Alkibiades: ‘Elke onderdrukking begint als redelijkheid’

Stap even met ons mee in de tijdmachine: terug naar de 5de eeuw voor Christus. We komen aan in Athene, de bakermat van de democratie. Waar dan grote staatslieden als Perikles, filosofen als Socrates en wiskundigen als Pythagoras rondlopen. En een zekere Alkibiades - de hoofdpersoon van de nieuwste roman van Ilja Leonard Pfeijffer. Een pracht van een roman, mogen we wel zeggen. En tegelijkertijd veel meer dan ‘zomaar een roman’. Alkibiades stelt ons de vraag wat democratie nu eigenlijk (waard) is. Of en hoe democratische principes houdbaar zijn en blijven. Met Alkibiades vraag je je af of het Athene (en haar neergang) van 2500 jaar geleden niet een voorafschaduwing is van onze tijden. Haalt onze democratie de 22ste eeuw? 

Alkibiades op zijn knieën bij zijn heimelijke geliefde (door Jean Francois Lagrene, 18e eeuw)
Alkibiades op zijn knieën bij zijn heimelijke geliefde (door Jean Francois Lagrene, 18e eeuw) 

Laten we bij het begin beginnen. Alkibiades was, zoals Wikipedia treffend omschrijft, ‘een omstreden Atheens politicus en veldheer uit de tweede helft van de 5e eeuw v.Chr., die een sleutelrol speelde in de afloop van de Peloponnesische Oorlog.’ Maar hij was zoveel meer: schelm, landverrader, geslepen strateeg, vrouwen- en mannenverslinder. En ook nog: politicus, wees, echtgenoot (meermalen) en vader (maar dan vooral een slechte). 

Als we Alkibiades vragen zichzelf voor te stellen, dan klinkt dat zo: ‘Mannen van Athene, mijn naam is Alkibiades, de zoon van Kleinias. Ik ben een telg uit het oude geslacht van de Eupatriden. Mijn moeder was Deinomache, de dochter van Megakles uit het geslacht van de Alkmaioniden en de kleindochter van onze grote wetgever Kleisthenes. Hoewel mijn landerijen in het district Erchia liggen, ben ik officieel ingezetene van het district Skambonidai. Ik ben geboren in het jaar dat Euthynos archon was in Athene op de derde dag van de wassende maan van Metageitnion.’ 

Alleen al dit taalgebruik maakt deze roman het lezen meer dan waard. Of, mocht je hier gelijk ‘jeuk’ van krijgen, maakt dat je er maar helemaal niet aan moet beginnen. Mocht je tot dat laatste besluiten: reden te meer om wel dit stuk uit te lezen. Want Pfeiffer heeft ook goed begrepen waar democratieën voor moeten waken. 

‘De democratie ontaardt in een ochlocratie - het schrikbewind van de massa’

Van verwende jongeling tot invloedrijk politicus

In de eerste hoofdstukken maken we kennis met de mooie Alkibiades (zijn schoonheid wordt vaak en veel bezongen), die in eerste aanleg maar weinig om de Atheense democratie geeft. Via zijn vrienden krijgt hij wel al inkijkjes hoe het er in de politiek aan toegaat. Zo stelt Protagoras vast dat politici niet meer primair geïnteresseerd zijn in het staatsbelang, maar vooral uit zijn op invloed en macht. Ze ontwikkelen ‘geen visie en beleid ten faveure van de staat, maar zoeken slechts de gunst van het volk, waardoor de politieke koers van de staat een hulpeloze prooi wordt van de grillen van de publieke opinie. Op dat moment is de democratie ontaard in een ochlocratie, het schrikbewind van de massa.’ 

Pfeijffer verhaalt over de staat van de Atheense democratie. Er is sprake van ‘een crisisstadium, dat wordt gekenmerkt door volatiliteit van het politieke klimaat, daaruit voortkomend wantrouwen jegens de instituties en de politiek, schandalen die dit wantrouwen dagelijks nog meer voeden, inefficiëntie van het openbare bestuur en onvermogen om met toekomstsvisies en langetermijnstrategieën de waan van de dag te overstijgen. De enige uitweg uit deze crisis is de roep om de sterke man, die op een gegeven moment onder het volk steeds luider zal gaan klinken.’ 

Onvermogen, volatiel gedrag van kiezers, wantrouwen jegens de instituties. Het lijkt welhaast een hapering van de tijdmachine: je zou je zo in de 21ste eeuw wanen.  

