Een nieuw bestuursakkoord? ‘Eerst harde noten kraken’

‘Samenwerken draait om elkaar ontmoeten. Elkaar – ook als het lastig is – de waarheid kunnen zeggen. En bestuurlijk lef.’ Hoe werk je als verschillende overheden beter met elkaar samen - die vraag stond centraal op 8 juni j.l. waar tientallen ambtenaren van gemeenten, waterschappen, provincies en het rijk aan de eerste dialoogtafel bijeenkwamen. Doel: de mogelijkheden onderzoeken van een nieuw bestuursakkoord voor deze kabinetsperiode. De komende maanden doet Overheid van Nu verslag van deze zoektocht.

Voor een huis staan drie houten stoelen. Links onderin staat #sterkbestuur
Beeld: ©EMMA / Patrick van den Hurk
Het vorige Kabinet-Rutte III bracht een Bestuursakkoord voort, waaruit het Interbestuurlijk Programma voortvloeide. Wat brengt Rutte-IV?

De noodzaak om als één overheid met elkaar op te trekken, is evident: de samenleving heeft behoefte aan een overheid die mensen vooropstelt, met oog voor de menselijke maat in het beleid, en slagkracht in de uitvoering. Door te bespreken hoe ze tegen interbestuurlijke samenwerking aankijken en waar ze daarin tegenaan lopen, zochten de aanwezigen gezamenlijk naar leer- en groeimomenten voor interbestuurlijke samenwerking. 

Al voordat het gesprek losbarstte klonk misschien wel de belangrijkste les van de bijeenkomst: ‘Voortdurend het gesprek met elkaar blijven aangaan is misschien wel belangrijker dan het maken van harde afspraken.’

‘Als je écht samenwerkt, ga je met een gebiedsportemonnee aan de slag en kijk je samen hoe je daar invulling aan geeft’

Openhartig en vurig

In een openhartige en af en toe vurige sessie schroomden de deelnemers niet om een aantal olifanten in de kamer te benoemen. De samenwerking met het rijk – ‘een veelkoppig en verkokerd monster’ – verloopt soms moeizaam, kaartte een van de sprekers aan. 

‘Het is soms lastig om daar goed in het spel te komen. Eerst verticaal afspraken maken en dan horizontaal samenwerken is mooi gezegd, maar in werkelijkheid moet je maar zien wat daarvan terechtkomt. Het moet niet bij afspraken op papier blijven.’ 

Deze uitspraak kon op bijval rekenen van andere aanwezigen. Eén van hen gaf aan het gevoel te hebben door het rijk nogal eens in een keurslijf van spelregels te worden gestopt. ‘Op het gebied van stikstof hebben we te maken met allerlei spelregels vanuit het rijk, waaraan wij vervolgens uitgeleverd zijn. Maar als je écht samenwerkt, ga je bijvoorbeeld met een gebiedsportemonnee aan de slag en ga je samen kijken hoe je daar invulling aan geeft.’ Een goed gesprek van tevoren kan al veel helpen, klonk het vanuit meerdere deelnemers.

‘Een stabiel fundament gaat terug op een heldere financiële situatie’

Zoeken naar de klik

Daarnaast leeft er onder de aanwezigen ook begrip voor de positie van het rijk, want ergens is er regie van bovenaf nodig. Om die samenwerking in goede banen te leiden, kwam tijdens de sessie vaak dezelfde les bovendrijven: samenwerking is erbij gebaat dat iedereen elkaar serieus neemt, elkaars rol (er)kent en accepteert dat andere partijen een andere visie mogen hebben. 

‘Weer tot elkaar komen in goed partnerschap komt neer op gewoon praten en leren kijken door elkaars ogen’, vatte een van de sprekers het krachtig samen. En een ander: ‘Samenwerken moet leuk zijn en gaat over de klik. Het gaat vooral om elkaar leren kennen.’

