MRA-directeur Emiel Reiding: ‘Ik moet weten wat er in de gemeenten speelt’

Het ene moment zit hij aan tafel met het internationale bedrijfsleven, om de waterstofeconomie van de grond te tillen. Het andere moment is hij in de gemeente Oostzaan, om nut en noodzaak van de MRA toe te lichten. Emiel Reiding heeft als MRA-directeur geen macht, maar wel invloed. ‘Als je strak van a naar b wilt, moet je deze baan niet ambiëren.’      

Emiel Reiding
Beeld: ©MRA
MRA-directeur Emiel Reiding: ‘Ik ben van iedereen en van niemand; ik beweeg overal tussendoor en praat met iedereen.'

Op de dag, eind juni, dat we MRA-directeur Emiel Reiding spreken, publiceert Metropoolregio Amsterdam (MRA) samen met Amsterdam Economic Board de ‘Transitieversneller voor de Metropool Amsterdam’. Een inspiratiedocument om de transities te versnellen die nodig zijn voor de ‘slimme, groene en gezonde metropool van morgen’. 

Het gaat om een digitale en een duurzame transitie. En elke transitie kent weer meerdere onderdelen, zoals de transitie naar een waterstofeconomie. 

‘Wisten we dat de Amsterdamse haven de grootste benzinehaven van de wereld is?’ vraagt Reiding enthousiast. ‘We hebben een gigantische infrastructuur met enorme opslagtanks. Als je die slim ombouwt, is die goed te gebruiken voor waterstof. We werken al in coalities met Schiphol en Port of Amsterdam (de haven, red.). Binnen de MRA-grenzen is Tata Steel ook bezig met de overstap naar waterstof.’ 

Je kunt die transitie als regio niet alleen maken, weet Reiding. De MRA trekt hierin op met de regio’s Groningen en Rotterdam, waar de productie van groene waterstof op gang begint te komen. En er zijn landelijke en Europese fondsen die graag in deze transitie investeren. 

‘Voor transities moet je kongsi’s smeden’

Kongsi’s

Voor die transities moet je kongsi’s smeden – zoals de MRA nu doet met de Amsterdam Economic Board. En investeringen vinden. Want, zo luidt het MRA-motto: ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’. 

Als MRA-directeur speelt Reiding daarin de rol van verbinder en aanjager. Op internationaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau. Reiding zit niet alleen met bestuurders om tafel. Maar in toenemende mate ook met kennisinstellingen en bedrijfsleven – de zogeheten triple helix. 

Het is een aparte rol, zegt hij. ‘Ik ben van iedereen en van niemand. Ik beweeg overal tussendoor en praat met iedereen. Maar uiteindelijk zijn de gemeenteraden en Provinciale Staten verantwoordelijk.’ 

Van governance naar inhoud

Twee jaar staat hij nu aan het hoofd van de MRA Directie. De eerste anderhalf jaar waren moeilijk. ‘Ik begon midden in de coronaperiode – dat is al lastig. En als je dan ook nog uitdrukkelijk een netwerkfunctie hebt, is het nog iets lastiger.’ 

Het eerste jaar ging op aan governance. De aanbevelingen van Ben Verwaayen werden overgenomen. De MRA werd een professionelere organisatie met een directie die slagvaardig moet kunnen optreden en draagvlak kan creëren. ‘Nu de samenleving sinds een half jaar weer open is, lijkt het wel alsof mijn baan opnieuw is begonnen. We kunnen nu volop met de inhoud bezig zijn.’

Die inhoud is urgent - zie de net gelanceerde ‘Transitieversneller’. Reiding: ‘Er zijn echt grote investeringen nodig. De problemen stapelen zich op – iedereen voelt dat. We lopen letterlijk tegen onze grenzen aan. Dat zie je – om maar wat te noemen – aan Schiphol en Tata Steel. Aan de woning- en stikstofcrisis. Aan de bouwkosten die oplopen en de arbeidsmarkt die vastzit. En het punt is dus dat we die problemen alleen maar in samenhang kunnen oplossen.’

