Leestip: Word op tijd wakker met Slavoj Žižek

Socioloog. Filosoof. Psychoanalyticus. Communist. Cultuurcriticus. Vijf kwalificaties van Slavoj Žižek - ook wel de ‘Elvis van de cultuurtheorie' en 'het denkbeest uit Ljubljana' genoemd. In zijn nieuwste boek ‘Too late to awaken’ werpt hij ons de vragen voor: wat is nu ‘het goede moment’ om te handelen? En hoe weten we dat we ‘goed’ handelen? Waarbij we het verleden niet als excuus moeten gebruiken om in het heden niet te handelen. 

Slavoj Žižek
Beeld: ©Stefan Boness
Slavoj Žižek roept zijn geïnteresseerde publiek van denkers op om te ontwaken

Kern van het boek: eigenlijk ís er geen goede tijd om wakker te worden. We either freak out too early. Of we slaapwandelen de ramp tegemoet. Tegelijkertijd weten we dat de toekomst wordt gevormd door onze daden in het hier en nu. Weten we dat daden gevolgen en consequenties hebben. Marxistische denkers zoals Horkheimer en Adorno spreken in dit opzicht zelfs van historische onvermijdelijkheden: die dialectiek zou uiteindelijk onvermijdelijk leiden tot een marxistische staat. Terwijl religieuze denkers zich bijvoorbeeld beroepen op de onvermijdelijkheid van het lot, of onze lotsbestemming.

‘En uiteindelijk is er dan daadwerkelijk geen toiletpapier meer te koop’

Het toiletpapier is niet op

Denken over de toekomst is – zo betoogt Žižek – lastig: ‘The past is open to retroactive reinterpretation, while the future is closed.’ In diezelfde beweging kan ons denken over een mogelijke toekomst ook consequenties hebben voor onze daden in het hier en nu.

Žižek dist – als voorbeeld- een verhaal op uit het oude Joegoslavië waar hij - Sloveen - opgroeide. Een gerucht verspreidde zich door het land – een gerucht dat ook ons, maar dan om andere redenen, bekend in de oren klinkt – dat het toiletpapier in de winkels snel zou opraken. En alhoewel de autoriteiten al snel lieten weten dat er absoluut voldoende toiletpapier was, begon het hamsteren van toiletpapier buitenproportionele vormen aan te nemen.

Tot de voorraad – uiteindelijk - inderdaad op dreigde te raken. Waarbij Žižek aangeeft hoe een consument kon redeneren: ‘I'd better buy some reserves myself.’ It was not even necessary for this customer to believe that other shoppers took the rumor seriously - it was enough for them to presuppose that there were others who believed that there were others who believed it.’

En uiteindelijk is er dan daadwerkelijk geen toiletpapier meer te koop. Denken over mogelijke toekomsten kan dus legio gevolgen hebben. Wat is nu ‘het goede moment’ om te handelen? En hoe weten we dat we ‘goed’ handelen? Die beide vragen poogt Žižek te beantwoorden.

‘We kunnen racisme alleen bestrijden omdat we racisme hebben laten ontstaan’

Waarom we problemen te laat oplossen, maar dat ook bijna onvermijdelijk is

Žižek gebruikt het voorbeeld van racisme, om te laten zien, dat een probleemdefinitie onontbeerlijk is. Ja, vanzelfsprekend moeten we racisme bestrijden, zo stelt hij vast. Maar dat kunnen we alleen doen nadat (en misschien omdat) we racisme hebben laten ontstaan. En dus komt onze strijd ertegen altijd te laat.

Postpolitiek

Žižek stelt dat onze (westerse) wereld in de kern postpolitiek is geworden. Sterker nog: ‘Ideology tells the truth but creates conditions which guarantee that the truth itself will be perceived as a lie.’ Waardoor oude ideologische tegenstellingen er – de facto – niet meer toe doen. Tegenstellingen worden in onze tijden maar al te graag juist langs culturele lijnen gedefinieerd: ‘Great ideological causes (freedom, social justice, free education) no longer have the force to mobilize people […].’ Religion or ethnic belonging fit this role perfectly.’

En dus is de conclusie voor Žižek onvermijdelijk dat ‘a radical social change – a revolution – is needed to civilize our civilizations’.

