Overheid heeft wetenschap hard nodig, maar betrouwbaarheid wetenschap staat onder druk

Demissionair OCW-minister Robbert Dijkgraaf bepleit in zijn ROB-lezing op woensdag 13 september a.s. een inniger samenspel tussen overheidsbeleid en wetenschap. Het Rathenau Instituut is daar geen tegenstander van, maar waarschuwt in het essay ‘Twijfelachtige onderzoekspraktijken zijn een zorg voor de hele samenleving’ dat er veel onbetrouwbare wetenschap in omloop is. Vooral bestuurders, beleidsmakers en andere maatschappelijke partijen die hun beslissingen baseren op de kennis vanuit de wetenschap, moeten daar scherper op zijn.

Forensisch wetenschapper deelt zijn kennis met mensen uit verschillende beroepsgroepen
Beeld: ©Jessy Visser
Forensisch wetenschapper deelt zijn kennis met mensen uit verschillende beroepsgroepen

Kennis wordt steeds complexer, en lastiger te vangen in woorden. Tegelijk is wetenschappelijke (toetsbare) kennis steeds belangrijker bij het oplossen van de grote vraagstukken van onze tijd. Zij doordringt onze levens meer dan ooit tevoren, aldus Robbert Dijkgraaf, demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

In de ROB-lezing 2023, getiteld ‘Wie luistert naar de wetenschap?’ vraagt wetenschapper Dijkgraaf: hoe zorg je ervoor dat die kennis goed wordt geabsorbeerd in overheidsbeleid? En andersom: hoe zorgt de wetenschap ervoor dat onderzoeksresultaten meegenomen worden in politiek en beleid? Kortom, hoe brengen we deze werelden nader tot elkaar? En wat kunnen ze van elkaar leren?

De helft van de Nederlandse wetenschappers zou weleens twijfelachtige onderzoekspraktijken gebruiken

Kwaad al geschied

Als wetenschappelijk onderzoekers bij o.a. het Rathenau Instituut zullen Leonie van Grootel, Laurens Hessels en Paul Diederen het pleidooi van de minister onderstrepen. Tegelijk klinkt er in hun essay van vorig jaar - ‘Twijfelachtige onderzoekspraktijken zijn een zorg voor de hele samenleving’ - een harde waarschuwing: weet met welke wetenschap je je inlaat.

Voorbeeld: in maart 2020 publiceerde het Chinese Journal of Epidemiology een onderzoek waaruit bleek dat PCR-testen maar voor 50 procent nauwkeurig zouden zijn bij het vaststellen van een coronabesmetting. Het artikel werd een paar dagen later ingetrokken omdat de onderzoeksmethode niet bleek te deugen, maar het kwaad was al geschied: Amerikaanse deskundigen hadden de inkoop van PCR-testen al teruggeschroefd.

Met dat voorbeeld zet het Rathenau Instituut zijn pleidooi kracht bij: betrouwbare wetenschap is niet zomaar een zaak van de wetenschap zelf, maar van de hele maatschappij. En met de onderzoeksmethoden van wetenschappers zit het lang niet altijd goed: zowel in de opzet, dataverzameling, de analyse als de rapportage, kunnen wetenschappers in de fout gaan. Denk aan het hanteren van een te kleine steekproef, het stellen van suggestieve vragen, het uitvoeren van een experiment zonder een goede controlegroep, het formuleren van onderzoeksvragen nadat de resultaten al bekend zijn of het meerdere keren toetsen van data om maar een publicatiewaardig resultaat te vinden.

Het resultaat: onbetrouwbare onderzoeksresultaten. Maar liefst de helft van de Nederlandse wetenschappers zou weleens twijfelachtige onderzoekspraktijken gebruiken, zo haalt het essay aan de hand van een groot internationaal onderzoek aan.

‘Het vertrouwen van de samenleving in de wetenschap is in het geding’

In de kern conservatief

Het Rathenau Instituut noemt ook enkele oorzaken van die ‘twijfelachtige onderzoekspraktijken’: publicatiedruk, beperkte methodologische kennis, gebrek aan leiderschap en het willen volgen van conventies. Zeker het laatstgenoemde springt in het oog. De auteurs noemen de wetenschap ‘in de kern conservatief’: ‘competitieve praktijken zoals wetenschappelijke tijdschriften, academische loopbaanpaden, onderzoeksevaluaties en financieringsstromen hebben de neiging om bestaande opvattingen en normen te versterken’. Zo zijn ook de methodologische gebruiken diep ingebakken in het wetenschappelijke systeem.

Dit alles voert tot een pleidooi voor meer aandacht voor twijfelachtige onderzoekspraktijken - die zijn volgens het Rathenau Instituut een ‘zorg voor de hele samenleving’, omdat wetenschap vaak de basis vormt voor beleidskeuzes, omdat onbetrouwbaar onderzoek het algemene beeld van een onderwerp kan vertekenen en omdat kwaliteit van onderzoek voor burgers een belangrijke zaak is. Conclusie, mede op basis van een ander eigen onderzoek van het instituut: weliswaar is het publieke vertrouwen in de ‘wetenschap als instituut’ al jarenlang hoog, maar het vertrouwen van de samenleving in de wetenschap is wel ‘in het geding’.

Mogelijke oplossingen

 Naast de oproep tot een bredere maatschappelijke discussie over de betrouwbaarheid van onderzoeksmethoden, draagt het Rathenau Instituut ook een aantal mogelijke oplossingen aan. Daaronder preregistratie, waarbij wetenschappers eerst hun onderzoeksplan vastleggen op openbaar toegankelijke platforms. Die praktijk zou onder meer voorkomen dat wetenschappers achteraf hun hypothese aanpassen of dat ze precies de resultaten uitkiezen die hun onderzoek beter publicabel maakt.

Tip

lees voor de lezing van Robbert Dijkgraaf - a.s. woensdag in Den Haag, ook te volgen via livestream - eerst het essay van het Rathenau Instituut en kom beslagen ten ijs.

Lees hier een ander artikel van het Rathenau Instituut, over hoe preregistratie de kwaliteit van onderzoek kan bevorderen.