Klein voorbeeld: ‘We zitten nog in de onderhandelingen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de financiering van de woningbouw. Dat gaat de goede kant op. Als dat geld er eind dit jaar is, kunnen we gaan bouwen. Maar dan moet wel het stikstofprobleem zijn opgelost. En dat gaat het rijk niet voor ons doen, dat moeten we zelf hier in de regio oplossen.’

Praktisch punt: de stikstofspecialisten die je daarvoor nodig hebt, zitten niet hier op kantoor (op de Amsterdamse Zuidas, red.) maar bij de provincies Noord-Holland en Flevoland. ‘Dus wij moeten - zonder dat we de boel overnemen - zorgen dat die stikstofexpertise en de woningbouw met elkaar verbonden zijn. En overigens ook dat stikstof verbonden is met de dossiers landschap, recreatie en toerisme. Wij leggen als MRA de verbindingen. En dan is het aan de bestuurders om nieuwe keuzes te maken.’

‘Wij leggen als MRA de verbindingen; en dan is het aan de bestuurders om nieuwe keuzes te maken’

Zo min mogelijk op de Zuidas

Het werk van Reiding mag dan voor een groot deel bestaan uit het op overstijgend niveau urgente transities aanjagen en versnellen. Niet minder belangrijk – en voor die transities niet minder essentieel – is de verbinding met de lokale besturen in de regio. Want, zoals de MRA in de nieuwe Samenwerkingsafspraken eind vorig jaar nog eens onderstreepte: er gebeurt niets zonder instemming van de raden en Staten. 

Wat betreft de relatie tussen MRA en de dertig gemeenten in de regio, was (en is) er het nodige werk te doen. Mede door corona stonden MRA en raden te lang op afstand van elkaar. ‘Er bestonden stevige beelden van ons. En dat speelde ons parten.’
Dat betekent dat Reiding veel in de regio op pad is. ‘Ik wil zo min mogelijk hier op de Zuidas zijn. Ik moet weten wat er in de gemeenten speelt, wat de zorgen zijn, hoe de verhoudingen liggen.’ 

Zo staat voor vandaag een informatiebijeenkomst in Oostzaan op het programma. De MRA biedt actief aan om langs te komen, niet in de laatste plaats omdat er net nieuwe raden en colleges zijn gevormd. ‘Dan vertel ik over wat we als MRA doen, wat de structuur is. En geef ik voorbeelden van hoe de MRA relevant is voor wat er in Oostzaan gebeurt, en vice versa.’

‘Gezamenlijk vormen we een ‘Daily Urban System’ - de ontwikkelingen bij de een, moeten ook ten goede komen aan de ander’

Samenhang

‘Gezamenlijk’, zegt Reiding, ‘vormen we een ‘Daily Urban System’, een samenhangend stedelijk gebied waarbinnen de ontwikkelingen bij de een, ook ten goede moeten komen aan de ander. Dus, als we bijvoorbeeld de Noord-Zuidlijn doortrekken naar Schiphol, dan moet dat positieve gevolgen hebben voor de Oostzaner die op Schiphol werkt. Maar ook voor de hele regio die toelevert aan Schiphol.’

Dat verhaal over de samenhang der dingen en de wederzijdse belangen moet Reiding vaak vertellen, zegt hij. En de ene keer landt het beter dan de andere keer. ‘Er is ook een trend van lokalisering in deze steeds complexere, globaliserende wereld. Dat zie je soms terug bij de lokale partijen in gemeenteraden. Maar, pas op: scheer lokale partijen niet over één kam. Er zijn er ook die heel erg open staan voor wat er regionaal gebeurt.’

Complexiteit en vooruitgang

Zo laveert Reiding tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Verbanden leggend, verbindingen smedend, kongsi’s bouwend. Met als doel de grote transities van deze tijd op gang te brengen.  

Als je iemand bent die strak van a naar b wil, moet je deze baan niet ambiëren, lacht hij. ‘Maar ik vind dat taaie, dat bestuurlijke, dat proberen elkaar te overtuigen, en in al die complexiteit toch voortgang boeken, juist op die grote dossiers… ja, dat is voor mij erg inspirerend.’