 Žižek spreekt in dit opzicht over ‘a perfect storm’.  We leven, zo stelt hij vast in een tijd waarin allerhande catastrofes, pandemieën, de opwarming van de aarde, voedsel- en watertekorten, oorlog…) elkaar versterken. Een tijd waarin geen sprake meer kan zijn van afwachten. In de ogen van Žižek zullen we ons moeten aanpassen aan een mondiale noodtoestand, waarin onze prioriteiten – al naar gelang de situatie daar om vraagt – ook nog voortdurend moeten veranderen. We leven in een tijd waarin men het er algemeen over eens is dat ons voortbestaan om ecologische redenen wordt bedreigd – een tijd waarin alles wat we doen ondergeschikt moet worden gemaakt aan het omgaan met dit gevaar. ‘Maar plotseling is de voornaamste zorg een nieuwe oorlog geworden die onze weg naar collectieve zelfmoord alleen maar kan verkorten.'

‘Soms zijn de dingen echt zo eenvoudig’

De oorlog in Oekraïne

Žižek komt bij het centrale thema van zijn boek: de oorlog in Oekraïne. In zijn ogen staat deze oorlog model voor veel, zo niet alles, wat er mis is in onze huidige wereld. We worden geconfronteerd met een ramp. Met een aanval tegen alles waarvoor we zouden moeten staan: democratie, recht, integriteit van het grondgebied. Et cetera.

Toch vinden we het lastig om ons daartoe te verhouden, zo stelt Žižek vast. Sommigen roepen bijvoorbeeld op tot een ‘staakt het vuren’, of vragen om neutraliteit, zoals Roger Waters deed tijdens een zitting van de Veiligheidsraad. Anderen menen dat Oekraïne Rusland min of meer gedwongen heeft tot deze oorlog.

Daar gaat het mis, zo stelt Žižek vast: ‘Soms zijn de dingen echt zo eenvoudig [...] Het is obsceen om Oekraïne de schuld te geven van Russische vernietigingsdaden, of om het heroïsche verzet van de Oekraïners te interpreteren als een afwijzing van vrede. Degenen, zoals Waters, die oproepen tot ‘een onmiddellijk staakt-het-vuren,’ willen dat de Oekraïners op de hernieuwde Russische agressie reageren door hun eigen zelfverdediging op te geven. Dat is geen formule voor vrede, maar voor pacificatie.’

‘Het is niet zo dat dingen die ooit 'normaal' waren - zoals slavernij, racisme of seksuele onderdrukking - nu onaanvaardbaar zijn omdat onze cultuur en gevoeligheden zijn veranderd - ze waren ook toen onjuist’

Wat te doen

We moeten handelen. In het hier en nu. Dat is het recept van Žižek. ‘In het groot’: door solidariteit te tonen. Door te benoemen wat benoemd moet worden. Door te kiezen. In het groot. Én in het klein. Žižek laat ook hier weer ‘een klein verhaal’ zijn werk doen: ‘In Henichesk, a port city at the sea of Azov, an old Ukrainian woman confronted a heavily armed Russian soldier and offered him sunflower seeds to put in his pocket - so that they might bloom when he died and his body rotting in the earth might be of some value, feeding the growing plant.’

Maar ook in het groot moeten we dus handelen. Omdat we – per definitie, aldus Žižek – te laat starten met het oplossen van een probleem. Omdat het probleem er nu eenmaal eerst moet zijn, voordat we het kunnen oplossen, is het zaak om het verleden juist te bekijken met de maatstaven van vandaag. Een recept, waarvan een gemiddelde historicus zal gruwelen.

‘Er is geen plaats voor goedkoop historisme dat het onrecht relativeert’

Naar eigen maatstaven

Maar in de ogen van Žižek is er in onze samenleving helemaal geen plaats voor een ‘goedkoop historisme dat het onrecht relativeert’: het is namelijk niet zo dat dingen die ooit 'normaal' waren - zoals slavernij, racisme of seksuele onderdrukking - nu onaanvaardbaar zijn omdat onze cultuur en gevoeligheden zijn veranderd. Ze waren ook toen onjuist. We zijn alleen maar weer eens te laat wakker geworden.

En dus moeten we precies doen wat het historistische relativisme verbiedt: we moeten het verleden altijd meten aan de maatstaven van vandaag. Want: als we eenmaal zien dat slavernij verkeerd is, zien we tegelijkertijd dat het altijd verkeerd was, en kunnen we de geschiedenis anders lezen. Door bijvoorbeeld te ontdekken hoe slavenopstanden voortdurend plaatsvonden. Spike Lee wist het misschien wel eerder dan het denkbeest uit Ljubljana: Do the right thing begint bij ieder individu. En wel vandaag.