Ondertussen rijst de ster van Alkibiades. In gestaag tempo werkt hij zich toe naar het centrum van de macht. Zijn finest hour in Athene beleeft hij als de volksvertegenwoordiging besluit om Syracuse en Sicilië te onderwerpen - een lang gekoesterde wensdroom van Alkibiades. Athene verzamelt de -tot dan toe - grootste vloot ter wereld. Niet minder dan 150 triremen (oorlogsschepen) en 5100 hoplieten (soldaten) worden uitgezonden. Alkibiades neemt het commando op zich, samen met medecommandanten Nikias, en Lamachus.

‘Om de democratie naar behoren te laten functioneren, is het essentieel om mechanismen in te bouwen die afstand scheppen, vertragen en gevoelens afkoelen’

Einde van de Atheense periode

Het blijkt een Pyrrhusoverwinning. Want kort na de afvaart van de vloot klagen vijanden in de Atheense politiek Alkibiades aan om heiligschennis. Hij wordt geacht terug te varen naar Athene om een proces te ondergaan. Alkibiades heeft geen vertrouwen in de goede afloop van de rechtszaak. Hij besluit maar om te vluchten. En wel naar aartsvijand Sparta.  

Met de expeditie loopt het vervolgens slecht af. Na verschillende veldslagen vernietigt Syracuse (de sterke stad op Sicilië) met Spartaanse hulp het Atheense expeditieleger. Ook de Atheense leiders worden gedood. Dit verzwakt de Atheense positie dusdanig dat Sparta formeel de oorlog hervat op het Atheense vasteland.   

Democratie in praktijk

‘Democratie stoelt per definitie op het collectieve oordeel van het volk, en is onderworpen aan de turbulentie van opvliegendheid en oncontroleerbare emoties. Om de democratie naar behoren te laten functioneren, is het derhalve essentieel om mechanismen in te bouwen die afstand scheppen, vertragen en gevoelens afkoelen. Dit vergt leiders als Themistokles en Perikles, die zich niet laten leiden door de angst voor bevliegingen van de veranderlijke volksgunst, die een visie hebben en de moed om het volk daarvan te overtuigen en die het debat durven te sturen in plaats van zich door de publieke opinie te laten regeren.’  

Belangrijker nog: ‘Dit vergt een volk dat bereid is tot compromissen ten bate van het gemeenschappelijke belang. Maar de Atheense democratie is inmiddels, zoals iedere democratie mettertijd, een parodie op zichzelf geworden, waarin de leiders dagelijks ter verantwoording worden geroepen en waarin het beleid elke dag opnieuw ter discussie staat. De staat wordt geregeerd door de angst voor volksgerichten en de volatiliteit van de publieke opinie.’  

Alkibiades lijkt wel helderziend.  

‘Niemand zal durven te ontkennen dat ik recht heb op een mening. En door jouw gelijk te bestrijden met mijn mening reduceer ik ook jouw onweerlegbare waarheid tot een mening’

Is er dan niets meer heilig?

Ook de waarheid sneuvelt uiteindelijk in de politieke arena, zo betoogt Alkibiades tijdens een twistgesprek met Socrates.  

In een weergaloze alinea laat Pfeijffer Alikibiades uit de doeken doen hoe waarheid er in de politieke arena steeds minder toe doet: ‘Als ik in het politieke debat word geconfronteerd met een onwelkome waarheid die ik onmogelijk kan weerleggen, beweer ik toch het tegenovergestelde van die waarheid, hetgeen dus een leugen is...’ O mannen en vrouwen van Den Haag, ben je dan geneigd te denken, klinkt dit niet heel erg bekend in de oren? 

Om te vervolgen met: ‘Om mijn bewering kracht bij te zetten zal ik niet pretenderen dat mijn leugen de sacrosancte waarheid is, maar dat mijn versie van de waarheid nu eenmaal mijn mening is.’  

Om de zaak daarna in twee regels af te maken met: ‘Niemand zal durven te ontkennen dat ik recht heb op een mening. En door jouw gelijk te bestrijden met mijn mening reduceer Ik ook jouw onweerlegbare waarheid tot een mening, waarover men kennelijk kan discussiëren gezien het feit dat we dat al aan het doen zijn.’  

En zo wint de onwaarheid van de waarheid, stelt Alkibiades vast: ‘Over contrasterende opinies kan vervolgens een meerderheidsbesluit worden genomen!’ 

‘Populisten hebben de afgelopen jaren zoveel energie geïnvesteerd in het mobiliseren van onvrede, dat er inmiddels daadwerkelijk ontzettend veel onvrede is ontstaan’

Ook van kamp wisselen is van alle tijden

Terug naar Alkibiades. Hij weet zich uiteindelijk ook bij aartsvijand Sparta op te werken tot het centrum van de macht. Hij biedt koning Agis II zulke waardevolle adviezen, dat Athene er bijna aan onder doorgaat. De Atheense militaire én financiële macht brokkelt langzaam af. 

