (meer) genoeg. Co-creatie is nodig. En daarna ook ‘doen.’ 

Zo ontstaat een nieuw beeld van wat de overheid wel – en ook niet – vermag: verschuivend van ‘interactie en overleg’ naar ‘het aanmoedigen van burgers om het voortouw te nemen bij het gezamenlijk creëren van publieke waarde via burgerinitiatieven’. Wellicht te hoog gegrepen, vooralsnog. 

Wanneer voel je je uitgenodigd?
Feitelijk spelen, zo stelt Vivian Visser vast, twee zaken een belangrijke rol bij je wel of niet uitgenodigd voelen: allereerst ‘feelings of entitlement’, waarbij je jezelf als het ware de vraag stelt of je wel ‘het recht hebt’ om ergens aan deel te nemen. Ten tweede: ‘taste for politics’, waarmee zoveel bedoeld wordt als je beeld van, en betrokkenheid bij, het politieke proces. Opleiding, afkomst, buurt: het zijn allemaal variabelen die ervoor kunnen zorgen dat mensen zich al dan niet uitgenodigd voelen. Net als gebezigde taal of ‘manieren’. 

2025

Inwoners bij beleid betrekken, regie en verantwoordelijkheid geven, dat is een groot goed. Maar ‘participatie’ betekent niet automatisch dat de hele samenleving dan ook daadwerkelijk meedoet. Of mee kan doen. Wellicht een mooi thema voor 2025.