‘Water is urgent, maar we hebben meer leiderschap nodig’

‘Als we water de urgentie geven die het verdient, dan kan er heel erg veel.’ Aldus het Planbureau voor de Leefomgeving. En water kómt ook steeds meer op de mondiale en nationale agenda te staan. Maar van een groot maatschappelijk bewustzijn en concreet handelingsperspectief kun je nog niet spreken. ‘Met water staan we echt nog aan het begin van de veranderingscurve.’

Marko Hekkert overhandigt het eerste exemplaar van 'The Geography of Future Water Challenges: Bending the Trend' aan minister Mark Harbers
Beeld: ©Marne Groen
Marko Hekkert overhandigt het eerste exemplaar van 'The Geography of Future Water Challenges: Bending the Trend' aan minister Mark Harbers

The Geography of Future Water Challenges: Bending the Trend heet de nieuwe publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving. Op 14 maart jl. werd het rapport onder grote belangstelling   gepresenteerd tijdens een symposium. Een week later vond in New York de ‘UN 2023 Water Conference’ plaats van de Verenigde Naties, op aandringen van, en mede georganiseerd door het land van de waterexperts: Nederland. De boodschap is duidelijk: water is een urgent probleem en moet nú bovenaan op de agenda. Maar hoe komen we van urgentie tot concreet handelingsperspectief?

‘U heeft nu nog kans om de zaal te verlaten’ - uit de zaal klinkt gelach

Met het weten komt de verantwoordelijkheid

Zoals de UN 2023 Water Conference een vervolg was op de eerste internationale waterconferentie van de VN, veertig jaar geleden, was ‘The Geography of Future Water Challenges: Bending the Trend' ook een vervolg, en wel op het in 2018 verschenen ‘The Geography of Future Water Challenges’. Dat was nog een redelijk beknopt rapport met vooral een probleemanalyse is. Het nieuwe rapport is lijviger en biedt oplossingen. 

Op een dinsdagmiddag wordt het gepresenteerd. Er is veel animo voor het symposium, want de imposante witte hal van het PBL-instituut is helemaal gevuld. Om iedereen een zitplekje te bieden, worden stoelen bijgeschoven. 

Annemieke Nijhof, algemeen directeur van Deltares, presenteert het programma en benadrukt de impact van het rapport. ‘Met het weten komt de verantwoordelijkheid. U heeft nu nog kans om de zaal te verlaten.’ Uit de zaal klinkt gelach. 

PBL-directeur Marko Hekkert introduceert het rapport: ‘Als wij het heelal afspeuren naar leven, zoeken we eerst naar water. Water is synoniem voor leven. Eén van de grote conclusies van het rapport is dat we water als heel urgent probleem moeten gaan zien. Als we water de urgentie geven die het verdient, dan kan er heel erg veel.’

‘Het is noodzakelijk om beleidsterreinen samen te brengen en samen een stip op de horizon te zetten’

Let water be leading 

Projectleider Willem Ligtvoet licht de uitkomsten van zijn rapport toe tijdens een korte presentatie. Ligtvoet: ‘In dit boek hebben we verkend wat je met verschillende ambitieniveaus kunt bereiken. Welke inspanningen zijn er nodig voor bepaalde resultaten.’

Het boek gaat in op thema's zoals voedsel, waterverontreiniging, bodemdaling en de ecologische kwaliteit van zoetwatersystemen. Ligtvoet brengt er tijdens zijn presentatie een aantal voor het voetlicht. 

Veruit het belangrijkste is dat we moeten stoppen met het bouwen van dammen. Voor hernieuwbare energie lijkt dit een heel aantrekkelijke voorziening, en op basis van het klimaatakkoord van Parijs worden er meer dan 950 nieuwe dammen verwacht. Maar een dam blokkeert het watersysteem, zorgt dat de ecologische kwaliteit van water achteruitgaat en blokkeert sedimentstromen. 45 procent van sediment blijft achter in dammen en dat zorgt voor kusterosie. 

Een ander interessant inzicht uit de publicatie is dat bodemdaling in kusten en delta's veel meer effect heeft dan de zeespiegelstijging. Het goede nieuws is dat we daar iets aan kunnen doen. Grondwaterwinning geldt als oorzaak en die kan worden afgebouwd. 

Ligtvoet: ‘Bij verschillende reductiescenario’s zie je steeds minder bodemdaling. Bij 75 procent reductie zit je op 1 millimeter bodemdaling per jaar, dat is 19 millimeter minder dan als we business as usual aanhouden. Het gaat ook best snel: als je beleid nu inzet, heb je in 2030 al resultaat.’ 

Maar er is ook slecht nieuws: er zijn dan heel andere voorzieningen nodig. En daar zit een kostenplaatje aan. Dat is sowieso een belangrijke boodschap van het rapport: rondom water kan ontzettend veel, maar er is ook veel geld voor nodig. Dan hebben we het over een noodzaak van 160 tot 240 biljoen euro aan mondiaal geld. En in de toekomst is dat nog meer.

Maar met name is er samenwerking nodig. Ligtvoet: ‘De watersector kan het niet alleen. Het is heel afhankelijk van hoe andere sectoren willen meedenken. Water moet op de agenda; iedereen moet erkennen dat water een belangrijk issue is en een belangrijke rol speelt voor de mens. Met een gezamenlijke hoge ambitie kun je samenhang krijgen tussen verschillende beleidsterreinen. Policy coherence kan niet zonder gemeenschappelijk langetermijnperspectief.’ 