Maar hij slaagt erin om zich ook in Sparta stevig in de nesten te werken. Hij legt het aan met Timaea, de vrouw van koning Agis II (in het boek weerspreekt Alkibiades dit: hij stelt vast dat Timaea zo machtig is, dat hij geen kant op kan). De mooie Alkibiades is slachtoffer van seksuele intimidatie, zo wil hij ons doen geloven. 

Vervolgens vlucht hij naar Klein-Azië om aldaar onder Perzische bescherming te leven. Een derde keer werkt hij zich op naar ‘daar waar de macht is’.  

Van daaruit zoekt hij weer voorzichtig toenadering tot Athene, eerst met de oligarchische regering van 411 v.Chr. Na hun val, met succes, met de gerehabiliteerde democraten. Hij biedt zich aan om de resten van de Atheense vloot aan te voeren. Als commandant behaalt hij vervolgens een cruciale overwinningen op Sparta: de zeeslagen bij Cynossema, Cyzicus en Arginusae doen het tij voor Athene keren.

In 407 v.Chr. is het dan zo ver: hij viert met een triomfantelijke intocht in Athene zijn thuiskomst. Alles vergeten en vergeven. 

‘Elke terreur neemt eerst de gedaante aan van een gerechtvaardigde correctie’

Wanneer gaat democratie ten onder?

In de roman laat Pfeiffer haarfijn zien hoe democratie van binnenuit uitgehold wordt. Alkibidiades schetst hoe het politieke debat steeds meer is gepolariseerd: ‘Van elk wissewasje wordt een halszaak gemaakt [...], deelbelangen vechten om dagsuccessen, overwinningen op politieke rivalen worden belangrijker geacht dan overwinningen op onze vijanden en populisten hebben de afgelopen jaren zoveel energie geïnvesteerd in het mobiliseren van onvrede, dat er inmiddels daadwerkelijk ontzettend veel onvrede is ontstaan. Het volk heeft een diep wantrouwen opgevat jegens de elite.’ Om dan te verzuchten dat zelfs de grote Perikles vandaag de dag geen schijn van kans zou maken. 

Als grote staatslieden geen schijn van kans meer maken, dan is het spreekwoordelijke hek van de dam. Dan rest ons nog onderdrukking, populisme en – uiteindelijk - dictatuur.  

Alkibiades legt uit hoe logisch dat kan zijn: ‘Elke onderdrukking begint als redelijkheid. Elke terreur neemt in eerste instantie de gedaante aan van een gerechtvaardigde correctie op erkende tekortkomingen van het bestaande systeem.’  

Hij stelt vast dat de Atheense rechtspraak in de loop der tijd van ‘een garantie op rechtvaardigheid is ontaard in een corrupt gezwel dat zwermen ongedierte aantrekt’. En dat vage en tegenstrijdige wetten ‘de natuurlijke habitat zijn gaan vormen voor slinkse advocaten, beroepsgetuigen en andere profiteurs’.  

Als vervolgens de ‘dictatuur van de Dertig’ aangeeft dat ze het juridisch system op willen schonen en de wetgeving willen moderniseren, dan wordt ‘er door menigeen instemmend geknikt en gezucht van opluchting’. En op die manier ontmantelen we de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van wetgeving en rechtspraak, zo schetst Pfeijffer. Een tactiek, die we vandaag de dag met meer en minder succes toegepast zien worden in democratieën als Polen, Hongarije en Israël.   

‘Laten we voorzichtig zijn daarbuiten’

Kortom: haalt de democratie de 22ste eeuw?

Natuurlijk! Ben je geneigd te denken. Zoals Churchill al wist, democratie is niet ideaal: ‘Many forms of Government have been tried, and will be tried in this world of sin and woe. No one pretends that democracy is perfect or all-wise. Indeed it has been said that democracy is the worst form of Government except for all those other forms that have been tried from time to time.…’  Maar democratie is ook niet vanzelfsprekend. Democratie vergt onderhoud. Vergt respect. En vertrouwen. Juist drie ingrediënten waar we vandaag de dag nogal lankmoedig mee omgaan.  

Alle reden om wellicht een oneliner uit de diepe jaren tachtig van stof te ontdoen. Met sergeant Phil Esterhaus (Hill Street Blues) zeggen we: ‘Let’s be careful out there!’