Als dat praten met elkaar op gelijkwaardig niveau wil plaatsvinden, dan moet het ook gaan over lastige onderwerpen, kwam naar voren in de sessie. Een van die hete hangijzers betreft de financiële afspraken van projecten. ‘Een stabiel fundament gaat terug op een heldere financiële situatie’, klonk het. Een van de sprekers opperde dat ‘wie betaalt, bepaalt’ weleens goed zou kunnen werken in samenwerkingen: de partij die de grootste bijdrage levert, zou misschien ook wel de meeste zeggenschap moeten krijgen.

De complexiteit van de uitdagingen is vaak zo groot, dat je onmogelijk het volledige overzicht kunt hebben

Harde noten

Naast de harde noten die er werden gekraakt, sprak uit de sessie ook een sterke intentie om beter samen te werken. Het blijft evenwel zoeken naar de beste manier om dat te doen. Enerzijds is er behoefte om enige richting te geven aan samenwerking, anderzijds moet er ook geen sprake zijn van een voorgekauwde blauwdruk. Het bepalen van een gezamenlijke stip op de horizon kan in dit geval de oplossing zijn om voldoende richting te hebben, zonder alles direct dicht te timmeren.

Verschillende deelnemers gaven aan dat de complexiteit van de uitdagingen waar verschillende overheden mee te maken hebben, vaak zo groot is, dat je onmogelijk het volledige overzicht kunt hebben. Dat maakt het voor rijk, provincies, gemeenten en waterschappen lastiger om naast elkaar te kunnen staan. De expertise van systeemdenkers zou zeer waardevol kunnen zijn in het verbeteren van de samenwerking. ‘We hebben allemaal een puzzelstukje in handen, maar niemand heeft het zicht op de hele puzzel’, stelde een van de aanwezigen. 

Een ander benadrukte dat je daar ook niet op kunt gaan wachten. ‘Neem dus stappen en zet een stip op de horizon, maar niet te ver weg. Gaandeweg beweeg je met elkaar richting die stip. Daarbij helpt het als je een soort basishygiëne hebt: werkafspraken over hoe de samenwerking er uit ziet.’

Samenwerking draait om een cultuur van elkaar ontmoeten, elkaar de waarheid kunnen zeggen – ook als het lastig is – en niet in de minste plaats een portie bestuurlijk lef

Inspirerende voorbeelden

Verschillende inspirerende voorbeelden van succesvolle interbestuurlijke samenwerking passeerden de revue. Bijvoorbeeld de totstandkoming van Wind in de zeilen: het compensatiepakket voor het niet realiseren van een marinierskazerne in Vlissingen - een samenwerking van het kabinet, de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen. 

Normaalgesproken gaat er veel ‘ambtelijk gepraat in Den Haag’ vooraf aan dit soort zaken, maar voor deze keer zijn bestuurders uit Den Haag eerst met bestuurders in Zeeland om de tafel gegaan. Daardoor kon een en ander opvallend snel uitgewerkt worden. 

Niet eerst allerlei zaken van tevoren vastleggen, maar eerst bij elkaar komen was ook de sleutel tot goede samenwerking voor Ecologie & Economie in balans in de Eemsdelta, een samenwerking van maar liefst 25 partners. 

Uit succesvolle samenwerkingen in Gelderland kwam wederom dezelfde les naar voren als eerder in de sessie: samenwerking draait om een cultuur van elkaar ontmoeten, elkaar de waarheid kunnen zeggen – ook als het lastig is – en niet in de laatste plaats een portie bestuurlijk lef.

Niet gek laten maken

Afsluitend concludeerden de aanwezigen dat de wens om beter samen te werken er zeker is, maar dat er nog meer vragen zijn dan antwoorden en oplossingen. ‘Ik krijg het idee dat er veel is dat ons bindt. We moeten ons ook weer niet gek laten maken door de complexiteit en gewoon dingen gaan doen’, spoorde een van de aanwezigen op de sessie de groep aan. Zowel voor als na de zomer vinden, op verschillende niveaus, verdere sessies plaats over het verbeteren van de interbestuurlijke samenwerking.