En daarmee bedoelt Ligtvoet niet alleen nationale samenwerking, maar ook de internationale samenwerking. Hij is blij met de VN-conferentie. 

Ligtvoet concludeert: ‘Let water be leading. Er kan een heleboel, maar er moet ook veel worden mogelijk gemaakt. Dat vraagt een radicaal andere aanpak.’

‘We hebben met elkaar nog geen gemeenschappelijk doel van waar we naartoe willen groeien. Dan kun je mensen niet verbinden. Dan is het alleen maar: het kost geld. We moeten een heldere toekomstvisie formuleren: wat is er nodig en waarvoor wordt het geld gebruikt’

Leiderschap 

Nijhof vraagt Ligtvoet: ‘Wat voor leiderschap vraagt het om water leidend te laten zijn, als je doelen moet realiseren via andere wegen, waarbij andere sectoren hun doelen belangrijker vinden dan water?’

Ligtvoet: ‘Het vraagt zeker leiderschap. Allereerst moeten we als maatschappij erkennen dat we hier iets mee moeten. Het Nederlandse schoolvoorbeeld is ons deltaprogramma, daar is ook een helder mandaat voor. Maar we hebben in Nederland geen mandaat om het watersysteem helemaal anders te doen. Of om te kunnen bepalen waar we woningen neerzetten, rekening houdend met water. Het is noodzakelijk om verschillende beleidsterreinen samen te brengen en samen een stip op de horizon te zetten.’

Nijhof vult aan: ‘Met collega's heb ik het vaak over waterlasten, maar we zouden het moeten omkeren en moeten hebben over waterbaten. Daarover moet bewustzijn starten. Wat gaat het kosten als we geen rekening houden met wateropgaven? Dat zal leiden tot enorme kosten. Wat is het risico voor mij als bedrijf, en wat kan ik doen? Die brug moet nog geslagen worden.’

Ligtvoet reageert: ‘We hebben met elkaar nog geen gemeenschappelijk doel waar we naartoe willen groeien. Dan kun je mensen niet verbinden. Dan is het alleen maar: het kost geld. We moeten een heldere toekomstvisie formuleren: wat is er nodig en waarvoor wordt geld gebruikt. Dan zal het ook makkelijker zijn om geld te genereren.’ 

Later in een panel voegt Louise van Schaik, hoofd van de afdeling EU & Global Affairs van Instituut Clingendael, eraan toe dat we in Nederland lijken te vergeten dat water politiek is. ‘Soms helpt het om iets de depolitiseren, maar het is ook naïef. We moeten in acht nemen dat water inherent politiek is. Daarom is het zo moeilijk om ambities te verwezenlijken.’

‘We moeten water als heel urgent probleem gaan zien. Als we water de urgentie geven die het verdient, dan kan er heel erg veel’

Reactie minister 

Marko Hekkert overhandigt het eerste exemplaar aan Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat. Harbers verzekert een hele koffer met exemplaren mee te nemen naar de VN-conferentie in New York. ‘We hebben behoefte aan dit soort praktische handvatten', licht hij toe. 

Nijhof vraagt hem: ‘Is het te verbinden, de praktijk van alle dag en de grote internationale uitdagingen?’ Harbers: ‘Het antwoord is ja. We moeten dat verbinden. Nederland is één van de landen die daartoe het initiatief neemt bij de VN. Vorige week is het oceanenverdrag gesloten. Het is hoopgevend dat we met elkaar op wereldniveau afspraken maken. Maar het heeft pas zin als je het lokaal, regionaal en landelijk invulling geeft.’

‘Als ik “future” lees, denk ik: nou, ik kan nog wel een kopje koffie gaan drinken’

Geen technisch maar economisch probleem 

Er volgt een paneldiscussie met Frans van de Ven (expert advisor Deltares), Kitty van der Heijden (DG Internationale samenwerking ministerie van Buitenlandse Zaken) en Maarten van Aalst (directeur KNMI). Van Aalst merkt op dat hij helaas geen nieuwe dingen heeft gehoord. Wat volgens hem op dit moment vooral belangrijk is, is de urgentie concreet maken. Van Aalst: ‘En dat vervolgens vertalen. Globale ambities moeten overal landen. Het ambitieniveau moet overal omhoog.’

Van de Ven voegt toe: ‘We moeten nog een heleboel doen om bending the trend waar te maken. In de titel van het rapport zien we nu ‘future’ staan; daar ben ik steeds kritischer op geworden, dat betekent voor mij dat ik nog kopje koffie kan gaan drinken.’

Nijhof merkt op ‘de boodschap van het rapport lijkt: waar een wil is, is een weg. Maar is de wil er? Wat is ervoor nodig om actie in gang te zetten?’

Van der Heijden: ‘Water is te veel water. Het wordt te veel als technisch probleem gezien. En dat kan niet. De discussie begint en eindigt met: Engineer your way out of it. We moeten economisch gaan kijken, waarderen wij water genoeg? En de sense of urgency mist. Die zie je heel langzaam nu bij klimaat ontstaan. Eerst moet je awareness hebben, die status zijn we bij klimaat en water voorbij, dan ambitie formuleren, dan actieagenda. Bij water zitten we echt aan het begin van een veranderingscurve, maar nog lang niet bij het handelingsperspectief.’